HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme
Afdeling 1. - Beperking van de betalingen in contanten
Art. 170. In artikel 20, eerste lid, van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, gewijzigd bij de wet van 18 januari 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden " 15 000 euro " worden vervangen door de woorden " 5 000 euro ";
2° de woorden " , uitgezonderd voor een bedrag tot 10 % van de prijs van de verkoop, en voor zover dit bedrag niet hoger is dan 15 000 euro " worden opgeheven.
Art. 171. In artikel 21 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 18 januari 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden " evenals de prijs van één of meerdere dienstprestaties geleverd door een dienstverstrekker, " worden ingevoegd tussen de woorden " handelaar van één of meerdere goederen " en de woorden " voor een bedrag van ";
2° de woorden " 15 000 euro " worden vervangen door de woorden " 5 000 euro ";
3° de woorden " of de dienstprestatie " worden ingevoegd tussen de woorden " ongeacht of de verkoop " en " plaatsvindt in één verrichting ";
4° na de woorden " mag niet in contanten worden vereffend " worden de woorden " uitgezonderd voor een bedrag dat 10 % van de prijs van de verkoop of de dienstprestatie niet overstijgt, en voor zover dit bedrag niet hoger is dan 5000 euro " ingevoegd;
5° het artikel wordt aangevuld met de volgende leden :
" Wanneer de voornoemde bepaling niet werd nageleefd, brengt de betrokken handelaar of dienstverstrekker dit onmiddellijk schriftelijk of elektronisch ter kennis van de Cel voor financiële informatieverwerking.
Na advies van de Cel voor financiële informatieverwerking en na overleg met de vertegenwoordigers van de betrokken sectoren, legt de Koning bij besluit vast welke handelaren en dienstverstrekkers verplicht zijn de niet-naleving van het eerste lid ter kennis te brengen van de Cel voor financiële informatieverwerking.
Met ingang van 1 januari 2014 verlaagt dit bedrag tot 3 000 euro. De Koning kan deze verlaging versneld invoeren bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad. ".
Art. 172. In artikel 41 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 18 januari 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid worden de woorden " bepalingen van artikel 21 " vervangen door de woorden " bepalingen van artikel 21, eerste lid, ";
2° het eerste lid wordt aangevuld met de woorden " De schuldenaar en de schuldeiser zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de geldboete. ";
3° in het tweede lid worden de woorden " overtredingen op artikel 21 " vervangen door de woorden " overtredingen op artikel 21, eerste lid, ".
Afdeling 2. - Gestructureerde samenwerking van de CFI en het COIV
Art. 173. Artikel 34 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, gewijzigd bij de wet van 18 januari 2010, wordt aangevuld met een lid, luidende :
" In geval van verzet tegen een voorgenomen verrichting, bedoeld in artikel 23, § 2, en wanneer de Cel binnen de termijn van dit verzet de informatie overmaakt aan de bevoegde procureur des Konings of aan de federale procureur, verwittigt de Cel ook onverwijld het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring. Deze informatie zal eveneens worden overgemaakt wanneer de Cel in toepassing van het tweede lid de bevoegde procureur des Konings of de federale procureur op de hoogte stelt wanneer tegoeden van significante waarde, van welke aard ze ook zijn, beschikbaar zijn voor een mogelijke gerechtelijke inbeslagneming. ".
Afdeling 3. - Betere informatie-uitwisseling
Art. 174. In artikel 33 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, gewijzigd bij de wet van 18 januari 2010, wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende :
" De ambtenaren van de administratieve diensten van de Staat, de curatoren in een faillissement, de voorlopige bewindvoerders bedoeld in artikel 8 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, die, bij de uitoefening van hun opdrachten of bij de uitoefening van hun beroep, feiten vaststellen waarvan zij weten of vermoeden dat ze verband houden met het witwassen van geld of met de financiering van terrorisme, moeten de Cel voor financiële informatieverwerking daarvan onmiddellijk schriftelijk of elektronisch op de hoogte brengen. Zodra de Cel deze inlichtingen heeft ontvangen, oefent ze haar bevoegdheden uit conform het eerste lid en artikel 22, § 2. ".
Afdeling 4. - Verzet van de CFI tegen de uitvoering van verrichtingen
Art. 175. In artikel 23, § 2, van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, vervangen bij de wet van 18 januari 2010, wordt het laatste lid vervangen als volgt :
" Dit verzet verhindert de uitvoering van de verrichtingen bedoeld in het eerste lid, tijdens maximaal vijf werkdagen te rekenen vanaf de kennisgeving. Een werkdag is elke dag met uitsluiting van een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag. ".
Art. 176. Artikel 30, § 2, van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 18 januari 2010, wordt vervangen als volgt :
" § 2. Het verbod waarvan sprake in § 1 is niet van toepassing op de kennisgeving aan de bevoegde overheden bedoeld in artikel 39, noch op de kennisgeving voor repressieve doeleinden, noch in geval van verzet na verloop van twee werkdagen van de termijn bedoeld in artikel 23, § 2, derde lid ".
Afdeling 5. - Inwerkingtreding
Art. 177. Artikel 170, 2°, treedt in werking op 1 januari 2014.