Samenvatting
Artikel 488bis b), § 1, lid 1 BW voorziet dat het betreffend verzoek kan gericht worden aan de vrederechter van de verblijfplaats, of bij gebreke daarvan aan de woonplaats.
Deze voorkeur voor de nabijheidsrechter wordt verklaard door de veronderstelling dat deze «best de beschermde persoon en zijn omgeving kent» en is van dwingend recht ter bescherming van de patiënt over wie het verzoek wordt nagestreefd (Ibid., 40, nr. 68). Dezelfde auteurs zetten uiteen dat de bevoegdheidsregeling aldus niet van openbare orde is «zodat de exceptie van territoriale onbevoegdheid in limine litis dient te worden opgeroepen» (art. 854 en 639, 1° Ger.W.), met dien verstande dat «volgens de algemene regel, de verweer der die niet verschijnt vermoed wordt de bevoegdheid af te wijzen».
Dit laatste veronderstelt evenwel dat de patiënt zou opgeroepen worden en zou afgewacht worden of dat deze «verschijnt», daar waar artikel 488bis b), § 7,voorlaatste lid BW voorziet dat de vrederechter «zich eveneens mag begeven naar de verblijfplaats van de persoon of de plaats waar hij zich bevindt».
Dit klemt des temeer gezien volgens de gevoegde geneeskundige verklaring het gaat om een demente bejaarde (geboren in 1922) omtrent wie de ziekte van Alzheimer reeds in 2001 gediagnosticeerd werd.
Binnen het kader van dit bezoek geldt echter de beperking van artikel 622Ger.W., zodat binnen het kader van dergelijk bezoek van de vrederechter hoogstens een ambtelijke opdracht zou kunnen worden verleend aan de vrederechter bevoegd voor de verblijfplaats overeenkomstig artikel 11, lid 2 Ger.W.
De wetgever heeft de materie in de willige rechtsmacht gesitueerd: Het verzoek strekt niet tot de bewerkstelliging van welkdanig burgerlijk recht, maar uitsluitend de juridische bescherming van de bekwame te organiseren in diens belang. De verzoeker wordt verondersteld te handelen in het belang van de onbekwame, zodat wat de verzoeker betreft geen eigenbelang voorhanden is.
Vraag kan zelfs gesteld of er een verwerende partij is.
Aldus gedefinieerd draagt de willige rechtsmacht bij tot de gewenste sereniteit door de rechter toe te laten het debat te focussen op het uitsluitend belang van de te beschermen persoon.
Aldus dient de rechtbank de territoriale bevoegdheid in kwestie ambtshalve te onderzoeken, zodat de zaak dient verzonden te worden naar de Arrondissementsrechtbank
Preview
Vred. Roeselare 24 november 2009. Voorlopig bewindvoerder - verzoekschrift - territoriale onbevoegdheid -te beschermen persoon woont of verblijft buiten het kanton – willige rechtsmacht - ambtshalve verwijzingnaar de arrondissementsrechtbank. [...] Het verzoek strekt ertoe een voorlopig bewindvoerder aan te stellen over mevrouw ... voornoemd. Het verzoek gaat uit van één der kinderen van de betrokkene. Een medisch attest wordt voorgelegd van de heer ..., welk attest ten hoogste15 dagen oud was op het ogenblik van de aanbieding van het inleidend verzoekschrift, en dat niet van de hand is van een geneesheer welk een bloed- of aanverwant van de te beschermen persoon of verzoekende partij betreft, en niet verbonden is aan de instelling waarde te beschermen persoon verblijft. [...] b. Territoriale bevoegdheid 1. De rechtbank stelt vast dat de patiënt over wie de bescherming wordt nagestreefd, woonachtig is te Staden en verblijft te Houthulst, weze in beide gevallen buiten dit kanton. 2. Artikel 488bis b), § 1, lid 1 BW voorziet dat het betreffend verzoek kan gericht worden aan de vrederechter van de verblijfplaats, of bij ...