Moéten we alles doen wat we kunnen? Zijn naast de efficiëntie ook niet de betaalbaarheid en toegankelijkheid van belang? En wat met het belang en de rechten van het kind in onze snel evoluerende wereld? Hoe ver reikt de reproductieve autonomie van mensen? Deze vragen dienen voorwerp te zijn van breed maatschappelijk debat.

Het onderzoek gaat erg snel vooruit, maar we hebben in ons land een en ander goed geregeld. Er is de wet op het embryo-onderzoek uit 2003. En de wet op de medisch begeleide bevruchting van 2007. Deze wettelijke kaders zorgen ervoor dat er bij ons geen excessen zullen optreden, noch in het onderzoek, noch in de kliniek.

Toen het Britse parlement twee jaar geleden toestemming gaf aan een onderzoeksgroep om nucleaire transfer (NT) uit te voeren bij koppels waarvan de vrouw draagster is van een mitochondriale aandoening, stonden de kranten vol van het zogenaamde 'drie-ouder-kind'. Ter herinnering, hierbij gebruikt men het cytoplasma (met gezonde mitochondriën) van een donoreicel, maar het nucleair DNA is wel degelijk van de wensouders afkomstig. De ganse wereld was aan het wachten op de geboorte van het eerste NT-kind.

Ethische inzichten over wat goed en wat slecht is in verband met de voortplanting verschillen erg van land tot land.

Dat zag echter het licht niet in het Verenigd Koninkrijk, maar in Mexico. John Zang, de Amerikaanse arts die zorgde voor de wereldprimeur, legde het uit: "There are no rules here". In de Verenigde Staten mocht het niet, dan maar naar Mexico. Het tweede NT-kind werd begin dit jaar in Oekraïne geboren, een land dat in puin ligt en waar privéklinieken actief zijn waar de overheid nauwelijks het bestaan van afweet. De indicatie daar was geen erfelijke aandoening, maar onverklaarde onvruchtbaarheid en de NT werd uitgevoerd om de eicel van de patiënte 'te verjongen'... De eerste genetische modificatie van menselijke embryo's vond niet bij ons, maar in China plaats. Toen Amerikaanse wetenschappers menselijke stamcellen in varkensembryo's inbrachten, deden ze dat niet in hun eigen land, maar in Spanje. Want daar mocht het.

Niet alleen wetenschappers steken de grenzen over om de wet te ontlopen, ook patiënten doen het. "Cross-border reproductive care" of fertiliteitstoerisme, komt op steeds grotere schaal voor. Patiënten gaan naar het buitenland als iets in eigen land niet kan. Vaak zijn ze erg kwetsbaar, ze spreken de taal niet altijd en zijn wanhopig op zoek naar hulp die ze thuis niet kunnen krijgen...

In sommige gevallen kan het verdedigbaar zijn. Lesbische koppels die in Frankrijk geweigerd worden als ze hulp nodig hebben bij de voortplanting, gaan naar België of Spanje. Duitse koppels moeten naar het buitenland als ze eiceldonatie nodig hebben. Franse patiënten op zoek naar niet-anonieme zaadcel- of eiceldonoren moeten ook elders aankloppen, want in eigen land is dat verboden. Het is duidelijk dat niet alle stromen van patiënten naar het buitenland per definitie veroordeeld moeten worden op ethische gronden. Maar daar tegenover staat dat ook commerciële eiceldonatie en commercieel draagmoederschap gebeuren via internationale netwerken...

Onze geglobaliseerde wereld is erg klein geworden. Ethische inzichten over wat goed en wat slecht is in verband met de voortplanting verschillen erg van land tot land. Het wordt een enorme uitdaging om hier op internationaal niveau over na te denken en grenzen te stellen. We hebben het met het reproductief klonen kunnen doen, misschien lukt het nu ook nog wel. En het zal nodig zijn als we het over genetische modificatie van embryo's en over stamcel-gederiveerde geslachtscellen zullen hebben. Want die komen eraan, zoveel is zeker.

Moéten we alles doen wat we kunnen? Zijn naast de efficiëntie ook niet de betaalbaarheid en toegankelijkheid van belang? En wat met het belang en de rechten van het kind in onze snel evoluerende wereld? Hoe ver reikt de reproductieve autonomie van mensen? Deze vragen dienen voorwerp te zijn van breed maatschappelijk debat.Het onderzoek gaat erg snel vooruit, maar we hebben in ons land een en ander goed geregeld. Er is de wet op het embryo-onderzoek uit 2003. En de wet op de medisch begeleide bevruchting van 2007. Deze wettelijke kaders zorgen ervoor dat er bij ons geen excessen zullen optreden, noch in het onderzoek, noch in de kliniek. Toen het Britse parlement twee jaar geleden toestemming gaf aan een onderzoeksgroep om nucleaire transfer (NT) uit te voeren bij koppels waarvan de vrouw draagster is van een mitochondriale aandoening, stonden de kranten vol van het zogenaamde 'drie-ouder-kind'. Ter herinnering, hierbij gebruikt men het cytoplasma (met gezonde mitochondriën) van een donoreicel, maar het nucleair DNA is wel degelijk van de wensouders afkomstig. De ganse wereld was aan het wachten op de geboorte van het eerste NT-kind.Dat zag echter het licht niet in het Verenigd Koninkrijk, maar in Mexico. John Zang, de Amerikaanse arts die zorgde voor de wereldprimeur, legde het uit: "There are no rules here". In de Verenigde Staten mocht het niet, dan maar naar Mexico. Het tweede NT-kind werd begin dit jaar in Oekraïne geboren, een land dat in puin ligt en waar privéklinieken actief zijn waar de overheid nauwelijks het bestaan van afweet. De indicatie daar was geen erfelijke aandoening, maar onverklaarde onvruchtbaarheid en de NT werd uitgevoerd om de eicel van de patiënte 'te verjongen'... De eerste genetische modificatie van menselijke embryo's vond niet bij ons, maar in China plaats. Toen Amerikaanse wetenschappers menselijke stamcellen in varkensembryo's inbrachten, deden ze dat niet in hun eigen land, maar in Spanje. Want daar mocht het. Niet alleen wetenschappers steken de grenzen over om de wet te ontlopen, ook patiënten doen het. "Cross-border reproductive care" of fertiliteitstoerisme, komt op steeds grotere schaal voor. Patiënten gaan naar het buitenland als iets in eigen land niet kan. Vaak zijn ze erg kwetsbaar, ze spreken de taal niet altijd en zijn wanhopig op zoek naar hulp die ze thuis niet kunnen krijgen... In sommige gevallen kan het verdedigbaar zijn. Lesbische koppels die in Frankrijk geweigerd worden als ze hulp nodig hebben bij de voortplanting, gaan naar België of Spanje. Duitse koppels moeten naar het buitenland als ze eiceldonatie nodig hebben. Franse patiënten op zoek naar niet-anonieme zaadcel- of eiceldonoren moeten ook elders aankloppen, want in eigen land is dat verboden. Het is duidelijk dat niet alle stromen van patiënten naar het buitenland per definitie veroordeeld moeten worden op ethische gronden. Maar daar tegenover staat dat ook commerciële eiceldonatie en commercieel draagmoederschap gebeuren via internationale netwerken...Onze geglobaliseerde wereld is erg klein geworden. Ethische inzichten over wat goed en wat slecht is in verband met de voortplanting verschillen erg van land tot land. Het wordt een enorme uitdaging om hier op internationaal niveau over na te denken en grenzen te stellen. We hebben het met het reproductief klonen kunnen doen, misschien lukt het nu ook nog wel. En het zal nodig zijn als we het over genetische modificatie van embryo's en over stamcel-gederiveerde geslachtscellen zullen hebben. Want die komen eraan, zoveel is zeker.