Onontvankelijkheid van een vordering is een door de rechtsleer opgemerkt lapmiddel dat bepaalde rechtspraak hanteert om een akte die niet kan nietig verklaard worden op basis van de nietigheidsregels, alsnog haar effect te ontnemen onder gebruikmaking van de omstandigheid dat de wetgever nagelaten heeft de ontvankelijkheidsleer in detail in detail uit te werken.
Dit komt evenwel neer op het toevoegen van sancties aan het sanctieregime van art. 860 en volgende GerW. Daarenboven miskent de herkwalificatie van de - klaarblijkelijk verworpen - nietigheidssanctie in een onontvankelijkheid het onderscheid tussen de begrippen "rechtsvordering" en "vorderingsrecht" of - meer algemeen geformuleerd - tussen de rechtsvordering en haar uitoefeningswijze
Nietigheid komt voort uit vormgebreken, niet uit inhoudelijke gebreken.
Dit is logisch, nu het criterium van de belangenschade impliceert dat enkel het formele recht van verdediging moet zijn gewaarborgd. Wanneer een verwerende partij kàn opwerpen dat de middelen van de dagvaarding van de spreekwoordelijke pot gerukt zijn, blijkt ipso facto haar recht van verdediging gewaarborgd en is de dagvaarding geldig. Nietigheid van de akte is dus helemaal iets anders dan onontvankelijkheid van de erin vervatte handeling of vordering.
Dat een vordering onontvankelijk is, is geen gevolg van enige nietigheid van haar dragende akte omdat de nietige akte geen gevolgen heeft.
De middelen bedoeld in art. 702.3° GerW zijn feitelijke middelen, geen rechtsmiddelen.
De saisine van de rechtbank omvat immers de feiten, niet de kwalificaties." Het is aan de rechtbank om de feiten definitief te kwalificeren en wanneer zij vaststelt dat partijen omtrent en/of onder deze kwalificatie geen relevant standpunt hebben ingenomen dient zij de debatten te heropenen om partijen toe te laten dit alsnog te doen. Onder art. 702.3° GerW kwalificaties ofte rechtsmiddelen begrijpen, zou de rechtbank de macht- "bevoegdheid" - ontnemen, minstens beperken, de juiste regel toe te passen op het geschil.
Inbreuken op art. 702.3° GerW zijn gesanctioneerd met de nietigheid van de beweerd gebrekkige akte.