Uittreksel uit het gerechtelijk wetboek:
"Art. 703. Rechtspersonen treden in rechte op door tussenkomst van hun bevoegde organen.
Om van hun identiteit te doen blijken in de dagvaarding en in elke akte van rechtspleging is het voldoende hun benaming, hun rechtskarakter en hun maatschappelijke zetel op te geven.
De partij tegen wie zodanige akte van rechtspleging wordt ingeroepen, heeft evenwel het recht om in elke stand van het geding te eisen dat de rechtspersoon haar de identiteit meedeelt van de natuurlijke personen die zijn organen zijn.
Het vonnis over de zaak kan worden uitgesteld zolang aan deze vordering niet is voldaan."
Samenvatting van het arrest
De rechtspersonen treden in rechte op door tussenkomst van hun bevoegde organen of door een advocaat die wettelijk verondersteld wordt daartoe door hen te zijn gemachtigd.
Wanneer een advocaat aldus een rechtspersoon vertegenwoordigt, kent artikel 703, derde lid, Gerechtelijk Wetboek de verwerende partij het recht toe te eisen dat die rechtspersoon haar de identiteit meedeelt van de natuurlijke personen die haar organen zijn.
Die informatie poogt te voldoen aan het rechtmatig belang van de verwerende partij. Ze is geen voorwaarde voor de ontvankelijkheid van de rechtsvordering. Ze is noch substantieel noch op straffe van nietigheid voorgeschreven.
Het derde lid van voormeld artikel 703 bepaalt dat het vonnis over de zaak "kan" worden uitgesteld zolang aan die vordering niet is voldaan. Daaruit volgt dat het uitstel geen recht is maar aan de beoordeling van de rechter wordt overgelaten.
Het arrest beslist dat er geen grond is om de uitspraak aan te houden door te oordelen, met overneming van de redenen van de eerste rechter, dat de verweersters door een advocaat zijn vertegenwoordigd, dat het vennootschappen betreft "die te goeder naam en faam bekendstaan" en dat onduidelijk is welk belang de eiser kan hebben om de identiteit te kennen van de natuurlijke personen die hun organen zijn.