De schuldeiser kan alleen aanspraak maken op de bij art. 1303 Burgerlijk Wetboek bepaalde zakelijke indeplaatsstelling, als hij een recht op de zaak bezit; wanneer de zaak, waarvan de verkoop is beloofd, teniet is gegaan alvorens de optie is uitgeoefend, kan de begunstigde van die belofte niet aanvoeren dat zij ook geldt voor de rechten of vorderingen tot schadevergoeding omtrent die zaak.
Uittreksel uit het burgerlijk wetboek:
Art. 1303. Wanneer de zaak is teniet gegaan, buiten de handel is gesteld of is verloren gegaan, buiten de schuld van de schuldenaar, is deze gehouden, ingeval hij omtrent die zaak enig recht of enige vordering tot schadevergoeding bezit, dat recht of die vordering aan zijn schuldeiser af te staan.
Door de eenzijdige verkoopbelofte is de belovende partij op onherroepelijke wijze verplicht de verkoop uit te voeren als de begunstigde te kennen geeft dat hij het goed wil verwerven, op voorwaarde dat de partijen zich hebben willen verbinden en akkoord gaan omtrent de te verkopen zaak en de prijs die door de begunstigde moet worden betaald. ( Artt. 1582, 1583 en 1589 Burgerlijk Wetboek. )
Uittreksel uit het burgerlijk wetboek
Artikel 1582. Koop is een overeenkomst waarbij de ene partij zich verbindt om een zaak te leveren, en de andere om daarvoor een prijs te betalen.
Hij kan bij authentieke of bij onderhandse akte worden aangegaan.
Art. 1583. Hij is tussen partijen voltrokken, en de koper verkrijgt van rechtswege de eigendom ten aanzien van de verkoper, zodra er overeenkomst is omtrent de zaak en de prijs, hoewel de zaak nog niet geleverd en de prijs nog niet betaald is.
Art. 1584. Koop kan worden aangegaan hetzij eenvoudig, hetzij onder een opschortende of onder een ontbindende voorwaarde.
Hij kan ook twee of meer alternatieve zaken tot voorwerp hebben.
In al die gevallen worden de gevolgen van de koop geregeld naar de algemene beginselen van de overeenkomsten.
Art. 1585. Wanneer koopwaren niet bij de hoop, maar bij het gewicht, het getal of de maat verkocht zijn, is de koop nog niet voltrokken, in die zin dat het risico van de verkochte zaken voor de verkoper blijft totdat zij zijn gewogen, geteld of gemeten; maar de koper kan ofwel de levering ervan eisen, ofwel, in geval van niet-uitvoering van de verbintenis, schadevergoeding, indien daartoe grond bestaat.
Art. 1586. Wanneer echter de koopwaren bij de hoop verkocht zijn, is de koop voltrokken, hoewel de koopwaren nog niet zijn gewogen, geteld of gemeten.
Art. 1587. Ten aanzien van wijn, olie en andere zaken die men gewoon is te proeven alvorens ze te kopen, is er geen koop zolang de koper die niet heeft geproefd en aanvaard.
Art. 1588. Koop op proef wordt altijd vermoed te zijn aangegaan onder een opschortende voorwaarde.
Art. 1589. Verkoopbelofte geldt als koop, wanneer er wederzijdse toestemming van de partijen is omtrent de zaak en omtrent de prijs.