Samenvatting
Artikel 82 § 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (ook wel Arbeidsovereenkomstenwet of AOW gemomd ) bepaalt dat de opzegtermijn voor bedienden stelt dat de bediende met een (jaarlijks geïndexeerd brutoloon hoger dan 16.100 EUR , bedrag dat voor voor 2009 op 29.729 werd vastgesteld), wordt vastgesteld middels een overeenkomst tussen werkgever en werknemer. Deze overeenkomst pas ten vroegste worden afgesloten op het ogenblik van de opzegging. Indien hierover echter geen overeenkomst werd afgesloten bepaalt de rechter de opzegtermijn.
Uitzondering werd voorzien in artikel 82 § 5 van de Arbeidsovereenkomstenwet waarin voorzien werd in de mogelijkheid om voor bedienden met een jaarlijks geïndexeerd brutoloon hoger dan 32.200 EUR (geïndexeerde bedrag voor 2009: 59.460 EUR1) een opzeggingstermijn vast te leggen bij overeenkomst, afgesloten vóór het eigenlijke begin van de tewerkstelling. Met dien verstande dat als absoluut minimum de wettelijke opzegtermijn, zijnde drie maanden opzeg per begonnen schijf van vijf jaren anciënniteit moet worden gerespecteerd.
Bij arrest van het Grondwettelijk zoals alhier weergegeven werd gesteld dat dit verschil in onderscheid redelijk verantwoord is en aldus het gelijkheidsbeginsel niet schendt.
Preview
Artikel 82 § 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (ook wel Arbeidsovereenkomstenwet of AOW gemomd ) bepaalt dat de opzegtermijn voor bedienden stelt dat de bediende met een (jaarlijks geïndexeerd brutoloon hoger dan 16.100 EUR , bedrag dat voor voor 2009 op 29.729 werd vastgesteld), wordt vastgesteld middels een overeenkomst tussen werkgever en werknemer. Deze overeenkomst pas ten vroegste worden afgesloten op het ogenblik van de opzegging. Indien hierover echter geen overeenkomst werd afgesloten bepaalt de rechter de opzegtermijn. UItzondering werd voorzien in artikel 82 § 5 van de Arbeidsovereenkomstenwet waarin voorzien werd in de mogelijkheid om voor bedienden met een jaarlijks geïndexeerd brutoloon hoger dan 32.200 EUR (geïndexeerde bedrag voor 2009: 59.460 EUR1) een opzeggingstermijn vast te leggen bij overeenkomst, afgesloten vóór het eigenlijke begin van de tewerkstelling. Met dien verstande dat als absoluut minimuum de wettelijke opzegtermijn,zijnde drie maanden opzeg per begonnen schijf van vijf jaren anciënniteit moet worden gerespecteerd. Bij arrest van het Grondwettelijk Hof 14/209 van 5 februari 2009, RABG 2009/14, pagina 947 met noot, stelt ...