Een vraag tot huurhernieuwing van de handelshuur dient onvoorwaardelijk gesteld te worden, het weze duidelijk en nauwkeurig.
Zo ook het antwoord waaraan geen bijkomende voorwaarden mogen worden gekoppeld.
De nietigheidssanctie die voorzien is in artikel 14 van de handelshuurwet brengt onder meer met zich mee dat de vraag van de huurder evenals het antwoord op geen enkele wijze dubbelzinnig of onduidelijk mag zijn.
De onduidelijkheid, de onnauwkeurigheid of de gebeurlijke voorwaardelijkheid brengt de nietigheid van het antwoord van de verhuurder met zich mee.
Uit artikel 1728, ten tweede B.W. kan worden afgeleid dat elke huurovereenkomst voor de huurder gehoudenheid meebrengt strikt op de overeengekomen tijdstippen de bedongen huurprijs in handen van de verhuurder te vereffenen, en bij gebreke daaraan de huurovereenkomst ontbonden te kunnen zien in zijn nadeel op grond van artikel 1741, B.W.
Inzake de handelshuur kan een conventioneel regime van een vruchtgebruik worden gevestigd met betrekking tot de herstellingen waarbij conform artikel 606 B.W., grove herstellingen zoals die van zware muren, gewelven, balken en gehele daken ten laste blijven van de verhuurder maar alle overige van de huurder.
De Europese regelgeving voorziet een verbod van afnameakkoorden van markthouders van 30 % of meer.
Wanneer het antwoord van de verhuurder geen gewijzigde voorwaarden aan de huur stelt maar er zich toe beperkt te stellen dat de huurhernieuwing slechts kan worden toegestaan mits de ondertekening van een bijkomende drankafnameovereenkomst als bijlage, is een dergelijk antwoord nietig.
Er kan niet voldoende benadrukt worden dat men niet zomaar mag verwijzen naar een bepaalde basishuurprijs of een loutere bevestiging van het eerdere contract, wanneer een en ander onduidelijkheden kan scheppen, onder meer met betrekking tot de lasten en dergelijke meer.