De beperking van de verzetsmogelijkheid tot verstekvonnissen waartegen geen hoger beroep mogelijk is geen schending van art. Art. 6, eerste lid EVRM (recht op toegang tot een rechter).
Het recht op toegang tot een rechter waarborgt de rechtzoekende de behandeling van zijn zaak door een onafhankelijke en onpartijdige rechter.
Het recht op toegang tot een onafhankelijke rechter is evenwel niet absoluut en kan worden beperkt om, meer bepaald, een goede rechtsbedeling en rechtszekerheid te waarborgen. Art. 6 EVRM waarborgt niet het recht op een dubbele aanleg. Behalve in strafzaken, bestaat er bovendien geen algemeen beginsel dat een dergelijke waarborg inhoudt.
De maatregel om niet te voorzien in de mogelijkheid van verzet tegen een verstekvonnis waartegen hoger beroep mogelijk is, is ook pertinent in het licht van de door de wetgever nagestreefde doelstelling om de procedure niet nodeloos te vertragen en om de redelijketermijnvereiste na te leven.
Het verzet is een gewoon rechtsmiddel dat openstaat voor de partij die bij verstek is veroordeeld teneinde van het rechtscollege dat bij verstek heeft geoordeeld, een nieuwe beslissing na een contradictoir debat te verkrijgen. Een verstekvonnis dat niet in laatste aanleg werd gewezen, blijft echter vatbaar voor hoger beroep, dat de betrokken persoon de mogelijkheid biedt ten volle zijn rechten van verdediging uit te oefenen.
Wetswijziging wet van 6 juli 2017 (Potpourriwet V), in werking getreden op 3 augustus 2017.
Art. 1047 Ger.W. werd herschreven (verzet is vanaf nu enkel nog mogelijk tegen een uitspraak gewezen in laatste aanleg)
Art. 1047.
Tegen ieder verstekvonnis dat in laatste aanleg is gewezen kan verzet worden gedaan, onverminderd de bij de wet bepaalde uitzonderingen.
Het verzet wordt betekend bij gerechtsdeurwaardersexploot, dat dagvaarding inhoudt om te verschijnen voor de rechter die het verstekvonnis heeft gewezen.
Met instemming van de partijen kan hun vrijwillige verschijning die formaliteiten vervangen.
De akte van verzet bevat, op straffe van nietigheid, de middelen van de eiser in verzet.
Het verzet kan door de partij, haar raadsman of de voor de partij optredende gerechtsdeurwaarder worden ingeschreven in een register dat daartoe gehouden wordt ter griffie van het gerecht dat de beslissing heeft gewezen. De inschrijving omvat de namen van de partijen en hun raadslieden alsook de datum van de beslissing en van het verzet.