Politieverhoren moeten opgenomen worden

26 APRIL 2010 - Moet een advocaat aanwezig zijn bij het eerste verhoor van een verdachte door de politie? Ja, zo menen de Belgische advocaten en (minder duidelijk) het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Nee, zo vinden de parketten, de onderzoeksrechters en het Hof van Cassatie. De politie zelf heeft technische vragen en de Hoge Raad voor Justitie wil wel onmiddellijk bijstand van de advocaten maar geen aanwezigheid bij de verhoren. Maar iedereen is het er over eens dat minstens het eerste verhoor van iemand die van zijn vrijheid is beroofd, audiovisueel moet worden opgenomen en dat de verhoorde een wettelijk verankerd zwijgrecht moet krijgen. Dat bleek uit de hoorzittingen over het Salduz-arrest, die de de Senaatscommissie Justitie vorige woensdag organiseerde. Een overzicht van de standpunten tot nu toe.

John De Wit

Volgens het Salduz-arrest van het Europees Hof van de Rechten van de Mens van 27 november 2008 moet een verdachte van een misdrijf van bij het eerste verhoor bijgestaan worden door een advocaat. Hij moet ook worden ingelicht dat hij dit recht heeft én dat hij het recht heeft om te zwijgen. Straatsburg wil dat omdat de verdachte zich onmiddellijk na zijn arrestatie in een erg kwetsbare positie bevindt, des te meer omdat het rechtssysteem almaar complexer wordt. De verdachte heeft immers het recht om zichzelf niet te beschuldigen en om niet mee te werken aan zijn eigen vervolging en dat moet voor hem duidelijk zijn. Daarom is die advocaat zo belangrijk.(Voor de precieze inhoud van dit arrest, zie hier.)

In de Salduz-zaak ging het om een minderjarige die in een zaak met een politieke context tot bekentenissen was gedwongen door de Turkse politie. Het recht op een eerlijk proces, gegarandeerd door artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, wordt volgens het Hof geschonden als verklaringen tijdens politieverhoren zonder bijstand van een advocaat later worden gebruikt om er een veroordeling op te baseren.

Er was nogal wat discussie over de draagwijdte van het arrest. Het is ongetwijfeld een mijlpaal, een verregaande radicalisering van wat vroeger werd beslist. Straatsburg kent drie periodes bij de toepassing van het recht op een eerlijk proces, gegarandeerd door artikel 6.

In het begin werd artikel 6 alleen toegepast op de fase bij de rechter die de straf oplegt, correctionele rechtbank of hof. Als daar geen eerlijk proces werd gevoerd, dan was artikel 6 geschonden, zo oordeelde men.

Stilaan hield Straatsburg ook rekening met wat vroeger gebeurd was, vooraleer de verdachte voor de strafrechter kwam dus. Maar zelfs dan oordeelde het Hof op basis van de volledige strafprocedure. Als de verdachte "later" in de procedure voldoende mogelijkheden had gehad om alle bewijsmateriaal dat mogelijk op dubieuze wijze was verworven, te becritiseren, waren zijn rechten niet geschonden, zo vond Straatsburg tijdens een tweede periode van zijn rechtspraak.

In het Salduz-arrest besloot Straatsburg dat het recht op een eerlijk proces ook geschonden is als een verdachte, die een misdrijf heeft bekend zonder bijstand van een advocaat, later voor de rechter toch uitvoerig de gelegenheid krijgt om die bekentenis te herroepen en het bewijsmateriaal tegen hem te betwisten. Daarmee breekt een derde periode in de Straatsburgse rechtspraak aan.

Ondertussen zijn al een vijftigtal nieuwe soortgelijke arresten geveld, voor vier vijfde tegen Turkije. Ze gaan allemaal in dezelfde richting als Salduz, maar heffen bovendien allerlei beperkingen die in het Salduz-arrest nog aanwezig waren op.

In het Dayanan-arrest tegen Turkije van 13 oktober 2009 besloot Straatsburg tot een schending van de artikel 6 omdat de meerderjarige verdachte geen bijstand kon krijgen van een advocaat bij zijn verhoor, hoewel deze verdachte helemaal geen belastende verklaringen had afgelegd. De afwezigheid van bijstand door een advocaat was nu op zich een schending van het recht op een eerlijk proces geworden.

De Senaat organiseerde vorige woensdag hoorzittingen over wat moet gebeuren na het Salduz-arrest. We overlopen achtereenvolgens: de reactie van het Hof van Cassatie op het Salduz-arrest; de visie van de politie; de visie van de onderzoeksrechters; de visie van de advocatuur; de visie van het parket; de visie van de Hoge Raad voor Justitie; de parlementaire initiatieven, met inbegrip van de Grote Franchimont die al door de Senaat is goedgekeurd. En tenslotte formuleren we drie bedenkingen.

WAT DOET CASSATIE?

Het Hof van Cassatie moet erop toezien dat België de arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) toepast. In België mogen de advocaten niét aanwezig zijn bij verhoren van de politie tijdens een opsporingsonderzoek van het parket en al evenmin bij verhoren van de onderzoeksrechter in een gerechtelijk onderzoek. Maar er zijn wel heel wat andere rechtswaarborgen. Volgens de Belgische grondwet mag iemand bovendien maximum 24 uur van zijn vrijheid worden beroofd zonder dat een rechter tussenkomt.

Velen vrezen voor een hele reeks invrijheidsstellingen van aangehoudenen en buitenvervolgingstellingen van verdachten, als België niets onderneemt om zich aan te passen aan het Salduz-arrest. Omdat het Salduz en co zulke zware gevolgen dreigt te hebben, was een delegatie van het Hof van Cassatie zelfs naar Straatsburg getrokken om op die gevolgen te wijzen. De delegatie vond het onverantwoord dat Straatsburg het Salduz-arrest "zomaar" had geveld, zonder overgangstermijnen.

Ondertussen heeft Cassatie al een aantal arresten geveld over de Salduz-rechtspraak. België's hoogste Hof heeft de verdachten die verhoord zijn zonder advocaat, zeker niet altijd vrijgelaten noch hun proces nietig verklaard. Wat leert de Cassatierechtspraak over Salduz tot nu toe?

1. Het gebrek aan bijstand van een advocaat leidt niet automatisch tot een oneerlijk proces. De Antigoonrechtspraak van 14 oktober 2003 moet nog steeds toegepast worden. Die zegt dat onrechtmatig verkregen bewijs maar in drie gevallen uit het dossier moet verwijderd worden:

- als bepaalde vormvoorschriften die uitdrukkelijk voorgeschreven zijn op straffe van nietigheid (en zo zijn er maar weinig) niet werden nageleefd;

- als de betrouwbaarheid van het bewijs is aangetast (een bekentenis afgelegd onder foltering, een DNA-onderzoek dat niet correct is gevoerd);

- als het recht op een eerlijk proces is geschonden. In dit laatste geval mag men niet het ene onrechtmatige feit alleen bekijken, maar de procedure in zijn geheel. In verschillende arresten heeft Cassatie eerder bepaald wanneer bewijsmateriaal moet worden geweerd omdat het recht op een eerlijk proces is geschonden. Zo weegt een kleine onregelmatigheid minder zwaar bij heel ernstige misdrijven, dan bij een prutsmisdrijf. Eveneens is een onregelmatigheid over de materiële aard van het misdrijf minder belangrijk dan een onregelmatigheid in het bewijzen dat een dader schuldig is.

De strafrechter zal dus aan de hand van deze Antigooncriteria steeds moeten nagaan of het recht op een eerlijk proces is geschonden als de verdachte zonder advocaat is verhoord. Het Europees Mensenrechtenhof van Straatsburg heeft de Antigoonleer van Cassatie ondersteund in het arrest Lee Davies tegen België van 28 juli 2009.

2. Het Belgische recht maakt de aanwezigheid van advocaten bij het politie-onderzoek en bij de onderzoeksrechter onmogelijk. Dat volgt uit de verplichting tot geheimhouding van het onderzoek.

3. De verdragsstaten, die het EVRM ondertekend hebben, behouden het recht om zelf de middelen te kiezen om een eerlijk proces te garanderen. Het Belgische systeem verschilt fundamenteel van dat van Turkije.

4. Bijstand van een advocaat bij het eerste verhoor houdt een fundamentele wijziging van de Belgische procedure in en daarover kan Cassatie niet beslissen. Cassatie vindt dat het zelf niet kan bepalen welke bijstand een raadsman mag verlenen binnen de 24 uur. Het parlement moet terzake de knoop doorhakken.

WAT VINDT DE POLITIE?

Het Salduz-arrest streeft de bescherming van verdachten na in hun zwakste moment, nl. onmiddellijk nadat ze zijn opgepakt. Verdachten zijn dan verward en bang en nogal wat bekentenissen gebeuren dan. Hét probleem stelt zich dus vooral bij verdachten die opgepakt zijn door de politie. De politiediensten werden zelf nog niet gehoord door de Senaat. Maar het college van procureurs-generaal had hun bedenkingen verwerkt in zijn nota.

De politie heeft een boel vragen bij Salduz:

* Wat is precies een verhoor? Is een gewoon babbeltje al een verhoor? Wanneer is bijstand nodig? Voor welke misdrijven geldt die bijstand en voor welke verhoren? Alleen voor verhoren in ernstige zaken of ook voor verhoren over een verkeersovertreding?

* Hoelang moet je wachten tot de advocaat er is? Kan dit binnen de termijn van 24 uur? En wat als verhoren urenlang aanslepen?

* Mag de advocaat tussenbeide komen tijdens het verhoor en het doen stoppen?

* Mag een advocaat meerdere verdachten bijstaan en zo de kans krijgen om elementen die hij van de ene verneemt aan te wenden in een ander verhoor?

* Hoe zal de veiligheid - ook die van de advocaten - gewaarborgd zijn?

* Volgens het college pleit de politie er voor dat de verhoren zouden worden opgenomen. Maar ook hier geldt: alle verhoren of slechts bepaalde? De agenten hebben ook vragen bij de kostprijs, want sommige arrondissementen hebben slechts één camera. In 2006 schatte Dirk Van Nuffel, de toenmalige voorzitter van de Vaste Commissie van de Lokale Politie, de kostprijs van de installatie van een videoverhoorruimte gemiddeld op 35.000 euro.

* De politie heeft vragen als naast de advocaten ook tolken aanwezig moeten zijn en bovendien meerdere verdachten tegelijkertijd verhoord moeten worden.

WAT VINDEN DE ONDERZOEKSRECHTERS?

Namens de onderzoeksrechters sprak Karel Van Cauwenberghe uit Antwerpen. Daarbij mag niet vergeten worden dat slechts 2,48% van alle zaken die bij de Belgische parketten binnenstromen tot een gerechtelijk onderzoek bij de onderzoeksrechter leiden.

Van Cauwenberghe wees er op onderzoeksrechters op dat de meeste arresten tegen Turkije zijn geveld. "In België is de situatie anders, de manier waarop de politie verhoort is ook anders en hier krijgen verdachten wel een eerlijk proces". Van Cauwenberghe meent dat er in België garanties genoeg zijn, tenminste bij zaken die voor de onderzoeksrechter komen:

- de verdachte moet binnen de 24 uur voor een rechter worden gebracht en die termijn kan niet worden verlengd, wat bijna nergens anders zo is;

- de onderzoeksrechter moet onpartijdig zijn en niet alleen maar nagaan of de verdachte schuldig is.

- de wet-Franchimont uit 1998 geeft al veel rechten aan verdachten. Zo moet ieder verhoor beginnen met de bedenking dat alle vragen en antwoorden genoteerd worden zoals ze worden gesteld; dat de verdachte opsporingsdaden kan vragen; dat zijn verklaringen als bewijs kunnen worden gebruikt. Volgens Van Cauwenberghe impliceert dit dat de verdachte het recht heeft om te zwijgen. De onderzoeksrechter wees erop dat deze bepalingen sinds 1998, toen de wet van kracht werd, door niemand zijn in vraag gesteld.

De onderzoeksrechters stellen toch twee wettelijke veranderingen voor aan het systeem van ondervragingen van verdachten bij hen zelf.

* Neem het zwijgrecht uitdrukkelijk op in de wet.

* Neem alle verhoren audiovisueel op. "Dat vergt serieuze financiële investeringen, maar slechts één keer. Het zal op termijn veel goedkoper zijn dan telkens een financiële tussenkomst voor rechtsbijstand uit te betalen aan een advocaat die de verdachte ondersteunt", aldus Van Cauwenberghe.

Volgens de onderzoeksrechters volstaan die twee veranderingen om het recht op een eerlijk proces te garanderen. Van Cauwenberghe wil absoluut dat het huidige inquisitoriale systeem met zijn onderzoeksrechter behouden blijft.

Maar in ondergeschikte orde, hebben de onderzoeksrechters ook een aantal ideetjes, die allicht zullen moeten worden toegepast voor het gros van de onderzoeken (97%), die opsporingsonderzoeken van het parket zonder onderzoeksrechter zijn.

"Als de advocaat toch bij ieder verhoor bijstand moet verlenen, hoe moeten we dit dan organiseren?", vroeg Van Cauwenberghe zich af. "Kan dit wel binnen de 24 uur georganiseerd worden als er meerdere verdachten zijn? Mag de advocaat alleen maar vooraf met de verdachte praten om de strategie van de verdediging te bespreken of mag hij bij ieder verhoor aanwezig zijn én tussenbeide komen? Wat als de advocaat getuige is van een incident en zo tegelijkertijd én verdediger van een cliënt én getuige van een incident wordt? Moet de volledige vrije keuze van advocaat gegarandeerd worden of werkt men met een permanentie met raadslieden van dienst?"

Van Cauwenberghe sprak zich uit voor het behoud van de termijn van 24 uur.

WAT VINDEN DE ADVOCATEN?

De Orde van Advocaten was vertegenwoordigd door Tom Decaigny (Antwerpen) en Hans Rieder (Gent).

* Ze wil dat de advocaten vanaf het begin een gearresteerde kunnen bijstaan. Ze willen vooraleer ieder verhoor begint met de verdachte kunnen overleggen, aanwezig kunnen zijn bij ieder verhoor én adviezen kunnen geven tijdens ieder verhoor. De mensenrechten zijn geschonden zodra dit niet geregeld is. Of de verdachte zonder advocaat onterecht bekentenissen heeft afgelegd of niet, doet niet ter zake sinds het Dayanan-arrest. De advocaat moet er bij zijn. De Orde wijst er op dat dit nu al zo moet, omdat de arresten Salduz en co. dwingende kracht hebben.

* De termijn van 24 uur moet behouden blijven.

* De verhoren moeten opgenomen worden om betwistingen te voorkomen.

* Als de gearresteerde afstand wil doen van zijn recht op hulp van een advocaat, dan kan dit maar als hij dit uitdrukkelijk en goed geïnformeerd doet. Een verdachte moet niet zelf om bijstand van een advocaat vragen en als hij dat niet doet, mag men er niet van uitgaan dat hij afstand heeft gedaan van dit recht. Die afstand moet uitdrukkelijk en met kennis van zaken zijn, zo besloot Straatsburg in het Plonka-arrest van 31 maart 2009.

* Er moet via de rechtsbijstandsregeling geld uitgetrokken worden om de advocaten die tussenkomen te vergoeden. Mr. Jo Stevens, voorzitter van de Orde, wil één nationaal telefoonnummer creëren waar een aangehouden verdachte kan naar bellen om onmiddellijk rechtsbijstand van een toegevoegde advocaat te krijgen. Die mensen zullen worden opgeleid door de orde en ze zullen extra vergoed moeten worden voor nacht- en weekendwerk.

* Wie is verhoord zonder aanwezigheid van een advocaat, kreeg geen eerlijk proces. En moet dus worden vrijgelaten, buitenvervolging worden gesteld of vrijgesproken.

De Orde heeft een ontwerp-besluit klaar dat advocaten bij raadkamers en Kamers van Inbeschuldigingstelling kunnen indienen om een cliënt die zonder advocaat is verhoord vrij te krijgen.

WAT VINDEN DE PARKETTEN?

Het college van procureurs-generaal formuleerde ook een advies, namens het openbaar ministerie. Maar vooraf waarschuwde het college ervoor dat het makkelijk is om principiële wetswijzigingen door te voeren zonder daarvoor de logistieke middelen ter beschikking te stellen. Want dat kan op zich tot nieuwe veroordelingen in Straatsburg leiden. Het college zelf heeft geen enkele financiële zelfstandigheid en kan dus via richtlijnen de advocaten niet toelaten bij het verhoor.

Wat stelt het college nu voor?

* De termijn van 24 uur waarbinnen iemand moet worden aangehouden moet worden verlengd. Anders is het onmogelijk om de rechten van verdediging te verbeteren tijdens de eerste fase van het vooronderzoek. Om dit te realiseren moet de grondwet worden gewijzigd en dat kan pas na nieuwe verkiezingen omdat het bewuste grondwetsartikel niet vatbaar is verklaard voor herziening. Eerder zegde de Antwerpse procureur-generaal Yves Liégeois dat men "desnoods" een constructie zou kunnen bedenken waarbij op het einde van de termijn van 24 uur door "een rechter" een soort van bevel tot medebrenging voor nog eens 24 uur zou kunnen worden uitgevaardigd om zo de termijn op 48 uur te brengen. Dat idee werd voor de verkiezingen verdedigd door CD&V, maar tot op heden werd hiervan nog niets gerealiseerd. Liégeois voegde er onmiddellijk aan toe dat hierdoor "de grondwet eigenlijk omzeild wordt en dat deze oplossing dus erg moeilijk ligt". Hij noemde zichzelf hiervan daarom "geen voorstander".

* De wet kan bepalen dat er een overlegmoment wordt georganiseerd tussen de verdachte en zijn advocaat vooraleer het eigenlijke politiële verhoor begint. Dan moet bovendien vastgelegd worden hoe dit overleg georganiseerd wordt (telefonisch contact, bezoek), hoelang het mag duren en hoelang men moet wachten op een advcoaat. Bovendien veronderstelt het een parmenentie van de balie én een aanpassing van de gebouwen, zodat alle verdachten apart kunnen overleggen met hun advocaat. Het veronderstelt ook dat de termijn van 24 uur wordt verlengd.

* Er komt een uitdrukkelijk zwijgrecht voor gearresteerden in de wet. Het OM probeert dit ondertussen via een richtlijn te regelen.

* De wet moet bepalen dat iedere gearresteerde recht heeft op bijstand van een advocaat en dat hij van dit recht afstand kan doen. Maar dan moet wel duidelijk zijn wat de gevolgen hiervan zijn.

* Als de termijn van 24 uren wordt verlengd én als er geld genoeg is, kan het parlement kiezen uit drie mogelijkheden:

- Ofwel de advocaat toelaten om ieder verhoor passief te volgen vanuit een aangrenzend lokaal. De raadsman kan tussenkomen als het zwijgrecht wordt geschonden of als de speurders ongeoorloofde druk of dwang uitoefenen. Dat vereist dus verbouwingen van bijna alle politiekantoren. In grotere steden worden tientallen arrestaties per dag gedaan en volgens het gelijkheidsbeginsel moeten die allemaal op dezelfde wijze verhoord worden.

- Ofwel alle eerste politieverhoren audiovisueel opnemen. Daarbij moet vermeld worden dat sommige gerechtelijke arrondissementen slechts over één camera beschikken.

- Ofwel allebei.

Kortom: voor het college kan de advocaat niét in dezelfde verhoorruimte als zijn cliënt aanwezig zijn tijdens het verhoor.

* Als de gearresteerde persoon zichzelf beschuldigt in een verhoor waarin hij geen bijstand van een advocaat had gekregen, dan kan dit verhoor niet gebruikt worden in de rechtszaak. Verder wil het college niet gaan. Het wil géén totale nietigheid. "Een verhoor zonder de verlangde bijstand kan nog altijd worden gebruikt om de verdachte of andere verdachten vrij te pleiten. En zo'n verhoor tast de betrouwbaarheid van andere, materiële bewijzen niet aan, die gewoon kunnen gezocht worden en kunnen worden voorgelegd aan de verdachte".

WAT VINDT DE HOGE RAAD VOOR JUSTITIE?

De Hoge Raad voor Justitie formuleerde op 24 juni 2009 een advies over de mogelijke Salduz-hervormingen. Wat staat er in?

* Iedereen die van zijn vrijheid is beroofd moet voor zijn eerste verhoor een onderhoud met zijn advocaat kunnen hebben. Maar tijdens dat verhoor zelf biedt een passieve aanwezigheid van de advocaat geen meerwaarde, buiten wat psychologische steun. En bovendien kan die pasieve aanwezigheid verwarring scheppen over de rol van de raadsman (advocaat of getuige). Een actieve aanwezigheid van de advocaat wordt evenmin gewenst.

* Onmiddellijk na de vrijheidsberoving wordt betrokkene geïnformeerd en bevraagd over zijn taalkeuze en over het recht dat hij heeft om een advocaat te zien. Zijn rechten worden dan voorgelezen. Maar meer gebeurt er voorlopig niet.

* Daarna wordt onmiddellijk een advocaat verwittigd. Het verhoor kan pas starten nadat men twee uur op de advocaat heeft gewacht.

* De gearresteerde kan afstand doen van zijn recht op bijstand door een advocaat. Maar liefst pas na telefonisch contact met die advocaat. Als de gearresteerde later toch een advocaat wil, dan moet hij die kunnen krijgen.

* De advocaat moet maximum een half uur voor het eerste echte verhoor met de verdachte kunnen overleggen. Hij moet ook zijn bedenkingen in verband met de vrijheidsberoving in een apart document kunnen noteren, dat achteraf aan het dossier wordt toegevoegd.

* "Het" verhoor moet audiovisueel worden opgenomen, maar de tekst moet niet integraal worden uitgetikt, tenzij de verdachte dit vraagt. De opname moet bewaard blijven tot na het eindarrest.

* Als de politie zijn plichten niet nakomt, is het proces-verbaal van het verhoor nietig.

* De HRJ is tegen een automatische verlenging van de opsluitingstermijn van 24 uur. Als dat nodig is moeten het parket of de onderzoeksrechter echter wel, grondig gemotiveerd, tot een verlenging tot 48 uur kunnen beslissen.

WAT DOET HET PARLEMENT?

A. Initiatieven voor Salduz

* Al bij de hervorming van de wet op de voorlopige hechtenis in 1990 kwamen het zwijgrecht en de aanwezigheid van de advocaat bij verhoren aan bod. Maar toen wilde men uitdrukkelijk het bestaande systeem behouden.

* In 1997, voor de wet-Franchimont werd gestemd, diende senator Eddy Boutmans (Agalev) amendementen in om het zwijgrecht in de wet op te nemen. Men nam ze niet op in de wet.

* Het opnemen van alle verhoren van aangehoudenen is in Engeland en Denemarken al sinds de jaren tachtig courante praktijk. Een studie van professor Cyrille Fijnaut uit 1988 (!) toonde aan dat de politie daar aanvankelijk tegen was, maar er nadien een groot voorstander werd. Het Europees Parlement besloot op 6 september 2003 dat het systeem van videoverhoren in alle lidstaten moet veralgemeend worden. De goede speurders worden zo immers beschermd tegen onterechte klachten en de 6% speurders, die nu volgens onderzoek van de Gentse professor Paul Ponsaers (UGent), verdachten slaan, zullen zich dan wel inhouden. De verplichting tot video-opnames bestaat nu al voor minderjarigen en slachtoffers in pedofiliezaken.

In september 2003 stelde ook de Antwerpse korpschef Eddy Baelemans voor om verhoren op te nemen. Hij werd daarin onmiddellijk ondersteund door de toenmalige kamerleden Patrick Janssens (sp.a) en Ludo Van Campenhout (VLD). Zij kondigden op 19 september 2003 in Gazet van Antwerpen "hun eerste gezamenlijk wetgevend initiatief" aan: verhoren zouden audiovisueel opgenomen worden. Het initiatief kwam er niet en er gebeurde verder ook niets.

B. De Grote Franchimont

Het belangrijkste wetgevend initiatief voor Salduz is de "Grote Franchimont". De Senaat keurde dit ontwerp, dat de hele strafprocedure moet hervormen, einde november 2005 goed na 15 maanden discussie onder leiding van Hugo Vandenberghe (CD&V). Wat zegt het ontwerp over deze punten?

* Het zwijgrecht van de verhoorde staat uitdrukkelijk vermeld in artikel 86 bij de rechten van iedereen die verhoord wordt.

* De advocaat mag iedere verhoorde bijstaan nà het eerste verhoor. Dus niet: tijdens het eerste verhoor. De advocaat moet toezien op de naleving van de wettelijke regels inzake het verhoor en dat wordt opgeschort tot hij aanwezig is (art. 86).

* Personen die acht uur of meer aangehouden zijn, of die in een cel moeten overnachten, kunnen vragen om bezoek te krijgen van hun advocaat (art. 249).

* Verhoren kunnen audiovisueel worden opgenomen "in de gevallen van de wet (beschermde getuigen en minderjarigen) én in ernstige en uitzonderlijke omstandigheden". Dit laatste kan dan zowel op verzoek van de ondervraagde als ambtshalve (art. 297 en volgende).

De Senaat keurde de Grote Franchimont goed, de Kamercommissie Justitie niet. Zij vond dat het ontwerp te veel rechten aan verdachten gaf en voor de parketten onwerkbaar zou zijn. Tijdens de hoorzittingen vorige woensdag in de Senaat betreurde Hugo Vandenberghe (CD&V) dat de Kamercommissie Justitie (overigens onder sterke impuls van toenmalig kamerlid en huidig christendemocratisch senator Tony Van Parys, nvdr) de Grote Franchimont niet had goedgekeurd. "Hij bevatte een evenwichtige regeling van de rechten van verdachten. Nu zien we de gevolgen in Straatsburg", aldus Vandenberghe.

C. Initiatieven na Salduz

Na het Salduz-arrest werden de eerste wettelijke initiatieven in de Kamer genomen door Carina Van Cauter (Open Vld) en Stefaan Van Hecke (Groen!). Justitieminister Stefaan De Clerck (CD&V) zegde in 2009 in de Kamer dat hij liever nog wat wilde wachten om te zien of België effectief wel iets moet doen aan zijn strafprocedure, te meer daar de meeste voorstellen veel geld kosten. Uiteindelijk werd beslist dat de Senaat zich met Salduz zou bezighouden. Momenteel zijn drie wetsvoorstellen ingediend.

1. Christine Defraigne en Alain Courtois (MR) willen drie dingen veranderen aan de wet op de voorlopige hechtenis:

* De gearresteerde persoon krijgt het recht om een naaste in te lichten.

* Hij krijgt het recht om onderzocht te worden door een arts van zijn keuze.

* Als hij meer dan 8 uur van zijn vrijheid is beroofd of in een cel moet overnachten vooraleer een magistraat te zien, mag hij om een advocaat vragen.

Deze ideeën komen rechtstreeks uit de "Grote Franchimont".

2. Martine Taelman (Open Vld) en Philippe Mahoux (PS) dienden een tweede voorstel in:

* Iedereen die gearresteerd is wordt ervan ingelicht dat hij het recht heeft om te zwijgen.

* Iedereen die ondervraagd wordt, kan bijstand van een advocaat krijgen en wordt daarvan op voorhand ingelicht. De ondervraging zal ondertussen met een redelijke termijn worden uitgesteld.

3. Freya Piryns (Groen!) gaat het verst. Haar voorstel, dat eigenlijk door Kamerlid Stefaan Van Hecke is gemaakt, zegt dat:

* Iedereen die verhoord wordt moet ervan moet worden ingelicht dat hij kan worden bijgestaan door een advocaat.

* Elk verhoor wordt audiovisueel opgenomen, niet alleen het eerste verhoor.

* Wie verhoord wordt, mag zijn advocaat gedurende dat hele verhoor bij zich hebben om hem bij te staan.

BEDENKINGEN

1. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens bestaat uit 46 rechters. Sommigen zijn geschoold in het continentale rechtssysteem, anderen in het Angelsaksische. Het eerste systeem, dat ook in België geldt, is inquisitoriaal. Het gerechtelijk onderzoek is hier geheim en een onpartijdige onderzoeksrechter (of parketmagistraat) voert het, zowel in het voordeel als in het nadeel van de verdachte. De strafrechter moet de waarheid vinden, er is een parket dat de openbare belangen verdedigt. Ons systeem is verticaal opgebouwd.

Het Britse, accusatoire systeem is horizontaal. Daar voert de politie een onderzoek tegen een verdachte en die zamelt via zijn advocaat bewijzen in zijn voordeel in. Daarbij kan hij privédetectives inschakelen. Verdachte en aanklager zijn gelijke partijen die in de rechtszaak hun bewijzen aan de rechter voorleggen. Die beoordeelt wat hij voorgeschoteld krijgt, maar treedt zelf niet actief op, zoals bij ons wel het geval is. In dit systeem heeft de bekentenis een veel groter belang dan bij ons, omdat de politie wel eens met zijn onderzoeksdaden kan stoppen na een bekentenis. In een accusatoir systeem hebben verdachten dus zeker bijstand nodig van een advocaat vanaf het moment dat de politie hen vat. In ons systeem is dat misschien minder nodig omdat er al andere rechtswaarborgen zijn.

Het is niet onbelangrijk om te weten dat het EVRM is opgesteld in de Angelsaksische traditie. Artikel 6, dat het recht op een eerlijk proces garandeert, is overgenomen uit de VS. Het is dus niet verwonderlijk dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zijn arresten vanuit een accusatoire visie velt.

Met het Salduz-arrest katapulteert het als het ware weer zo'n accusatoir elementje in ons inquisitoriaal systeem en dat gaat dan helemaal sidderen. Het weet niet goed hoe hierop te reageren. De Gentse advocaat-generaal Frank Schuermans stelde naar aanleiding van het Salduz-arrest in De Juristenkrant voor om maar helemaal over te schakelen op het accusatoire systeem. Maar de vraag is of dat voor de armste en minst geschoolde verdachten wel zo'n goede zaak is. De rol van dure advocaten is veel groter in het accusatoire systeem dan in het onze en wie het aantal gerechtelijke dwalingen in de Verenigde Staten telt, kan toch wel twijfels krijgen.

2. Een ander belangrijk punt, dat ook wordt aangekaart door Frank Schuermans, is dat het EHRM steeds meer geloofwaardigheid verliest omdat het de rol van de parlementen wil overnemen. De rechters in Straatsburg spelen zelf voor wetgever. Vijftig jaar lang leverde het geen enkel probleem of oneerlijk proces op dat de advocaat niet bij het eerste politieverhoor aanwezig was en nu zijn plots de mensenrechten zwaar geschonden, ook in België. Schuermans betoogt dat Straatsburg zélf zijn boekje te buiten gaat.

En dan rijst onvermijdelijk de vraag naar alle nationale hoven om alle arresten van Straatsburg op bevoegdheidsoverschrijding te toetsen vooraleer ze toe te passen. Er is geen behoefte aan een regering van nooit-verkozen magistraten, maar wel aan een Hof dat toeziet op de naleving van ieders mensenrechten.

3. Professor Cyrille Fijnaut heeft er al in 1988 voor gepleit om alle (politie)verhoren op te nemen. Hij deed dat na grondig wetenschappelijk onderzoek. Meer dan twintig jaar lang deden de beleidsmakers en de politici niets met zijn voorstel. En dat is erg, want het zegt iets over het anti-intellectualisme en het amateurisme waarmee in België een justitie- en politiebeleid wordt uitgewerkt.

Lees ook:

Moet advocaat al bij eerste politieverhoor aanwezig zijn?

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER