HOOFDSTUK 2. [
1 - Procedureregels]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.2. [
1 Geen verzet of hoger beroep staat open tegen:
1° de beslissingen van de kamers voor ondernemingen in moeilijkheden bedoeld in artikel XX.29;
2° de beslissingen waarbij een gedelegeerd rechter, een rechter-commissaris of een insolventiefunctionaris wordt benoemd of vervangen;
3° de beslissingen van de rechter-commissaris waarbij overeenkomstig artikel XX.122 uitstel of afstel wordt verleend voor de verkoop van in beslag genomen voorwerpen;
4° de beslissingen van de rechter-commissaris waarbij de verkoop van goederen en koopwaren die tot het faillissement behoren, wordt toegestaan;
5° de vonnissen waarbij uitspraak wordt gedaan over de betwistingen inzake de afgifte, aan de gefailleerde natuurlijke persoon en aan zijn gezin, van de huisraad en de voorwerpen nodig voor eigen gebruik, evenals inzake de toekenning van levensonderhoud aan de gefailleerde natuurlijke persoon en aan zijn gezin;
6° de vonnissen waarbij uitspraak wordt gedaan over het beroep tegen de beschikkingen die de rechter-commissaris of gedelegeerd rechter heeft gegeven bij de vervulling van zijn opdracht.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.3. [
1 Onverminderd de gevolgen die het Gerechtelijk Wetboek hecht aan betekeningen, beginnen de
termijnen te lopen, telkens dit boek bepaalt dat gegevens of stukken geplaatst worden in het register, vanaf de dag volgend op deze van de plaatsing.
De artikelen 50, tweede lid, 55 en 56 van het Gerechtelijk Wetboek zijn niet van toepassing op de vorderingen en betekeningen bedoeld in dit boek.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.4. [
1 Bij ontstentenis van een tussenkomst als bedoeld in artikel 813 van het Gerechtelijk Wetboek verwerft degene die, op zijn initiatief of op dat van de rechtbank, is gehoord of een geschrift neerlegt om zijn opmerkingen te laten gelden, iets te vorderen of middelen naar voor te brengen, door dit feit alleen
geen hoedanigheid van partij.
Elke vordering inzake faillissement wordt steeds
mede gericht tegen de curator.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.5. [
1 In afwijking van de artikelen 1027 en 1029 van het Gerechtelijk Wetboek kunnen de in titel V van dit boek bedoelde
eenzijdige verzoekschriften worden ondertekend door de schuldenaar alleen of door zijn advocaat en worden de daarop betrekking hebbende beslissingen van de rechtbank uitgesproken in openbare terechtzitting.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.6. [
1 Wanneer er gewichtige, bepaalde en met elkaar overeenstemmende vermoedens bestaan dat de verzoeker of een derde een
stuk onder zich heeft dat het bewijs van het bestaan inhoudt inzake een staking van betaling, de voorwaarden van de vaststelling van de datum van staking van betaling, de opening van een procedure van gerechtelijke reorganisatie of een ter zake doend stuk aangaande andere beslissingen die tijdens de insolventieprocedure kunnen worden genomen en onverminderd de toepassing door de rechtbank van artikel 877 van het Gerechtelijk Wetboek, kan de gedelegeerd rechter of de rechter-commissaris op vordering van iedere belanghebbende bevelen, overeenkomstig de artikelen 877 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek, dat het stuk of een afschrift ervan bij een insolventiedossier wordt gevoegd.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.7.[
1 De rechtbank onderzoekt ambtshalve alle omstandigheden die relevant zijn voor de insolventieprocedure en beveelt ambtshalve elke
nuttige onderzoeksmaatregel. Zij kan in dit verband
getuigen horen en deskundigen aanstellen. In het kader van deze onderzoeksmaatregelen houdt de rechtbank rekening met de bijzondere regels die de ondernemingen bedoeld in artikel I.1.14°, beheersen en past, zo hiertoe aanleiding is, [
2 artikel XX.1, § 3]
2, toe.
De rechter kan ambtshalve in de rechtsplegingen in dit boek bedoeld de rechtsdag bepalen en is daartoe niet gebonden door akkoorden die de partijen hebben gesloten.
Tegen deze maatregel staat geen rechtsmiddel open.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
(2)<W
2018-04-15/14, art. 216, 059; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.8. [
1 Natuurlijke personen die niet bijgestaan worden door een raadsman of rechtspersonen met een maatschappelijke zetel in het
buitenland kunnen steeds papieren akten neerleggen op de griffie, of, in geval van een faillissement, bij de curator.
De neerlegging op de griffie, of, in geval van een faillissement, bij de curator, in papieren vorm blijft mogelijk wanneer het register tijdelijk buiten werking is.
Het omzetten van op materiële drager opgemaakte of neergelegde stukken naar een elektronisch dossier wordt verricht door opname in het elektronisch dossier via elektronische lezing en bevestiging van de conformiteit met het elektronisch gelezen document door de griffier of in voorkomend geval door de curator.
De griffier levert, zo nodig, een papieren afschrift van de elektronische gegevens af.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.9. [
1 Onverminderd de bepalingen van artikel 32ter van het Gerechtelijk Wetboek, vindt
elke kennisgeving of mededeling of neerlegging bepaald in dit boek aan, bij of door een insolventiefunctionaris, een gedelegeerd rechter of rechter-commissaris plaats
via het register.
Wanneer dit boek een mededeling of kennisgeving voorschrijft of oplegt, geldt de plaatsing van het bericht in het register als mededeling of kennisgeving, mits hiervan een elektronische melding gebeurt aan de betrokkene.
De datum van neerlegging, kennisgeving of mededeling wordt vastgesteld door het register. Het register levert een ontvangstbericht of verzendbericht af voor elke neerlegging, kennisgeving of mededeling. In de gevallen bedoeld in artikel XX.8, tweede lid, is de datum van ontvangst de datum waarop de akte bij de bestemmeling toekomt. De eindbestemmeling levert een ontvangstbericht af.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.10. [
1 Onverminderd elke kennisgeving of betekening die elders is gedaan, gebeuren de bekendmakingen bevolen krachtens dit boek in het
Belgisch Staatsblad.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.11. [
1 Waar dit boek voorschrijft dat handelingen
schriftelijk geschieden, wordt hieraan voldaan indien het stuk is neergelegd door een elektronisch geauthentiseerd persoon via het register en neergelegd met een elektronische handtekening.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.12. [
1 § 1.
De insolventierechtbank gelegen in het rechtsgebied waarin op de dag dat de rechtbank wordt gevat, het
centrum van de voornaamste belangen van de schuldenaar gelegen is, is uitsluitend bevoegd een insolventieprocedure te openen.
Bij vennootschappen en rechtspersonen wordt, zolang het tegendeel niet is bewezen, het centrum van de voornaamste belangen vermoed de plaats van de maatschappelijke zetel te zijn. Dit vermoeden geldt alleen indien de maatschappelijke zetel in de drie maanden voorafgaand aan het aanvragen van de insolventieprocedure niet naar een ander rechtsgebied is overgebracht.
In het geval van een natuurlijke persoon die een vrij beroep of andere activiteit als zelfstandige uitoefent, wordt, zolang het tegendeel niet is bewezen, het centrum van de voornaamste belangen vermoed de plaats van diens hoofdvestiging te zijn, of, indien het de titularis van een vrij beroep betreft onderworpen aan een inschrijving, de plaats waar zijn hoofdinschrijving is. Dit vermoeden geldt alleen indien de hoofdvestiging in de drie maanden voorafgaand aan het aanvragen van de insolventieprocedure niet naar een ander rechtsgebied is overgebracht.
§ 2. Elke afdeling van de rechtbank is bevoegd om kennis te nemen van een insolventieprocedure, onverminderd de mogelijkheid geboden aan de rechtbank om bij haar reglement de bevoegdheid van de afdelingen af te bakenen met toepassing van artikel 186 van het Gerechtelijk Wetboek.
§ 3. De afdeling waarbij de zaak eerst aanhangig wordt gemaakt, heeft voorrang op die waarvoor zij later wordt aangebracht.
§ 4. Paragraaf 1 is van toepassing op de procedure bedoeld in artikel XX.32. De rechtbank die de beslissing tot ontneming van het beheer heeft genomen, is uitsluitend bevoegd om het faillissement van de schuldenaar uit te spreken gedurende de termijn bepaald in artikel XX.32, § 5, vierde lid.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.13. [
1 De rechtbank bevoegd om kennis te nemen van een insolventieprocedure betreffende een onderneming is bevoegd om kennis te nemen van insolventieprocedures betreffende een met deze onderneming verbonden onderneming. Zij kan een
gemeenschappelijke insolventiefunctionaris aanstellen voor alle procedures.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.14.[
1 De rechtbank bevoegd om kennis te nemen van een insolventieprocedure betreffende een onderneming bepaald in [
2 artikel I.1, eerste lid, 1°, c)]
2, of een rechtspersoon waarvan de vennoten onbeperkt aansprakelijk zijn, is bevoegd om kennis te nemen van insolventieprocedures betreffende de vennoten van deze onderneming. Zij kan een gemeenschappelijke insolventiefunctionaris aanstellen voor alle procedures.]
1 [
2 Het openen van een insolventieprocedure ten aanzien van een onderneming waarvan de vennoten onbeperkt aansprakelijk zijn, houdt niet noodzakelijk de opening van eenzelfde insolventieprocedure ten aanzien van de onbeperkt aansprakelijke vennoten in.]
2 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
(2)<W
2018-04-15/14, art. 217, 059; Inwerkingtreding : 01-05-2018>