België moet 700 miljoen euro terugvorderen van bedrijven

De beslissing van de Europese Commissie komt niet onverwacht, maar toch had minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) eind vorig jaar nog de hoop om via onderhandelingen de beslissing af te zwakken.

De EU-Commissie vraagt nu echter dat België meer dan 700 miljoen euro terugvordert van 35 multinationale bedrijven. Volgens de Commissie zijn die "excess profit rulings" een vorm van illegale staatssteun en moet dat geld dus terugbetaald worden.

EU-commissaris Margarethe Vestager (boven) stelt het zo: "België heeft een beperkt aantal multinationals substantiële belastingvoordelen gegeven die een inbreuk vormen op de EU-regels inzake staatssteun. Dit verstoort de concurrentie ten nadele van kleinere concurrenten die niet op gelijke voet kunnen concurreren".

Het gaat om een maatregel van de regering-Verhofstadt in 2005. Die wou met een gunstig belastingtarief grote internationale bedrijven -en dus jobs- naar ons land lokken. Concreet bood de Belgische fiscus multinationals de mogelijkheid om hun bedrijfsbelasting te verminderen met "overwinst" of "excess profit" die zou toe te schrijven zijn aan het voordeel dat ze behoren tot een multinationale groep. Andere Europese landen vonden dat echter niet zo leuk en nu wil de Commissie blijkbaar ook een opbod naar neerwaartse bedrijfsbelastingen in de EU vermijden.

Voor de staatskas is het misschien gunstig dat er 700 miljoen euro binnenkomt zonder enige moeite, maar dat ligt anders voor het investeringsklimaat en de reputatie van ons land. Deze beslissing kan investeringen in de toekomst dan ook ontmoedigen.

Eén van de bedrijven die geld moeten terugbetalen, is de biergroep AB InBev. Binnen die groep was er -zeker na de megafusie met SABMiller- net discussie over het al dan niet handhaven van de hoofdzetel in Leuven. Sommigen wilden die net om belastingredenen overbrengen naar die van SABMiller in Londen.