Volgens artikel 577-7, § 1, 1°, b), Burgerlijk Wetboek beslist de algemene vergadering bij meerderheid van drie vierden van de stemmen over alle werken betreffende de gemeenschappelijke gedeelten, met uitzondering van die waarover de syndicus kan beslissen.
Artikel 577-9, § 4, eerste lid, Burgerlijk Wetboek bepaalt dat wanneer in de algemene vergadering de vereiste meerderheid niet wordt gehaald, iedere mede-eigenaar aan de rechter de toestemming kan vragen om zelfstandig op kosten van de vereniging dringende en noodzakelijke werken uit te voeren aan de gemeenschappelijke gedeelten.
Artikel 577-8, § 4, 4°, Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de syndicus, ongeacht de bevoegdheid die hem door het reglement van mede-eigendom wordt toegekend, tot opdracht heeft alle bewarende maatregelen te treffen en alle daden van voorlopig beheer te stellen.
De rechter oordeelt in feite welke werken als dringend en noodzakelijk in de zin van artikel 577-9, § 4, eerste lid, Burgerlijk Wetboek kunnen worden beschouwd. Het Hof gaat enkel na of de rechter uit zijn vaststellingen geen gevolgen afleidt die daarmee geen verband houden of op grond daarvan niet kunnen worden aangenomen.
De omstandigheid dat werken niet hoogdringend zijn en bijgevolg niet kunnen worden beschouwd als bewarende maatregelen of daden van voorlopig beheer die de syndicus bij toepassing van artikel 577-8, § 4, 4°, buiten elke tussenkomst van de algemene vergadering kan verrichten, sluit niet uit dat deze werken dringend en noodzakelijk kunnen zijn in de zin van artikel 577-9, § 4, eerste lid.
Let wel de bepalingen zoals hierboven vermeld werden herschreven in het NBW
zie artikel 3.92 NBW
§ 4. Iedere mede-eigenaar kan eveneens aan de rechter vragen, binnen een termijn die deze laatste vaststelt, de bijeenroeping van een algemene vergadering te gelasten ten einde over een door voornoemd mede-eigenaar bepaald voorstel te beraadslagen, wanneer de syndicus verzuimt of onrechtmatig weigert zulks te doen.
§ 5. Wanneer in de algemene vergadering de vereiste meerderheid niet wordt gehaald, kan iedere mede-eigenaar aan de rechter de toestemming vragen om zelfstandig op kosten van de vereniging, dringende en noodzakelijke werken uit te voeren aan de gemeenschappelijke gedeelten.
Hij kan eveneens de toestemming vragen om op eigen kosten de werken uit te voeren die hij nuttig acht, zelfs aan de gemeenschappelijke gedeelten, wanneer de algemene vergadering zich zonder gegronde reden daartegen verzet.
§ 6. Vanaf het instellen van een van de vorderingen bedoeld in de paragrafen 4 en 5, en voor zover zijn eis niet afgewezen wordt, is de eiser van iedere aansprakelijkheid bevrijd voor alle schade die zou kunnen voortvloeien uit het ontbreken van een beslissing.