Direct naar artikelinhoud
Fertiliteit

Van een huidcel een kind maken: willen we dat?

Via ivg zouden, in theorie althans, baby's verwekt kunnen worden uit huidcellen.

Volgens wetenschappers is het een kwestie van tijd voor we ei- en zaadcellen kunnen kweken uit huidcellen en zo kinderen op de wereld zetten. "Ivg kan het begrip voortplanting op zijn kop zetten."

In Japan en China zijn stamcelexperts er het afgelopen jaar in geslaagd om in hun laboratoria geslachtscellen te ontwikkelen. Eén slaagde erin door huidcellen in een muizenstaart om te vormen tot eicellen. De ander deed een gelijkaardig iets om tot zaadcellen te komen. In beide experimenten vond ook een bevruchting met natuurlijk materiaal plaats, en werden vervolgens gezonde muisjes geboren.

'In-vitrogametogenese' heet de techniek die beide experts gebruikten, oftewel ivg. Daarbij worden cellen in ons lichaam, zoals huidcellen, geherprogrammeerd tot stamcellen. Door bepaalde stoffen toe te voegen, zouden die tot een ei- of zaadcel kunnen ontwikkelen. Die cel zou dan kunnen worden bevrucht in een proefbuis, en vervolgens in een baarmoeder worden ingebracht.

Ivg blijkt een domein te zijn dat zich in een razendsnel tempo ontwikkelt. Zo snel zelfs dat sommige wetenschappers menen dat over vijf tot tien jaar ergens ter wereld wel een kind zal worden geboren zonder dat er een natuurlijke sperma- of eicel aan te pas komt.

Een eerste stapje

Dat het snel gaat, erkent ook professor Mieke Geens van de vakgroep Reproductiviteit en Genetica aan de Vrije Universiteit Brussel. Ze acht het realistisch dat de techniek over vijf tot tien jaar op de mens kan worden toegepast. Maar een kind ziet ze via ivg daarom nog niet geboren worden. "Daarvoor weten we nog te weinig over de veiligheid. De ei- en zaadcellen mogen dan op de natuurlijke versies lijken, we hebben op dit moment geen flauw benul of hiermee ook gezonde baby's kunnen worden voortgebracht. De experimenten met muizen zijn slechts een eerste stapje. Voor de techniek daadwerkelijk kan worden gebruikt, moeten we nog een heel lange weg afleggen."

Een van de grote moeilijkheden bij ivg is wat wetenschappers de meiose noemen: dat is de unieke celdeling die nodig is bij geslachtelijke voortplanting. Een eicel en een spermacel moeten namelijk elk de helft van het normale aantal chromosomen bevatten, zodat bij de bevruchting een embryo een volledige set heeft. Wetenschappers hebben dat aspect nog niet goed kunnen doorgronden, legt fertiliteitsexperte en professor Petra De Sutter (Universiteit Gent) uit. Ook zij volgt de ontwikkelingen met grote interesse op. "Ivg kan het begrip voortplanting op zijn kop zetten", meent ze.

Als de techniek op punt staat, dan zouden, in theorie althans, vervelende hormoonbehandelingen voor vrouwen die ivf kiezen, verleden tijd zijn. Ook zouden een te hoge leeftijd bij vrouwen en donatie geen issue meer zijn. "Homoseksuele en lesbische koppels zouden ook een genetisch eigen kind op de wereld kunnen zetten. En nog verder in de toekomst zou het ook mogelijk kunnen zijn voor een vrouw om, helemaal alleen, met een eigen ei- en zaadcel voor een nageslacht te zorgen. Mannen zouden dan zelfs helemaal overbodig worden." Kortom: met ivg kunnen onwaarschijnlijk veel grenzen verlegd worden.

"Mannen zouden zelfs helemaal overbodig kunnen worden"
Petra De Sutter, fertiliteitsexperte (UGent)

Essentieel is volgens De Sutter om eerst te achterhalen of we die grenzen wel willen verleggen. "Als de techniek efficiënt, betaalbaar en veilig blijkt, dan kunnen er makkelijk honderden eicellen en zaadcellen worden gemaakt, en vervolgens ook honderden embryo's waaruit de 'beste' kan worden gekozen. Willen we dat?" Ook zijn er juridische angels: wat als iemands huidcellen worden gebruikt zonder toestemming?

Debat

"Het is belangrijk dat we, als maatschappij, het debat aangaan. En liefst zo snel mogelijk. Je wil straks niet horen dat er in Mexico of Oekraïne een ivg-kind wordt geboren. Dan sta je voor voldongen feiten", zegt De Sutter.

Zelf maakt de fertiliteitsexperte deel uit van het SEGa-project. In dat project zoeken de universiteiten van Gent, Brussel en Maastricht samen uit hoe embryonale stamcellen in de richting van ei- en zaadcellen kunnen ontwikkelen. Ze betrekken ook ethici. "Via hen proberen we te weten te komen waarom zo veel mensen het belangrijk vinden om een genetisch eigen kind te hebben. Waarom is dit voor zovelen waardevoller dan een donor- of adoptiekind?"

"Het is belangrijk dat we, als maatschappij, het debat aangaan. En liefst zo snel mogelijk"
Petra De Sutter, fertiliteitsexperte (UGent)

Dat er in tussentijd toch al zoveel universiteiten met ivg bezig zijn, vinden zowel professor Geens als professor De Sutter logisch. Los van het feit of het ooit zal worden toegepast, kan dit soort van fundamenteel onderzoek ons erg veel leren over onvruchtbaarheid. Volgens hen kunnen bepaalde problemen en processen op deze manier beter worden bestudeerd, en mogelijk leiden tot andere fertiliteitstechnieken.