HOOFDSTUK 3. [1 - Gerechtelijke reorganisatie door een collectief akkoord]1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.67. [
1 De procedure van het collectief akkoord heeft het doel een akkoord van de schuldeisers te verkrijgen over een reorganisatieplan.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.68. [
1 § 1. De schuldeiser in de opschorting of elke derde belanghebbende die het bedrag of de hoedanigheid van zijn schuldvordering betwist met toepassing van artikel XX.49, § 2, dient het verzoekschrift in uiterlijk een maand voor de in artikel XX.78 bedoelde zitting.
De rechtbank beslist, uiterlijk vijftien dagen voor dezelfde zitting op verslag van de gedelegeerd rechter, over het bedrag of de hoedanigheid van de schuldvordering. De griffie geeft kennis van de beslissing aan de schuldeiser en aan de schuldenaar via het register.
§ 2. Indien geen enkele betwisting werd gebracht voor de rechtbank uiterlijk een maand voor de in artikel XX.78 bedoelde rechtszitting kan de betrokken schuldeiser, onverminderd de toepassing van artikel XX.69, enkel stemmen en in het plan worden opgenomen voor het bedrag voorgesteld door de schuldenaar in de in artikel XX.49 bedoelde mededeling.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.69. [
1 Indien de betwisting niet tot haar bevoegdheid behoort, bepaalt de rechtbank het bedrag of de hoedanigheid waarvoor de schuldvordering voorlopig zal aanvaard worden in de werkzaamheden van de gerechtelijke reorganisatie en verwijst de partijen naar de bevoegde rechtbank opdat die ten gronde oordeelt. Hetzelfde geldt indien de betwisting tot haar bevoegdheid behoort maar de beslissing over de betwisting niet binnen een voldoende korte termijn zou kunnen worden genomen.
Op verslag van de gedelegeerd rechter kan de rechtbank op elk ogenblik, in geval van volstrekte noodzakelijkheid en op eenzijdig verzoekschrift van de schuldenaar of een schuldeiser, de beslissing tot vaststelling van het bedrag of de hoedanigheid van de schuldvordering in de opschorting wijzigen op basis van nieuwe elementen.
Tegen het vonnis dat het voorlopig aanvaarde bedrag of de hoedanigheid van de schuldvordering bepaalt, staat geen enkel rechtsmiddel open.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.70. [
1 § 1. Tijdens de opschorting werkt de schuldenaar een plan uit samengesteld uit een beschrijvend en een bepalend gedeelte.
In voorkomend geval staat de gerechtsmandataris of de ondernemingsbemiddelaar aangesteld door de rechtbank met toepassing van de artikelen XX.31 of XX.36 de schuldenaar bij om het plan op te stellen.
§ 2. Het beschrijvend gedeelte van het plan beschrijft de staat van de onderneming, de moeilijkheden die ze ondervindt en de middelen waarmede zij deze wil verhelpen.
Het omschrijft nader hoe de schuldenaar de rendabiliteit van de onderneming zal herstellen.
§ 3. Het bepalend gedeelte van het plan bevat de maatregelen om de schuldeisers in de opschorting opgenomen op de lijst bedoeld in de artikelen XX.41, § 2, 7°, en XX.77, te voldoen.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.71. [
1 Het reorganisatieplan beschrijft nauwkeurig de rechten van alle personen die titularis zijn van schuldvorderingen in de opschorting en van de wijziging van de rechten ten gevolge van de stemming en de homologatie van het reorganisatieplan.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.72.[
1 Het plan vermeldt de voorgestelde betalingstermijnen en de verminderingen op de schuldvorderingen in de opschorting, in kapitaal en interest, verhogingen, boeten en kosten. Het kan behalve wat schuldvorderingen van de entiteiten bedoeld in [
2 artikel I.1, tweede lid, 1°, c)]
2, betreft, in de omzetting van schuldvorderingen in aandelen voorzien. Het kan ook voorzien in een gedifferentieerde regeling voor bepaalde categorieën van schuldvordering onder meer op grond van de omvang of de aard ervan. Het plan kan eveneens in een maatregel voorzien voor de verzaking aan de interest, verhogingen, boeten en kosten of de herschikking van de betaling ervan, alsook in de prioritaire aanrekening van betalingen op de hoofdsom van de schuldvordering.
Het plan vermeldt welke schuldvorderingen nog betwist zijn met toepassing van de artikelen XX.49 of XX.68, ten einde belanghebbenden in te lichten over de omvang en hun grondslag.
Het plan kan ook de gevolgen evalueren die de goedkeuring van het plan zou meebrengen voor de betrokken schuldeisers.
Het kan ook bepalen dat geen schuldvergelijking mogelijk zal zijn tussen de schuldvorderingen in de opschorting en de schulden van de schuldeiser-titularis die zijn ontstaan na de homologatie. Een dergelijk voorstel kan niet gedaan worden met betrekking tot samenhangende vorderingen.
Wanneer de continuïteit van de onderneming een vermindering van de loonmassa vereist, wordt in een sociaal luik van het reorganisatieplan voorzien, voor zover over een dergelijk plan niet eerder was onderhandeld. In voorkomend geval kan het in ontslagen voorzien.
Bij de uitwerking van dit plan worden de vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad, of, indien er geen is, in het comité voor preventie en bescherming op het werk, of, indien er geen is, de vakbondsafvaardiging of, indien er geen is, een werknemersafvaardiging gehoord.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
(2)<W
2018-04-15/14, art. 227, 059; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.73. [
1 De voorstellen bevatten voor alle schuldeisers een betalingsvoorstel dat niet minder dan 20 procent van het bedrag van de schuldvordering in hoofdsom mag bedragen.
Als het plan in een gedifferentieerde behandeling van de schuldeisers voorziet, mag de behandeling van de openbare schuldeisers die een algemeen voorrecht genieten, niet minder gunstig zijn dan die welke de best behandelde gewone schuldeisers in de opschorting genieten. Overeenkomstig het derde lid en met een strikte motivering kan in een lager percentage worden voorzien.
Het plan kan voor de hierboven vermelde schuldeisers of categorieën van schuldeisers, lagere percentages voorstellen op basis van dwingende en met redenen omklede vereisten die verband houden met de continuïteit van de onderneming.
Het reorganisatieplan kan niet voorzien in:
- een vermindering of kwijtschelding van schuldvorderingen in de opschorting ontstaan uit arbeidsprestaties met uitsluiting van de fiscale of sociale bijdragen of schulden;
- een vermindering van de onderhoudsschulden, noch van de schulden die voor de schuldenaar voortvloeien uit de verplichting tot herstel van de door zijn schuld veroorzaakte schade die verbonden is aan het overlijden of aan de aantasting van de lichamelijke integriteit van een persoon;
- een vermindering of kwijtschelding van strafrechtelijke boeten.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.74. [
1 Onverminderd de betaling van de interest die hen conventioneel of wettelijk op hun schuldvorderingen verschuldigd is, kan het plan in de opschorting voorzien van de uitoefening van de bestaande rechten van de buitengewone schuldeisers in de opschorting, voor een duur die vierentwintig maanden niet mag overschrijden vanaf het vonnis van homologatie bedoeld in artikel XX.79.
Het plan kan onder dezelfde voorwaarden in een buitengewone verlenging van die opschorting voorzien voor een termijn van maximum twaalf maanden. In dit geval bepaalt het plan dat bij het verstrijken van de eerste termijn die voor de opschorting is bepaald, de schuldenaar aan de rechtbank, nadat zijn schuldeiser is gehoord, het bewijs moet leveren dat de financiële toestand en verwachte inkomsten van de onderneming na het verstrijken van deze periode de integrale terugbetaling van de betrokken buitengewone schuldeisers in de opschorting redelijkerwijze mogelijk maken, en dat bij ontstentenis van dit bewijs de rechtbank beveelt dat een einde wordt gemaakt aan die opschorting.
Behoudens hun individuele toestemming of een minnelijk akkoord gesloten overeenkomstig artikel XX.37 of XX.65, waarvan een kopie is gevoegd bij het plan op het ogenblik van de neerlegging in het register, mag het plan geen enkele andere maatregel bevatten die de rechten van die schuldeisers aantast.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.75. [
1 Het reorganisatieplan kan voorzien in de vrijwillige overdracht van het geheel of een gedeelte van de activa of van de activiteiten.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.76. [
1 De uitvoeringstermijn van het plan mag niet langer zijn dan vijf jaar, te rekenen van de homologatie ervan.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.77. [
1 De schuldenaar legt minstens twintig dagen voor de rechtszitting bepaald in het vonnis bedoeld in artikel XX.48 in het register, het plan neer bedoeld in artikel XX.70 alsook de lijst van de schuldeisers, desgevallend aangepast met toepassing van de artikelen XX.49 of XX.68, met vermelding van de lopende betwistingen van schuldvorderingen of aangepast om rekening te houden met de eventuele verrichte betalingen met toepassing van artikel XX.53, eerstej lid.
Zodra het plan in het register geplaatst is, ontvangen de schuldeisers in de opschorting, opgenomen op de lijst van de schuldeisers door toedoen van de griffier, een bericht, dat vermeldt:
- dat dit plan onderzocht wordt en dat zij het kunnen raadplegen in het register;
- de plaats, datum en uur waarop de zitting zal plaatsvinden waarop zal overgegaan worden tot de stemming over dit plan, en die zal gehouden worden ten minste vijftien dagen na dit bericht;
- dat zij op de zitting, hetzij schriftelijk, hetzij mondeling, hun opmerkingen met betrekking tot het voorgestelde plan zullen kunnen formuleren;
- dat enkel de schuldeisers in de opschorting op wier rechten het plan een weerslag heeft, aan de stemming kunnen deelnemen.
De gedelegeerd rechter kan beslissen dat de medeschuldenaars, de borgen en de andere persoonlijke zekerheidstellers deze mededeling ook zullen ontvangen en dat zij op dezelfde wijze hun opmerkingen kunnen laten gelden.
De schuldenaar informeert de vertegenwoordigers van de werknemers, bedoeld in artikel XX.72, laatste lid, over de inhoud van dit plan met inbegrip van de rechten van de buitengewone schuldeisers die werden gewijzigd met toepassing van artikel XX.73.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.78. [
1 Op de dag gemeld aan de schuldeisers overeenkomstig artikel XX.77, hoort de rechtbank het verslag van de gedelegeerd rechter dat deze uiterlijk twee werkdagen vooraf neerlegt in het register, en de middelen van de schuldenaar en de schuldeisers.
Het reorganisatieplan wordt geacht goedgekeurd te zijn door de schuldeisers wanneer de meerderheid van hen, vertegenwoordigd door hun schuldvorderingen, de helft van alle in hoofdsom verschuldigde bedragen vertegenwoordigen, voor stemmen.
De schuldeiser neemt deel aan de stemming in persoon, per geschreven in het register neergelegde volmacht of via de door hem aangestelde advocaat die zonder bijzondere volmacht kan optreden.
De geschreven volmacht moet minstens twee werkdagen voor de rechtszitting bepaald in het vonnis bedoeld in artikel XX.47 in het register zijn neergelegd.
Voor de berekening van de meerderheden wordt rekening gehouden met de schuldeisers en de verschuldigde bedragen neergelegd door de schuldenaar overeenkomstig artikel XX.77, alsmede door de schuldeisers wier schuldvorderingen achteraf voorlopig werden toegevoegd in toepassing van de artikelen XX.68 en XX.69.
Met de schuldeisers die niet aan de stemming deelnamen en hun schuldvorderingen wordt geen rekening gehouden bij het berekenen van de meerderheden.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.79. [
1 § 1. Binnen vijftien dagen na de zitting, en in elk geval vóór de vervaldag van de met toepassing van de artikelen XX.48 en XX.59 bepaalde opschorting, beslist de rechtbank of zij al dan niet het reorganisatieplan homologeert.
§ 2. Indien de rechtbank oordeelt dat de pleegvormen niet werden nageleefd of dat het plan de openbare orde schendt, mag zij bij een met redenen omklede beslissing en vooraleer recht te doen, aan de schuldenaar toestaan een aangepast reorganisatieplan aan de schuldeisers voor te leggen volgens de pleegvormen van artikel XX.77. De rechtbank vermeldt in een enkele beslissing alle bezwaren die zij meent te moeten opwerpen ten aanzien van het voorgelegde reorganisatieplan. In dit geval beslist zij dat de periode van opschorting wordt verlengd, zonder dat de bij artikel XX.59 bepaalde maximumtermijn echter kan worden overschreden. Zij stelt ook de datum vast van de zitting waarop zal overgegaan worden tot de stemming over het plan. Tegen de op grond van deze paragraaf gewezen beslissingen kan slechts hoger beroep of verzet worden ingesteld samen met het eindvonnis over de homologatie.
§ 3. De homologatie kan slechts geweigerd worden in geval van niet-naleving van de pleegvormen die door deze wet worden opgelegd of wegens schending van de openbare orde.
Ze kan niet aan enige voorwaarde onderworpen worden die niet in het reorganisatieplan vervat is noch er enige wijziging in aanbrengen.
§ 4. Onder voorbehoud van de betwistingen die voortvloeien uit de uitvoering van het reorganisatieplan, sluit het vonnis dat oordeelt over de homologatie, de reorganisatieprocedure af.
Het wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt, door toedoen van de griffier.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.80. [
1 De rechtbank oordeelt over de homologatie niettegenstaande elke vervolging die is ingesteld tegen de schuldenaar of zijn bestuurders.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.81. [
1 Tegen het vonnis dat oordeelt over de homologatie staat geen verzet open.
Hoger beroep kan worden ingesteld door de schuldenaar, indien de homologatie wordt geweigerd, en door de partijen die tijdens de procedure in het geding bij verzoekschrift zijn tussengekomen, indien de homologatie wordt toegekend. Het door een schuldeiser ingestelde hoger beroep is gericht tegen alle partijen die in het geding zijn tussengekomen alsook tegen de schuldenaar.
Het hoger beroep wordt ingesteld bij verzoekschrift dat op de griffie van het hof van beroep wordt neergelegd binnen vijftien dagen na de kennisgeving van het vonnis. Het kan worden ingesteld zelfs voor de bekendmaking van de beslissing over de homologatie.
De zaak wordt behandeld, bij hoogdringendheid, op de inleidingszitting of op een nabijgelegen zitting. De gedelegeerd rechter wordt gehoord in zijn verslag. Het verslag kan evenwel ook schriftelijk worden gedaan en moet dan neergelegd worden in het register uiterlijk twee dagen voor de zitting.
De rechter in hoger beroep beschikt over de mogelijkheden geboden in artikel XX.79.
De griffier van het hof van beroep geeft bij gerechtsbrief kennis van het verzoekschrift aan de geïntimeerden en, in voorkomend geval, aan hun advocaat, uiterlijk op de eerste werkdag na de neerlegging ervan.
Als het vonnis de homologatie verwerpt, schort het hoger beroep de uitspraak op.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.82. [
1 De homologatie van het reorganisatieplan maakt het bindend voor alle schuldeisers in de opschorting.
De betwiste, maar na de homologatie gerechtelijk erkende schuldvorderingen in de opschorting, worden betaald op de wijze die is bepaald voor de schuldvorderingen van dezelfde aard. In geen geval kan de uitvoering van het reorganisatieplan geheel of gedeeltelijk opgeschort worden door de met betrekking tot deze betwistingen genomen beslissingen.
De schuldvorderingen in de opschorting die niet opgenomen zijn in de in artikel XX.41, § 2, 7°, bedoelde lijst noch in het reorganisatieplan, in voorkomend geval gewijzigd met toepassing van artikel XX.68, en die geen aanleiding hebben gegeven tot betwisting, worden betaald na de volledige uitvoering van het plan, op de wijze die is bepaald voor de schuldvorderingen van dezelfde aard. Indien de schuldeiser echter niet behoorlijk werd ingelicht tijdens de opschorting, wordt hij betaald op de wijze en in de mate die het gehomologeerd plan bepaalt voor gelijkaardige schuldvorderingen.
Tenzij het plan uitdrukkelijk anders bepaalt, bevrijdt de volledige uitvoering ervan de schuldenaar geheel en definitief, voor alle schuldvorderingen die erin voorkomen.
Artikel XX.111, 2°, is niet van toepassing op de betalingen verricht door de schuldenaar in het kader van de uitvoering van het plan.
Onverminderd de artikelen 2043bis tot 2043octies van het Burgerlijk Wetboek en onverminderd de gevolgen van een bijzonder akkoord bedoeld in artikel XX.74, komt het plan de medeschuldenaars en de stellers van persoonlijke zekerheden niet ten goede. Het standpunt van een schuldeiser betreffende het plan, doet geen afbreuk aan de rechten die de schuldeiser kan laten gelden tegen de derde die zekerheid heeft gesteld.
De gevolgen van het collectief akkoord komen ten goede aan de natuurlijke persoon die kosteloos een persoonlijke zekerheid heeft gesteld voor de schuldenaar en wiens verzoek, bedoeld in artikel XX.54, § 3, werd ingewilligd.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.83. [
1 Elke schuldeiser kan, door de dagvaarding van de schuldenaar, de intrekking van het reorganisatieplan vorderen wanneer het niet stipt wordt uitgevoerd, of wanneer hij aantoont dat het niet anders zal kunnen en dat hij er schade door zal lijden. De procureur des Konings kan op dezelfde wijze de intrekking vorderen wanneer hij de niet-uitvoering van het geheel of een gedeelte van het plan vaststelt.
De rechtbank oordeelt, na de schuldenaar te hebben gehoord. Het vonnis dat het plan intrekt, wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad door toedoen van de griffier. Indien het vonnis betrekking heeft op een beroepsbeoefenaar van een vrij beroep bedoeld in artikel I.1.14°, geeft de griffier hiervan kennis aan de Orde of Instituut waartoe de titularis van een vrij beroep behoort.
De faillietverklaring van de schuldenaar leidt van rechtswege tot de intrekking van het reorganisatieplan.
De intrekking van het reorganisatieplan ontneemt het elke uitwerking, behoudens wat betreft de reeds uitgevoerde betalingen en verrichtingen, onder meer de reeds verrichte overdracht van het geheel of een gedeelte van de activa of van de activiteiten. De intrekking heeft tot gevolg dat de schuldenaar en de schuldeisers zich in dezelfde toestand bevinden, behalve wat de voornoemde elementen betreft, als er geen gehomologeerd reorganisatieplan zou geweest zijn.
De rechtbank kan ambtshalve, vanaf de eerste verjaardag van de homologatiebeslissing, de schuldenaar jaarlijks oproepen om verslag uit te brengen over de uitvoering van het collectief akkoord. De verklaringen van de schuldenaar worden door de griffier opgenomen om gevoegd te worden bij het dossier van de gerechtelijke reorganisatie.
Op gemotiveerd verzoek van de schuldenaar, kan de rechtbank bij vonnis vaststellen dat het reorganisatieplan correct werd uitgevoerd, mits bewijs van uitvoering van het reorganisatieplan volgens de voorwaarden of met akkoord van de betrokken schuldeisers in afwijking ervan.]
1 ----------
(1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>