Titel II. [1 - Opsporing van ondernemingen in moeilijkheden]1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
HOOFDSTUK 1. [1 - Gegevensverzameling]1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.21. [
1 Nuttige inlichtingen en gegevens betreffende de schuldenaren die financiële moeilijkheden ondervinden, waardoor de continuïteit van hun economische activiteit in gevaar kan gebracht worden, met inbegrip van die welke verkregen worden met toepassing van de bepalingen van deze titel, worden ter griffie van de rechtbank in het rechtsgebied waarin de schuldenaar het centrum van zijn voornaamste belangen heeft,
verzameld.
De schuldenaar heeft het recht, bij verzoekschrift gericht aan de rechtbank, de
rechtzetting te krijgen van de gegevens die op hem betrekking hebben.
Op de wijze bepaald door de Koning, kan de rechtbank eveneens van de verzamelde gegevens kennis geven aan de overheidsinstellingen of private instellingen die door de bevoegde overheid zijn aangewezen of erkend om ondernemingen in moeilijkheden te begeleiden.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.22. [
1 Onverminderd artikel 1389bis/16 van het Gerechtelijk Wetboek kunnen de berichten van protest die worden bedoeld in artikel 1390quater/1 van hetzelfde Wetboek worden geraadpleegd ter griffie van de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen het centrum van de voornaamste belangen van de schuldenaar van een wisselbrief of orderbriefje zich bevindt.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.23. [
1 § 1. Veroordelende
verstekvonnissen en vonnissen op tegenspraak uitgesproken tegen schuldenaren die de gevorderde hoofdsom niet hebben betwist, moeten worden gezonden aan de griffie van de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen het centrum van hun voornaamste belangen zich bevindt.
De Koning bepaalt op welke wijze die gegevens worden overgemaakt.
Dit geldt eveneens voor de vonnissen waarbij
een handelshuurovereenkomst wordt ontbonden ten laste van de huurder.
§ 2. Uiterlijk een maand na het verstrijken van elk kwartaal zendt de
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid een lijst van de schuldenaren die reeds een kwartaal de verschuldigde sociale zekerheidsbijdragen niet meer betaald hebben aan de griffie van de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen het centrum van hun voornaamste belangen zich bevindt. De lijst vermeldt naast de naam van de schuldenaar ook het verschuldigde bedrag.
Uiterlijk een maand na het verstrijken van elk kwartaal zendt de administratie van financiën een lijst van de schuldenaren die reeds een kwartaal de verschuldigde btw of bedrijfsvoorheffing niet meer betaald hebben aan de griffie van de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen het centrum van hun voornaamste belangen zich bevindt. De lijst vermeldt naast de naam van de schuldenaar ook het verschuldigde bedrag.
Uiterlijk een maand na het verstrijken van elk kwartaal zendt het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen een lijst van de schuldenaren die reeds een kwartaal de verschuldigde sociale zekerheidsbijdragen niet meer betaald hebben aan de griffie van de rechtbank van het rechtsgebied waarbinnen het centrum van hun voornaamste belangen zich bevindt. De lijst vermeldt naast de naam van de schuldenaar ook het verschuldigde bedrag.
De Koning bepaalt op welke wijze die gegevens worden gezonden.
§ 3. De
externe accountant, de externe erkend boekhouder, de externe erkend boekhouder-fiscalist en de bedrijfsrevisor die in de uitoefening van hun opdracht gewichtige en overeenstemmende feiten vaststellen die de continuïteit van de economische activiteit van de schuldenaar in het gedrang kunnen brengen, lichten deze laatste hiervan schriftelijk op een omstandige wijze in, in voorkomend geval via zijn bestuursorgaan. Indien de schuldenaar binnen een termijn van een maand vanaf die kennisgeving niet de nodige maatregelen treft om de continuïteit van de economische activiteit voor een minimumduur van twaalf maanden te waarborgen, kan de externe accountant, de externe erkend boekhouder, de externe erkend boekhouder-fiscalist, of de bedrijfsrevisor de voorzitter van de rechtbank van koophandel daarvan schriftelijk inlichten. In dat geval is artikel 458 van het Strafwetboek niet van toepassing.
§ 4. De Koning kan aan openbare overheden toestaan of opleggen gegevens mede te delen aan de rechtbank voor zover die gegevens noodzakelijk zijn om de financiële toestand van de ondernemingen te kennen.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.24. [
1 Na advies van het Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, kan de Koning de gepaste maatregelen nemen teneinde de verwerking van de verzamelde gegevens op een logisch gestructureerde wijze te laten verlopen en de eenvormigheid en de vertrouwelijkheid hiervan in de onderscheiden griffies van de rechtbanken van koophandel te verzekeren. Hij kan onder meer de categorieën van de te verzamelen gegevens bepalen.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
HOOFDSTUK 2. [1 - Kamers voor ondernemingen in moeilijkheden]1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.25. [
1 § 1. De kamers voor ondernemingen in moeilijkheden bedoeld in artikel 84, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek volgen de toestand van de schuldenaren in moeilijkheden om de continuïteit van hun activiteiten te vrijwaren en de bescherming van de rechten van de schuldeisers te verzekeren.
§ 2. De kamer voor ondernemingen in moeilijkheden kan het onderzoek zelf voeren of een rechter-verslaggever aanstellen. Deze kan een rechter bij de rechtbank zijn, de voorzitter uitgezonderd, of een rechter in handelszaken.
Oordelen hetzij de kamer, hetzij de rechter verslaggever dat de continuïteit van de economische activiteit van een schuldenaar bedreigd is of dat de ontbinding van de rechtspersoon kan worden uitgesproken overeenkomstig het Wetboek van vennootschappen of de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de stichtingen en de Europese politieke partijen en stichtingen, dan kunnen zij de schuldenaar oproepen en horen teneinde alle inlichtingen te verkrijgen over de stand van zijn zaken en inzake de eventuele reorganisatiemaatregelen.
De oproeping kan een verzoek aan de schuldenaar bevatten om voorafgaand aan de zitting bepaalde gegevens en inlichtingen over zijn onderneming en over zijn stand van zaken in te voeren in het register.
De oproeping wordt, door toedoen van de griffier, gericht aan de woonplaats van de schuldenaar of aan diens maatschappelijke zetel.
§ 3. Het onderzoek geschiedt met gesloten deuren. De schuldenaar verschijnt in persoon, eventueel bijgestaan door de personen van zijn keuze.
De kamer of de rechter verslaggever mag bij de externe accountant, de externe erkend boekhouder, de externe erkend boekhouder-fiscalist en de bedrijfsrevisor van de schuldenaar, inlichtingen inwinnen nopens de aanbevelingen die zij gedaan hebben aan de schuldenaar en, in voorkomend geval, nopens de maatregelen die genomen zijn om de continuïteit van de economische activiteit te waarborgen. In dat geval is artikel 458 van het Strafwetboek niet van toepassing.
Daarenboven staat het de kamer of de rechter verslaggever vrij van ambtswege alle gegevens te verzamelen nodig voor zijn onderzoek. Zij kunnen alle personen horen van wie zij het verhoor nodig achten, zelfs buiten de aanwezigheid van de schuldenaar, en de mededeling van alle dienstige gegevens en inlichtingen gelasten, in voorkomend geval middels het register. De schuldenaar kan alle andere stukken van zijn keuze voorleggen.
De rechter verslaggever kan zich van ambtswege begeven naar de maatschappelijke zetel of in voorkomend geval het centrum van de voornaamste belangen indien de opgeroepen schuldenaar niet verschenen is. Hij verwittigt op voorhand de Orde of het Instituut als de plaatsopneming geschiedt bij een beroepsbeoefenaar van een vrij beroep.
De bijstand van een griffier is niet vereist. De rechter kan geheel alleen proces-verbaal opmaken van zijn bevindingen en van de afgelegde verklaringen.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.26. [
1 De procureur des Konings en de schuldenaar kunnen op elk ogenblik mededeling krijgen van de aldus tijdens het onderzoek verzamelde gegevens alsook van het in artikel XX.28 bedoelde verslag. De rechter verslaggever of de voorzitter van de kamer bepalen evenwel welke gegevens niet kunnen worden medegedeeld wanneer hun bekendmaking van die aard zou zijn dat het beroepsgeheim van de schuldenaar wordt geschonden.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.27. [
1 Op de wijze bepaald door de Koning kan de rechtbank de verzamelde gegevens uitwisselen met de overheidsinstellingen of particuliere instellingen die door de bevoegde overheid zijn aangewezen of erkend om ondernemingen in moeilijkheden te begeleiden.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.28. [
1 Wanneer de kamer een rechter verslaggever heeft aangesteld, beëindigt deze het onderzoek binnen een termijn van vier maanden na zijn aanstelling. Wanneer de rechter dit onderzoek heeft beëindigd, stelt hij binnen de voornoemde termijn een verslag op over de gedane verrichtingen en voegt er zijn conclusie aan toe. Het verslag wordt gevoegd bij de verzamelde gegevens en voorgelegd aan de kamer voor ondernemingen in moeilijkheden. De kamer voor ondernemingen in moeilijkheden kan beslissen het onderzoek te verlengen voor een duur die niet meer dan vier maanden mag bedragen.
Als het onderzoek gevoerd wordt door de kamer zelf, mag dit niet langer dan acht maand duren.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.29.[
1 § 1. Indien uit het onderzoek naar de toestand van de schuldenaar blijkt dat die zich in staat van faillissement bevindt kan de kamer voor ondernemingen in moeilijkheden het dossier naar de procureur des Konings zenden.
§ 2. Indien uit het onderzoek naar de toestand van de schuldenaar blijkt dat die zich in staat van faillissement bevindt, kan de kamer voor ondernemingen in moeilijkheden beredeneerd en ten voorlopige titel vaststellen dat de voorwaarden voor de toepassing van artikel XX.32 lijken verenigd te zijn en het dossier mededelen aan de voorzitter van de rechtbank.
Onverminderd het eerste lid kan de kamer voor ondernemingen in moeilijkheden, wanneer volgens haar uit dat onderzoek blijkt dat de ontbinding van de rechtspersoon kan worden uitgesproken overeenkomstig het Wetboek van vennootschappen of de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de stichtingen en de Europese politieke partijen en stichtingen, het dossier met een gemotiveerde beslissing aan de rechtbank meedelen ten einde uitspraak te doen over de ontbinding, in welk geval zij eveneens de gemotiveerde beslissing meedeelt aan de procureur des Konings.
Wanneer de schuldenaar, rechtspersoon, een beroepsbeoefenaar van een vrij beroep is, deelt de kamer voor ondernemingen in moeilijkheden aan [
2 de Orde of het instituut]
2 een afschrift mee van de beslissing bedoeld in het tweede lid.
De kamer kan eveneens het dossier mededelen aan de procureur des Konings.
§ 3. De met het onderzoek naar de toestand van de schuldenaar belaste leden van de kamer voor ondernemingen in moeilijkheden mogen niet deelnemen aan de rechtspleging inzake het faillissement, de gerechtelijke reorganisatie of de gerechtelijke vereffening die op deze schuldenaar zou betrekking hebben.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
(2)<W
2018-04-15/14, art. 219, 059; Inwerkingtreding : 01-05-2018>