Uit de samenhang van de artikelen 887, tweede lid, 888, eerste lid, 2244, eerste lid en 2052 Burgerlijk Wetboek volgt dat een deelgenoot wegens benadeling van meer dan een vierde kan opkomen tegen een verdeling die ten onrechte als dading werd gekwalificeerd, maar dat deze mogelijkheid niet openstaat ten aanzien van een werkelijke dading, namelijk een wederkerige overeenkomst waarbij de partijen wederzijdse toegevingen doen om de onverdeeldheid te doen ophouden; het Hof komt hiermee terug op zijn eerdere rechtspraak.
Opmerking
Door de wet van 31 juli 2017 zoals gewijzigd door de wet van 22 juli 2018 (de erfwet) werden artikelen 887 en 888 BW gewijzigd:
uittreksel uit het Burgerlijk Wetboek
Art. 887.Verdelingen kunnen worden vernietigd wegens geweld of bedrog.
[1 Wanneer een mede-erfgenaam bewijst dat hij voor meer dan een vierde is benadeeld, kan hij tegen de anderen een vordering instellen tot aanvulling van het gedeelte dat hem bij de verdeling is toegekend.
De aanvulling wordt hem in geld toegekend, tenzij de partijen anders overeenkomen.
De vordering tot aanvulling verjaart na vijf jaar te rekenen vanaf de datum van de verdeling of, in geval van gedeeltelijke opeenvolgende verdelingen, vanaf de datum van afsluiting van de verdeling.]1
----------
(1)<W 2017-07-31/25, art. 42, 027; Inwerkingtreding : 01-09-2018>
Art. 888.[1 De vordering tot aanvulling is toegestaan tegen elke handeling, ongeacht de benaming ervan, die ertoe strekt de onverdeeldheid onder mede-erfgenamen te doen ophouden. In geval van opeenvolgende gedeeltelijke verdelingen wordt het nadeel slechts beoordeeld bij de afsluiting van de verdeling.
Ingeval de verdeling of de daarmee gelijkstaande handeling deel uitmaakt van een dading, is de vordering niet toegestaan ten aanzien van die dading.]1
----------
(1)<W 2017-07-31/25, art. 43, 027; Inwerkingtreding : 01-09-2018>
Art. 889. De vordering is niet toegelaten tegen een verkoop van erfrecht, zonder bedrog aan een medeërfgenaam, op diens risico gedaan door zijn overige medeërfgenamen of door een van hen.
Art. 890. Om te beoordelen of er benadeling geweest is, schat men de goederen op hun waarde ten tijde van de verdeling.
Art. 891.Hij tegen wie een vordering tot vernietiging is ingesteld [1 op grond van artikel 887, eerste lid,]1 kan die tegenhouden en een herverdeling beletten, door aan de eiser, hetzij in geld, hetzij in natura, aan te bieden en te verschaffen hetgeen aan diens erfdeel ontbreekt.
----------
(1)<W 2017-07-31/25, art. 44, 027; Inwerkingtreding : 01-09-2018>
Art. 892.De medeërfgenaam die zijn kavel geheel of ten dele vervreemd heeft, is niet meer ontvankelijk tot het instellen van de vordering tot vernietiging wegens bedrog of geweld [1 op grond van artikel 887, eerste lid,]1 indien hij de vervreemding gedaan heeft na het ontdekken van het bedrog of het ophouden van het geweld.
----------
(1)<W 2017-07-31/25, art. 45, 027; Inwerkingtreding : 01-09-2018>
Toelichting zie:
Charlotte Declerck, Aurélie Cassiers, Karolien ebroux, Familierechtelijke aspecten van het hervormde erfrecht , VII Vordering tot aanvulling van de verdeling, T. Fam. 2018/10