De regeling met betrekking tot de sperperiode werd in België vastgelegd bij art. 53, § 1 van de wet van 14 juli 1991 (wet Handelspraktijken). De bepalingen werden in gelijkaardige termen overgenomen in de wet van 6 april 2010, zijnde de Wet Marktpraktijken. De verbodsbepalingen met betrekking tot de sperperiode werden finaal opgenomen in het Wetboek van Economisch recht (WER onder artikel VI. 29:
"Art. VI.29. [1 § 1. Voor de sectoren van de kleding, de lederwaren en de schoenen is het verboden prijsverminderingen aan te kondigen die uitwerking hebben tijdens de sperperiode.
Het verbod bedoeld in het eerste lid houdt tevens het verbod in om titels te verspreiden die recht geven op een prijsvermindering tijdens de sperperiode.
§ 2. De sperperiode is de periode van een maand die het begin van de periodes bedoeld in art. VI.25 voorafgaat.
§ 3. De Koning kan goederen of categorieën van goederen aanduiden waarvoor het verbod bedoeld in paragraaf 1 niet van toepassing is.
§ 4. Het verbod bedoeld in paragraaf 1 geldt niet voor de tekoopaanbieding en de verkoop tijdens handelsmanifestaties die tijdens de sperperiode doorgaan, op voorwaarde dat deze handelsmanifestaties worden georganiseerd door de plaatselijke verenigingen van ondernemingen of met hun medewerking en dat ze hoogstens vier dagen duren per sperperiode.
De Koning kan nadere voorwaarden bepalen waaronder deze handelsmanifestaties mogen plaatsvinden.
§ 5. De sperperiode bedoeld in paragraaf 1 is niet van toepassing op uitverkopen verricht overeenkomstig de artikelen VI.22 tot VI.24.]1 (1)<Ingevoegd bij W 2013-12-21/23, art. 3, 009; Inwerkingtreding : 31-05-2014>"
De regeling betreft het verbod tot aankondigingen van prijsverminderingen gedurende of met uitwerking tijdens de “sperperiode”, in de sectoren van kleding (met inbegrip van schoenen) en lederwaren. De sperperiode is aldus een periode van ongeveer 3 weken die voorafgaat aan de jaarlijkse koopjesperiodes, die solden genoemd worden. Tijdens de sperperiode mag er geen reclame gemaakt worden voor prijsverlagingen.
De benaming wordt ook gebruikt om de periode aan te duiden van drie maanden die de verkiezingen voorafgaan. In die periode zijn overheidscommunicatie en verkiezingsuitgaven aan strengere regels onderworpen.
De sperperiode loopt van 6 december, respectievelijk 6 juni tot aan de desbetreffende soldenperiode,
De twee koopjesperiodes zijn bij wet bepaald door het Wetboek van Economisch recht (WER) boek VI: van 3 tot 31 januari en 1 tot 31 juli.
wanneer 3 januari op een zondag valt, begint de periode op 2 januari;
wanneer 1 juli op een zondag valt, dan begint de soldenperiode op 30 juni.
De sperperiodes liggen dan van 6 december tot 2 januari en van 6 juni tot 30 juni (aldus aangepast in de wet Marktpraktijken).
De Algemene Directie Controle en Bemiddeling is bevoegd om inbreuken op de koopjeswet vast te stellen en eventueel een Pro Justitia op te maken. Ze voert jaarlijks een tienduizendtal controles uit. Zo werd Pecotex in 2002 in kort geding veroordeeld tot een dwangsom van €25.000 per overtreding.
Middels arrest van 10 juli 2014 c-421/12 van het Europees Hof van Justitie werd België veroordeeld om deze wettelijke bepalingen met betrekking tot de sperperiode te handhaven en werd voor recht gesteld dat België de Europese richtlijnen terz ake niet nakomt.
Maar inmiddels lijkt de Belgische wetgever Europa een stap voor te zijn geweest door met de invoering van de "vernieuwde bepaling" in het WER te stellen dat het niet de bedoeling (meer) is om met de regeling inzake de sperwetgeving de consument te beschermen maar wel de detailhandel.
De FOD economie schrijft dan ook op haar website (weergave 4 november 2014):
Het is echter zo dat deze regels in feite niet meer kunnen worden toegepast naar aanleiding van recente rechtspraak van het Europees Hof van Justitie (arrest 10 juli 2014 C-421/12).
Dit betekent nochtans niet dat alle promoties en handelspraktijken met betrekking tot aankondigingen van prijsvermindering toegelaten zijn. Er moet geval per geval nagegaan worden of de aankondiging van prijsvermindering niet oneerlijk is in de zin van de
artikelen 93 en volgende van het WER boek VI. Het verbod op oneerlijke handelspraktijken is nog steeds van toepassing. Het is vooral belangrijk de consument niet te misleiden omtrent de aangekondigde korting.
Het moet gaan om een effectieve korting, dit wil zeggen een korting toegepast op een die wordt toegepast op een prijs die voorheen gedurende enige tijd werd toegepast. De consument moet een reëel voordeel genieten aangezien hij op basis daarvan zijn beslissing tot aankopen neemt of zal nemen.
De onderneming moet de correctheid van de aangekondigde prijsvermindering kunnen bewijzen.
Ze mag ook met verlies verkopen.
Uitwegen:
• Het aanvechten van de wettigheid van de wettelijke bepalingen op grond van de Europese regelgeving en het voormelde arrest van het Europees Hof .
• Fluistersolden: Een handelaar mag perfect lagere prijzen aanbieden ook tijdens de sperperiode zolang hij er maar geen melding van maakt. Hij mag weliswaar niet met verlies verkopen. Het verbod in de sperperiode houdt een verbod in voor aankondigingen en affichering van kortingen, maar verbiedt niet om een individuele klant korting te geven. Het is nergens verboden om een klant kenbaar te maken dat over de prijs van een product kan onderhandeld worden, of dat er (na specifieke vraag) een korting kan worden. (Voorz. Kh. Brussel 18 juni 2008, Jaarboek Handelspraktijken en Mededinging 2008, 318, noot H. De Bauw).
• Gezamenlijk aanbod: (bv. 3 kopen 2 betalen of 1 +1 gratis...) Er bestaat geen enkel verbod om tijdens de sperperiode een gezamenlijk aanbod te verlenen. Het gezamenlijk aanbod wordt juridisch omschreven als het aanbod waarbij de al dan niet kosteloze verkrijging van goederen of diensten gebonden is aan de verkrijging van andere goederen of diensten. De wetgever zowel als de FOD economie hebben uitdrukkelijk erkend dat het gezamenlijk aanbod tijdens de sperperiode toegelaten is. Zie: memorie van toelichting, Parl.St. Kamer, nr. 52-2340/001, p. 18 en website FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, FAQ Solden en Sperperiode.
• Braderie of Braderij: Op het verbod op aankondigingen van prijsverminderingen tijdens de sperperiode geldt 1 belangrijke uitzondering. Tijdens occasionele handelsmanifestaties die ten hoogste vier dagen duren, die uitgaan van een plaatselijke handelaarsvereniging én die maximaal 1 keer per jaar worden georganiseerd, moet met het verbod op aankondigingen van prijsverminderingen geen rekening worden gehouden.
Verslag 9 februari 2010 van de bespreking van de sperperiode in de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers in Wetsontwerp betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming