Uit de tekst van artikel 187, § 6, 1°, Wetboek van Strafvordering en de wetsgeschiedenis ervan volgt dat de rechter een verzet maar ongedaan kan verklaren indien hij vaststelt dat vaststaat dat de beklaagde in verzet kennis had van de dagvaarding in de verstekprocedure; het is aan het openbaar ministerie of de burgerlijke partij om te bewijzen dat de beklaagde in verzet die kennis had en deze laatste dient niet te bewijzen dat hij die kennis niet had (1). (1) B. DE SMET, 'Verstek en verzet', T. Strafr. 2016, p. 35, nr. 72 en p. 41; P. DHAEYER, 'Le régime de l'opposition devant les tribunaux correctionnels et de police', JT 2016, 428; S. VAN OVERBEKE, 'Verzet en hoger beroep in strafzaken na de wet van 5 februari 2016 tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie («Potpourri II ») (eerste deel)', RW 2015-16, p. 1409, nr. 18; A. WINANTS, 'Potpourri II : de nieuwe regels inzake verzet in strafzaken ', NC 2016, p. 337, nr. 8; R. VERSTRAETEN, A. BAILLEUX, J. HUYSMANS en S. DE HERT, 'Stevige verbouwingen in het strafprocesrecht: de procedure met voorafgaande erkenning van schuld, de invoering van conclusietermijnen in strafzaken en een vernieuwd stelsel van rechtsmiddelen', in R. VERBRUGGEN (ed.), Straf- en strafprocesrecht, Brugge, die Keure, 2016, 182-183, nr. 93.
Het staat aan de rechter om onaantastbaar in feite te oordelen of de beklaagde in verzet kennis had van de dagvaarding maar het Hof gaat wel na of de rechter uit zijn vaststellingen geen gevolgen trekt die op grond daarvan niet kunnen worden verantwoord; uit het enkele feit dat een dagvaarding werd betekend aan de woonst van de beklaagde, kan niet worden afgeleid dat de beklaagde kennis had van de dagvaarding (1). (1) B. DE SMET, 'Verstek en verzet', T. Strafr. 2016, p. 35, nr. 72 en p. 41; P. DHAEYER, 'Le régime de l'opposition devant les tribunaux correctionnels et de police', JT 2016, 428; S. VAN OVERBEKE, 'Verzet en hoger beroep in strafzaken na de wet van 5 februari 2016 tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie («Potpourri II ») (eerste deel)', RW 2015-16, p. 1409, nr. 18; A. WINANTS, 'Potpourri II : de nieuwe regels inzake verzet in strafzaken ', NC 2016, p. 337, nr. 8; R. VERSTRAETEN, A. BAILLEUX, J. HUYSMANS en S. DE HERT, 'Stevige verbouwingen in het strafprocesrecht: de procedure met voorafgaande erkenning van schuld, de invoering van conclusietermijnen in strafzaken en een vernieuwd stelsel van rechtsmiddelen', in R. VERBRUGGEN (ed.), Straf- en strafprocesrecht, Brugge, die Keure, 2016, 182-183, nr. 93.