Iustum Pretium vanuit het historisch perspectief mbt contractenrecht

Iustum Pretium vanuit het historisch perspectief mbt contractenrecht

Inleiding
Van Nispen tot Sevenaer maakt in een artikel in het Tijdschrift Themis duidelijk dat de diepere grondslag van de Iustum Pretium-leer de gelijkheid van alle mensen is. De Iustum Pretium-leer houdt in dat er een gerechtvaardigde prijs voor het product gevraagd wordt. Volgens Van Nispen tot Sevenaer dient de gemeenschap ervoor te zorgen, dat de goederen voor eenieder gelijkelijk van betekenis zijn. De voorkeur van de auteur voor een rechtvaardige prijs sluit aan bij het middeleeuwse tijdperk.Toen der tijd werd de Iustum Pretium-leer, die opgekomen is onder keizer Justianus, ontwikkeld tot een algemeen leerstuk. Vandaag de dag bestaat een dergelijke leer niet in Nederland en men vindt dat het ook zo moet blijven.

In Nederland
Er bestaat in het Nederlandse privaatrecht geen wetsartikel die de rechtvaardige prijs waarborgt. De prijs van een zaak of een vermogensrecht is een kernbeding en van partijen wordt verwacht dat zij deze bedingen zelf in de gaten houden. Partijen dienen dus onderling te bespreken wat deze rechtvaardige prijs inhoudt. Van Nispen tot Sevenaer is het hier niet mee eens. Hij stelt dat een dergelijke prijs ervoor zorgt, dat de één niet ten koste van de ander leeft en er dus een eerlijke verdeling moet zijn.

Dwingend recht
Hoewel Nederland in het huidige privaatrecht geen wet kent die de rechtvaardige prijs vaststelt, is er nog wel een spoor van de Iustum Pretium-leer te vinden. Het Nederlandse recht bevat namelijk dwingend recht over prijs van arbeid en huurwoningen binnen het sociale recht en de huurwet.

Vergeldende rechtvaardigheid
Aristoteles sprak ook van een soortgelijke rechtvaardigheid, namelijk de vergeldende rechtvaardigheid. De vergeldende rechtvaardigheid is erop gericht ongerechtvaardigde vermogensverschuivingen te corrigeren. Er moet dus al bij het sluiten van een transactie voor gezorgd worden, dat de herverdeling van vermogen eerlijk zal zijn. De Iustum Pretium-leer is om deze reden op zich een goede bescherming voor partijen bij een overeenkomst. Het grote probleem bij deze leer is, dat er geen algemene definitie van een rechtvaardige prijs bestaat.

Algemene definitie
Om een algemene definitie van een rechtvaardige prijs te geven kan men verschillende zienswijzen onderscheiden. Christian Thomasius, Albertus Magnus, de late scholastici, Thomas van Aquino bijvoorbeeld. Zij hadden allemaal een andere definitie voor een rechtvaardige prijs. Van Nispen tot Sevenaer neemt als definitie ‘gelijkheid’. Dit noemt hij tevens de diepere grondslag van de Iustum Pretium-leer, omdat alle mensen een gelijkelijk persoonlijke levensbestemming hebben, die zij in en door de staatsgemeenschap willen bereiken.

Voor- en tegenstanders
Willem Grosheide is ook een voorstander van de invoering van de Iustum Pretium-leer in de Nederlandse wetgeving. Naar zijn mening dient het overeenkomstenrecht op evenredigheid en evenwichtigheid gericht zijn. Kortom: het uitgangspunt van de geldigheid van een overeenkomst moet de aard der zaak en de evenredigheid der prestaties zijn. Deze zienswijze sluit aan bij die van Van Nispen tot Sevenaer, omdat hij van mening is dat ieder mens goederen, indien nodig, moet kunnen ruilen en dat dit slechts mogelijk is als het ruilverkeer op gelijkheid van prestaties berust.
Een tegenstander van de Iustum Pretium-leer is Hartlief. Hij is van mening, dat partijen het evenwicht in een overeenkomst bepalen en de rechter pas mag ingrijpen als niet in vrijheid is gekozen.

Conclusie
Men heeft in Nederland gekozen voor het niet toetsen van kernbedingen op hun mogelijk onredelijk bezwarend karakter. Partijen dienen zelf hierover te onderhandelen en in de gaten te houden. Kortom: in Nederland is de autonomie van partijen het heersende idee. Het onderhandelingsproces moet eerlijk zijn en mag getoetst worden, maar niet de uitkomst daarvan. Partijen zijn daar immers zelf verantwoordelijk voor. Indien een beding niet in vrijheid tot stand is gekomen, mag de rechter ingrijpen. Van Nispen tot Savenaer en Willem Grosheide zijn voorstanders van het invoeren van een rechtvaardige prijs in het Nederlandse privaatrecht, maar doordat er geen strakke algemene definitie is en men door de eeuwen heen het daar ook niet over eens is kunnen worden is men van mening dat het niet praktisch uitvoerbaar is.

To view or add a comment, sign in

Explore topics