Misbruik van kwetsbare personen wordt zwaarder bestraft


Nieuwe wetgeving in een notendop:

* Sekteleiders die zwakke personen misbruiken kunnen tot twee jaar cel en 5.500 euro boete krijgen. Misbruik is er als zij "het oordeelsvermogen van hun slachtoffer ernstig verstoren om hem een handeling te laten doen waardoor zijn fysieke of geestelijke integriteit zwaar wordt aangetast". Als ze daarbij "specifieke technieken" gebruiken of "ernstige of herhaalde druk uitoefenen" kan die straf oplopen tot vier jaar en 11.000 euro boete. Die straf hangt hen ook boven hoofd als ze hun activiteiten in een vereniging uitoefenen, wat meestal zo is.

* De minimumstraffen voor een hele reeks feiten worden verzwaard als het slachtoffer bejaard, zwanger, gehandicapt, "onvolwaardig" of ziek is. Zo geldt dat bijvoorbeeld voor bedreigingen met een aanslag, gijzeling, ontvoering, doodslag, slagen en verwondingen, niet betalen van onderhoudsgeld, oplichting, misbruik van vertrouwen, huisjesmelkerij.

* Oudermishandeling zal in de toekomst ook zwaarder worden bestraft als het slachtoffer een broer, zus, tante, nonkel, neef of nicht is. Momenteel is er al een strafverzwaring als het slachtoffer de vader, moeder of grootouder is.

* De straf voor schuldig verzuim komt van één op twee jaar als het slachtoffer in een kwetsbare positie zit. Momenteel heb je die straf van twee jaar alleen als het slachtoffer minderjarig is.

* Dokters en hulpverleners met een beroepsgeheim zullen hun beroepsgeheim mogen schenden en toch naar het gerecht kunnen stappen bij zwaar (seksueel) geweld tegen bejaarden, zieken, gehandicapten en zwangere vrouwen (slagen, moord, verkrachting, genitale verminking, achterlating...). Nu kunnen ze dat alleen als de slachtoffers minderjarig zijn. Deze verandering komt er omdat steeds meer gevallen bekend raken van mishandeling van bejaarden en gehandicapten door hun familie. Eén op de vijf ouderen krijgt te maken met mishandeling. In 2010 kreeg het Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling zo'n 500 meldingen.


Lees hier de tussenkomst van Sabien tijdens de plenaire zitting van de Kamer van 15 juni 2011:



Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, de oorsprong van deze tekst gaat eigenlijk terug naar de zittingsperiode 1995-1999, meer dan tien jaar geleden dus. In die periode was de onderzoekscommissie naar de sekten werkzaam. Zij heeft haar verslag afgeleverd in april 1997.In het slot van dit zeer uitvoerig verslag stonden traditioneel ook een aantal aanbevelingen. Het waren er een viertal waarvan ik er een citeer omdat ze belangrijk was bij het totstandkomen van deze tekst.

In de aanbevelingen werd onder andere gezegd dat het nodig was om de aanpassing en uitbreiding van het wetgevend arsenaal te verwezenlijken, rekening houdend met de gevaren die de schadelijke sektarische organisaties veroorzaken. Waarom werd deze aanbeveling geformuleerd? Aan de ene kant was er destijds - en nu nog steeds - de vaststelling dat heel wat strafrechtelijke misdrijven gepleegd door sekten reeds konden worden vervolgd maar - en daar knelt het schoentje - dat praktijken zoals beïnvloeden, bedreigen, onder druk zetten met mentale destabilisatie tot gevolg en aanzetten tot het plegen van zelfmoord, stuk voor stuk verschrikkelijke praktijken zijn die nog steeds zeer moeilijk vervolgbaar zijn.

Verschillende politieke partijen waaronder de PS - ik kijk naar de heer Frédéric - en ook mijn partij, de Open Vld - en ik wil in dit verband mijn vroegere collega Hilde Vautmans vermelden - hebben het initiatief genomen om deze aanbeveling om te zetten in een wetsvoorstel. De titel van ons wetsvoorstel luidde oorspronkelijk "Mentale destabilisatie en misbruik van personen in een verzwakte positie". Uiteindelijk is het een kortere titel geworden, met name "Misbruik van de zwakke toestand van personen". Door het wetsvoorstel werd een nieuw hoofdstuk in ons Strafwetboek ingevoerd met een zeer belangrijk nieuw artikel, zijnde artikel 442quater van het Strafwetboek.

Zoals reeds werd gezegd, werden er tijdens de vorige legislatuur hoorzittingen georganiseerd. Daaruit hebben wij vooral twee punten onthouden, namelijk ten eerste, de vraag naar een zo ruim mogelijke bescherming en ten tweede, het Franse voorbeeld, waardoor wij ook geïnspireerd werden bij het schrijven van onze tekst. De bespreking in de commissie voor de Justitie tijdens deze legislatuur verliep - en ik wil mijn woorden - ietwat apart, in die zin dat er los van de geschetste doelstelling zoals pas uitgelegd, door CD&V en het cdH werd geamendeerd in een andere richting, met name van de uitbreiding van de strafrechtelijke bescherming van bijzonder kwetsbare personen tegen mishandeling en tegen misbehandeling. Als gevolg van die amendering werden aan meer dan twintig artikelen in ons Strafwetboek wijzigingen aangebracht.

Zoals wij daarnet al konden horen vanuit verschillende hoeken, zijn wij tijdens de besprekingen twee verschillende richtingen uitgegaan, wat de coherentie geen deugd deed. Op een dergelijke vaststelling kunnen verschillende reacties volgen. De N-VA heeft afgehaakt omdat de tekst niet coherent genoeg was; zij zullen zich onthouden. Wij hebben een andere benadering, in die zin dat wij op die manier een dubbel doel bereiken.

Aan de ene kant is er de nieuwe strafbaarstelling, het nieuwe artikel 442quater van het Strafwetboek, heel belangrijk en al heel lang gevraagd. Aan de andere kant is er de strafverzwaring als er feiten worden gepleegd ten aanzien van een zwak iemand, iemand van wie de kwetsbare toestand duidelijk is of bekend was. Vandaar dat wij onmiddellijk in de bespreking zijn meegegaan.

Ik wil twee punten aanhalen die straks bij de goedkeuring van deze tekst in voege zullen treden en die heel belangrijk zijn op het terrein. Mevrouw Becq heeft het eerste punt al aangehaald. Het gaat meer bepaald om het feit dat dokters en hulpverleners hun beroepsgeheim zullen mogen schenden en naar het gerecht zullen kunnen stappen als zij zwaar geweld vaststellen tegen bejaarden, zieken, gehandicapten en zwangere vrouwen. Vandaag kunnen zij dat enkel doen als de slachtoffers minderjarig zijn. Dat is toch een heel belangrijke wijziging.

Vandaag is het niet mogelijk om een diefstal binnen de familie tussen echtgenoten, ouders en kinderen te vervolgen en te bestraffen. Zo heb ikzelf een aantal voorbeelden ervaren. Welnu, met onderhavige tekst maken wij het ook mogelijk dat diefstal, afpersing, oplichting en bedriegerij in familiekring worden vervolgd, op voorwaarde dat het slachtoffer kwetsbaar is.

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, Open Vld zal 14 jaar na de aanbevelingen van de bijzondere commissie het voorstel steunen.