Afdeling 2. [
1 - Dossier van gerechtelijke reorganisatie]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.40. [
1 § 1. Er wordt in het register een dossier van de gerechtelijke reorganisatie gehouden waarin alle elementen met betrekking tot deze procedure en de grond van de zaak voorkomen, met inbegrip van de verslagen van de gerechtsmandatarissen en voorlopige bewindvoerders, evenals de verslagen van de gedelegeerd rechter en de adviezen van het openbaar ministerie.
§ 2. De neerlegging van een aangifte van schuldvordering in het register stuit de verjaring van de schuldvordering en geldt als ingebrekestelling.
§ 3. Iedere partij in de procedure en elke schuldeiser die voorkomt op de in artikel XX.41, § 2, 7°, vermelde lijst krijgt inzage in het dossier.
De gedelegeerd rechter kan met een gemotiveerde beschikking de gegevens bepalen die het zakengeheim aanbelangen en die niet toegankelijk zijn voor de schuldeisers.
Iedere andere persoon die een rechtmatig belang kan aantonen, kan aan de gedelegeerd rechter via het register toestemming vragen om inzage te krijgen van het dossier of van een deel ervan.
§ 4. De Koning bepaalt nader hoe de toegang tot het in dit artikel bedoelde dossier wordt toegekend, bepaalt nader welke gegevens slechts op beperkte wijze toegankelijk gemaakt worden en op welke wijze de vertrouwelijkheid en de bewaring van het dossier worden gewaarborgd.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Afdeling 3. [
1 - Verzoek tot gerechtelijke reorganisatie en de daarop volgende procedure]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.41.[
1 § 1. De schuldenaar die het openen van een procedure van gerechtelijke reorganisatie aanvraagt, richt een
verzoekschrift aan de rechtbank.
§ 2. Op straffe van niet-ontvankelijkheid,
voegt hij bij zijn verzoekschrift:
1° een uiteenzetting van de gebeurtenissen waarop zijn verzoek is gegrond en waaruit blijkt dat naar zijn oordeel de continuïteit van zijn onderneming onmiddellijk of op termijn bedreigd is;
2° een aanwijzing van de doelstelling of de doelstellingen waarvoor hij het openen van de procedure van gerechtelijke reorganisatie aanvraagt;
3° de vermelding van een elektronisch adres waarbij hij zolang de procedure van gerechtelijke organisatie duurt, kan worden bereikt en waaruit hij de ontvangst kan melden van de ontvangen mededelingen;
4° de twee recentste jaarrekeningen die volgens de statuten hadden moeten neergelegd zijn en de eventueel nog niet neergelegde jaarrekening van het laatste boekjaar of, indien de schuldenaar een natuurlijke persoon is, de twee recentste aangiftes in de personenbelasting; zo de onderneming geen twee boekjaren heeft bestaan, zal zij dit doen voor de gehele periode voor haar oprichting;
5° een boekhoudkundige staat die het actief en het passief weergeeft en de resultatenrekening die maximum drie maanden oud is, opgesteld met de bijstand van hetzij een bedrijfsrevisor, hetzij een externe accountant, hetzij een externe erkend boekhouder of een externe erkend boekhouder-fiscalist;
6° een begroting met een schatting van de inkomsten en uitgaven voor ten minste de duur van de gevraagde opschorting, opgesteld met de bijstand van een van de beroepsbeoefenaars vermeld in 5° ; op advies van de Commissie voor boekhoudkundige normen kan de Koning een model opleggen van geraamde begroting;
7° een volledige lijst van de erkende of beweerde schuldeisers in de opschorting, met vermelding van hun naam, hun adres en het bedrag van hun schuldvordering en de bijzondere vermelding van de hoedanigheid van buitengewone schuldeiser in de opschorting en van het goed dat is belast met een zakelijke roerende zekerheid of een hypotheek of dat eigendom is van de betrokken schuldeiser;
8° een toelichting omtrent de wijze waarop de maatregelen en voorstellen die hij overweegt om de rendabiliteit en de solvabiliteit van zijn onderneming te herstellen, om een eventueel sociaal plan in te zetten en om de schuldeisers te voldoen;
9° een toelichting omtrent de wijze waarop de schuldenaar voldaan heeft aan de wettelijke of conventionele verplichtingen de werknemers of hun vertegenwoordigers in te lichten of te raadplegen;
10° de lijst van vennoten indien de schuldenaar een in [
2 artikel I.1, eerste lid, 1°, c)]
2 bepaalde onderneming, of een rechtspersoon waarvan de vennoten onbeperkt aansprakelijk zijn, is en het bewijs dat de vennoten op de hoogte werden gebracht;
11° een kopie van de exploten van bevel en van uitvoerende roerende en onroerende beslagen, zoals deze verschijnen in het centraal bestand van berichten van beslag, delegatie en overdracht en collectieve schuldenregeling, in het geval dat hij de schorsing van de werkzaamheden van verkoop op onroerend uitvoerend beslag vordert overeenkomstig artikelen XX. 44, §§ 2 en 3 en XX. 51, §§ 2 en 3.
Daarnaast kan de schuldenaar bij zijn verzoekschrift alle andere stukken voegen die hij nuttig oordeelt om het verzoekschrift toe te lichten. Hij waakt erover dat de neergelegde stukken geen gegevens inhouden die zijn beroepsgeheim zouden kunnen schenden en voegt, in voorkomend geval, een noot bij zijn verzoekschrift die verantwoordt waarom hij bepaalde stukken op die gronden niet heeft kunnen neerleggen.
§ 3. Het verzoekschrift wordt ondertekend door de schuldenaar of door diens advocaat. Het wordt met de nuttige stukken neergelegd in het register zoals bepaald in artikel XX.15.
§ 4. Binnen achtenveertig uur deelt de griffier bericht van de indiening van het verzoekschrift mee aan de procureur des Konings, die alle handelingen van de procedure zal kunnen bijwonen. De griffier geeft hierover eveneens een bericht aan de Orde of Instituut waarvan de verzoeker deel uitmaakt indien het verzoekschrift is neergelegd door een onderneming bedoeld in artikel I.1.14°.
De rechtbank kan het verslag dat is opgesteld door de kamer voor ondernemingen in moeilijkheden overeenkomstig artikel XX.28 voegen bij het dossier van de gerechtelijke reorganisatie.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
(2)<W
2018-04-15/14, art. 222, 059; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.42. [
1 In elk geval wijst de voorzitter van de rechtbank onmiddellijk na de indiening van het verzoekschrift een gedelegeerd rechter aan die rechter in de rechtbank is, de voorzitter uitgezonderd, of een rechter in handelszaken, om bij de kamer van de rechtbank waaraan de zaak is toebedeeld, verslag uit te brengen over de ontvankelijkheid en de gegrondheid van het verzoek en over elk element dat nuttig is voor de beoordeling ervan.
In het geval bedoeld in artikel XX.84, duidt de rechtbank een gedelegeerd rechter aan met de opdracht die dit artikel preciseert.
De gedelegeerd rechter hoort de schuldenaar en elke andere persoon van wie hij het horen nuttig acht. Hij kan bij de schuldenaar de informatie opvragen die nodig is om diens toestand te beoordelen.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.43. [
1 De gedelegeerd rechter waakt over de naleving van deze wet en licht de rechtbank in over de evolutie van de toestand van de schuldenaar.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.44.[
1 § 1
. Zolang de rechtbank geen uitspraak heeft gedaan over het verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie, ongeacht of de vordering werd ingeleid of het middel van tenuitvoerlegging aangevat voor of na de neerlegging van het verzoekschrift:
- kan de schuldenaar
niet worden failliet verklaard; indien de schuldenaar een rechtspersoon is, kan deze niet gerechtelijk worden ontbonden;
- kan
geen enkele tegeldemaking van de roerende of onroerende goederen van de schuldenaar plaatsvinden als gevolg van de uitoefening van een middel van tenuitvoerlegging.
§ 2. Indien de dag die vastgesteld is om over te gaan tot de gedwongen verkoop van roerende goederen afloopt binnen een termijn van twee maanden na het neerleggen van het verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie, kunnen de werkzaamheden van verkoop op beslag worden verdergezet. Alleszins kan de rechtbank de schorsing ervan uitspreken, vooraf of gelijktijdig met de beslissing tot opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie, na de gedelegeerd rechter te hebben gehoord in zijn verslag, en op uitdrukkelijke vraag van de schuldenaar in zijn verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie evenals op verzoek van de beslagleggende schuldeiser. Het verzoek tot schorsing van de verkoop heeft geen schorsend effect. Indien de schorsing van de verkoop is uitgesproken, zullen de kosten voortgebracht uit deze schorsing ten laste zijn van de verzoeker. De termijnen worden berekend overeenkomstig artikelen 52 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek.
§ 3.
Indien de dag die vastgesteld is om over te gaan tot de gedwongen verkoop van onroerende goederen afloopt binnen een termijn van twee maanden volgend op het neerleggen van het verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie, kunnen de werkzaamheden van verkoop op beslag worden verdergezet. De termijnen worden berekend overeenkomstig artikelen 52 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek.
Alleszins zal de
notaris de verkoopswerkzaamheden dienen te schorsen indien de volgende cumulatieve voorwaarden vervuld zijn:
1° de rechtbank spreekt de schorsing van de gedwongen verkoopswerkzaamheden uit, op uitdrukkelijk verzoek van de schuldenaar in zijn verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie, vooraf of gelijktijdig met de beslissing tot opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie, na de gedelegeerd rechter te hebben gehoord in zijn verslag, evenals [
2 de ingeschreven hypothecaire en bevoorrechte schuldeisers, de beslagleggende schuldeiser]
2 en de schuldenaar; het verzoek tot schorsing van de verkoop heeft geen schorsend effect; de werkelijke kosten waaraan de notaris werd blootgesteld in het kader van de gedwongen verkoop, tussen zijn aanstelling en het neerleggen van het verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie, zijn ten laste van de schuldenaar;
2° een met deze kosten overeenstemmend bedrag wordt overgemaakt op het kantoor van de gerechtsdeurwaarder;
3° de gerechtsdeurwaarder stelt de notaris onmiddellijk in kennis hiervan per exploot;
Deze voorwaarden dienen ten minste drie werkdagen voor de dag die werd vastgesteld om over te gaan tot de gedwongen verkoop, te worden vervuld.
De gerechtsdeurwaarder maakt het overgeschreven bedrag over in handen van de notaris binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen vanaf de ontvangst ervan. Dit bedrag zal bestemd zijn voor de betaling [
2 van deze kosten]
2.
§ 4. In geval van beslag lastens meerdere schuldenaren waarvan één van hen een verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie heeft ingediend, wordt de gedwongen verkoop van roerende en onroerende goederen verdergezet overeenkomstig de regels van het roerend of onroerend beslag afhankelijk van het geval [
2 , zonder afbreuk te doen aan paragrafen 1 tot 3]
2. In geval van verkoop op uitvoerend onroerend beslag maakt de notaris in voorkomend geval, na betaling van de [
2 ...]
2 hypothecaire en bijzonder bevoorrechte schuldeisers, het saldo over van het deel van de verkoopprijs dat toekomt aan de schuldenaar, aan deze laatste of aan de gerechtsmandataris in geval van opening van een procedure door overdracht onder gerechtelijk gezag. Deze betaling is bevrijdend evenals de betaling gedaan door de koper overeenkomstig artikel 1641 van het Gerechtelijk Wetboek.
§ 5. In ieder geval dient de schuldenaar onmiddellijk de notaris of de gerechtsdeurwaarder belast met de verkoop van het goed schriftelijk in kennis te stellen van de neerlegging van het verzoekschrift bedoeld in artikel XX.43. Indien een verzoek tot schorsing van de verkoop werd ingesteld door middel van dit verzoekschrift, dient de schuldenaar gelijktijdig de notaris hiervan in kennis te stellen.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
(2)<W
2018-04-15/14, art. 223, 059; Inwerkingtreding : 01-05-2018>