Het reorganisatieplandient verenigbaar te zijn met alle de bepalingen van de Wet Continuïteit Ondernemingen die de gerechtelijke reorganisatie door een collectief akkoord beheersen, zo niet dient de rechtbank van koophandel de homologatie ervan in beginsel te weigeren.
De rechtbank kan de homologatie bovendien niet alleen weigeren wegens de niet-naleving van de desbetreffende bepalingen van de Wet Continuïteit Ondernemingen, maar ook wegens schending van de openbare orde.
Het algemeen rechtsbeginsel van gelijkheid en niet-discriminatie is van openbare orde. Wanneer het reorganisatieplan voorziet in een gedifferentieerde regeling voor bepaalde categorieën van schuldvorderingen, dient de rechtbank van koophandel na te gaan of voor die gedifferentieerde regeling een redelijke verantwoording bestaat. Indien dat niet het geval is, dient de rechtbank de homologatie van het reorganisatieplan in beginsel te weigeren.
De fiscus is een schuldeiser als alle andere.
Hou er rekening mee dat deze rechtspraak dateert van voor de invoering van boek XX WER inzake het insolventierecht van kracht sinds 1 mei 2018:Dit maakt de rechtspraak daarom niet irrelevant, maar vergt een vergelijkend nazicht met de actuele wetgeving.
Uittreksel uit het wetboek van economisch recht
Boek XX insolventie van de onderneming
actuele bepalingen in het WER
Art. XX.72.[1 Het plan vermeldt de voorgestelde betalingstermijnen en de verminderingen op de schuldvorderingen in de opschorting, in kapitaal en interest, verhogingen, boeten en kosten. Het kan behalve wat schuldvorderingen van de entiteiten bedoeld in [2 artikel I.1, tweede lid, 1°, c)]2, betreft, in de omzetting van schuldvorderingen in aandelen voorzien. Het kan ook voorzien in een gedifferentieerde regeling voor bepaalde categorieën van schuldvordering onder meer op grond van de omvang of de aard ervan. Het plan kan eveneens in een maatregel voorzien voor de verzaking aan de interest, verhogingen, boeten en kosten of de herschikking van de betaling ervan, alsook in de prioritaire aanrekening van betalingen op de hoofdsom van de schuldvordering.
Het plan vermeldt welke schuldvorderingen nog betwist zijn met toepassing van de artikelen XX.49 of XX.68, ten einde belanghebbenden in te lichten over de omvang en hun grondslag.
Het plan kan ook de gevolgen evalueren die de goedkeuring van het plan zou meebrengen voor de betrokken schuldeisers.
Het kan ook bepalen dat geen schuldvergelijking mogelijk zal zijn tussen de schuldvorderingen in de opschorting en de schulden van de schuldeiser-titularis die zijn ontstaan na de homologatie. Een dergelijk voorstel kan niet gedaan worden met betrekking tot samenhangende vorderingen.
Wanneer de continuïteit van de onderneming een vermindering van de loonmassa vereist, wordt in een sociaal luik van het reorganisatieplan voorzien, voor zover over een dergelijk plan niet eerder was onderhandeld. In voorkomend geval kan het in ontslagen voorzien.
Bij de uitwerking van dit plan worden de vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad, of, indien er geen is, in het comité voor preventie en bescherming op het werk, of, indien er geen is, de vakbondsafvaardiging of, indien er geen is, een werknemersafvaardiging gehoord.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
(2)<W 2018-04-15/14, art. 227, 059; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.73. [1 De voorstellen bevatten voor alle schuldeisers een betalingsvoorstel dat niet minder dan 20 procent van het bedrag van de schuldvordering in hoofdsom mag bedragen.
Als het plan in een gedifferentieerde behandeling van de schuldeisers voorziet, mag de behandeling van de openbare schuldeisers die een algemeen voorrecht genieten, niet minder gunstig zijn dan die welke de best behandelde gewone schuldeisers in de opschorting genieten. Overeenkomstig het derde lid en met een strikte motivering kan in een lager percentage worden voorzien.
Het plan kan voor de hierboven vermelde schuldeisers of categorieën van schuldeisers, lagere percentages voorstellen op basis van dwingende en met redenen omklede vereisten die verband houden met de continuïteit van de onderneming.
Het reorganisatieplan kan niet voorzien in:
- een vermindering of kwijtschelding van schuldvorderingen in de opschorting ontstaan uit arbeidsprestaties met uitsluiting van de fiscale of sociale bijdragen of schulden;
- een vermindering van de onderhoudsschulden, noch van de schulden die voor de schuldenaar voortvloeien uit de verplichting tot herstel van de door zijn schuld veroorzaakte schade die verbonden is aan het overlijden of aan de aantasting van de lichamelijke integriteit van een persoon;
- een vermindering of kwijtschelding van strafrechtelijke boeten.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>