Schriftdeskundigen beoefenen geen exacte wetenschap en kunnen er ook volledig naast zitten. Een tegenexpertise kan tot een gans ander besluit komen en ook rechters kunnen op basis van zelfde deskundige verslagen tot andere conclusies komen.
Het alhier besproken arrest gaat dieper in op de waarde die aan een schriftdeskundig onderzoek mag gehecht. Zonder te durven stellen dat een schriftonderzoek tot het terrein van de pseudo-wetenschap behoort, verdient elk schrift-deskundig onderzoek wel een kritische benadering en kan de waarde ervan in vraag gesteld, minstens dient het aanzien als een voorzichtige poging om een waarheid te achterhalen zonder enige garantie op waarheid...
volgt de synthese van het arrest:
Het eigenhandig geschrift waarborgt de herkomst van het testament, de oprechtheid ervan, het persoonlijke karakter en de intimiteit waarin het werd opgesteld, zonder tussenkomst van een derde. Het eigenhandig geschrift (in de traditionele zin, met eigenhandige vorming van letters/cijfers, zonder gebruik van mechanische hulpmiddelen) laat toe de testator te identificeren. Het biedt een waarborg tegen eventuele vervalsing, vermits het testament geheel met de hand moet worden geschreven.
Een testament dat met behulp van een derde werd geschreven, is niet a priori ongeldig. Vereist is wel dat het louter om materiële hulp ging die de erflater niet intellectueel heeft beïnvloed, zodat het testament het spontane en weloverwogen werk blijft van de ondertekenaar
Niets belet de erflater zich te inspireren op een tekst opgemaakt door een derde of deze zelfs over te schrijven, tenzij hij ertoe werd gedwongen of een tekst kopieerde zonder dat hij die zelf begreep. Een testament is daarentegen nietig zo de testator alleen maar een passief element is geweest die omwille van onwetendheid, zijn fysieke of psychische achteruitgang niet in staat was te controleren wat hij neerschreef of de invloed van de derde dermate was dat hij zich in de plaats van de erflater heeft gesteld of zijn wil heeft verdraaid. Of de hulp van een derde zich beperkte tot louter materiële hulp, is een feitenkwestie.
De benodigde handtekening behelst een persoonlijk handschrift waarmee de testator zich (in principe gewoonlijk) ten aanzien van derden te kennen geeft. De handtekening heeft een dubbele functie. Enerzijds strekt zij tot identificatie van de testator. Anderzijds strekt zij tot validering of confirmatie.
Het testament is geldig qua handtekening zodra duidelijk is dat
(1) het weldegelijk de testator is die heeft gehandtekend en zich op die manier heeft geïdentificeerd (zij het gebeurlijk niet met zijn gebruikelijke handtekening) en
(2) de testator het testament als volledig en definitief heeft beschouwd om het aldus uitwerking te laten krijgen na zijn dood.
Het handtekeningvereiste geldt eerder als een bijkomende geldigheidswaarborg dan als een vormvereiste sensu stricto.
Een geldig testament onderstelt identificatie en een afdoende animus signandi.
De handtekening met voornaam, naam en adres kan worden aangenomen.
De rechter is niet gebonden aan het gerechtelijk deskundigenonderzoek van de schriftdeskundige.
In deze zaak besloot de schriftdeskundige tot valsheid van het testament terwijl hij in zijn verslag wel diende te verwijzen naar een andersluidend deskundig verslag dat tot de echtheid van het geschrift besloot.
Zo kan de rechter een (schrift)deskundig verslag afwijzen als al te summier en al te beperkt onderbouwd/gemotiveerd.
Zo mag een deskundige niet al te vlug uitgaan van nabootsing/immitatie en vervolgens elementen zoeken om die zienswijze te onderbouwen. Te dezen stelt de rechter vast dat de deskundige al te gerichte en selectieve argumenten gebruikt om zijn premisse kracht bij te zetten en daarbij oog mist voor afdoende détail.
Een deskundig verslag mag niet meteen doelen op veronderstellingen. Indrukken over de uitstraling van het te onderzoeken geschrift en de mate waarin descriptor zich kan beheersen of concentreren horen niet meteen thuis in een forensisch schriftonderzoek. Voorts kan een vage beschouwing over de mentale toestand van de scriptor weinig bijbrengen.
De rechter in graad van beroep kan gegeven twee tegenstrijdige deskundige verslagen aan de hand hiervan een oordeel vellen zonder nog een derde expert aan te stellen.