De figuur van de rechtsverwerking bestaat in het Belgische recht evenwel niet als autonoom rechtsbeginsel. Het Hof van Cassatie heeft dit sedert haar principearresten van 20 februari 1992 (Pas., 1992, I, 549) en 5 juni 1992 (Rev. Cass., 1992, 212) herhaaldelijk bevestigd (o.m. Cass., 1 oktober 1993,Arr. Cass., 1993, 787; Cass., 6 november 1997, Arr. Cass., 1997, 1092).
Volgens het Hof van Cassatie kan het concept van de rechtsverwerking wel afgestemd worden op de theorie van het rechtsmisbruik en de beperkende werking van de goede trouw bij de uitvoering van overeenkomsten.
Dit betekent dat aan de titularis van een recht, die een gedrag heeft aangenomen welk objectief onverenigbaar is met de uitoefening van dit recht en aldus het rechtmatig vertrouwen heeft gewekt dit recht niet meer te zullen uitoefenen, de uitoefening van dit recht slechts kan worden ontzegd indien deze uitoefening kennelijk de grenzen van een normale uitoefening door een voorzichtig persoon te buiten gaat.
Een loutere inactiviteit van de titularis van een subjectief recht is niet voldoende om tot rechtsverwerking te besluiten. Rechtsverwerking vereist immers, naast een louter stilzitten, ook concrete omstandigheden die er op wijzen dat een met het recht, dat men wenst te laten gelden, strijdige handeling wordt verricht (zie o.m. Luik, 3 mei 2000, TB.B.R., 2003, 597).
Rechtsverwerking kan derhalve slechts indirect te worden aangewend middels de misbruiktoets, dit kan door aan te tonen dat de rechtsuitoefening gebeurt op manifest grensoverschrijdende wijze, dan wel door het beschamen van het rechtmatig vertrouwen.
Aldus laat het verbod op rechtsmisbruik ook toe om een vordering af te wijzen voor het verstrijken van de verjaringstermijn en een vordering toe te wijzen na het verstrijken van de wettelijk omschreven verjaringstermijn.
Uittreksel uit het NBW (boek 1)
Art. 1.9 Rechtsmisbruik
Niemand mag misbruik maken van zijn recht.
Wie zijn recht uitoefent op een wijze die kennelijk de grenzen te buiten gaat van de normale uitoefening van dat recht door een voorzichtig en redelijk persoon in dezelfde omstandigheden geplaatst, maakt misbruik van zijn recht.
De sanctie voor een dergelijk misbruik bestaat in de matiging van het recht tot zijn normale rechtsuitoefening, onverminderd het herstel van de schade die het misbruik heeft berokkend.
Uittreksel NBW (boek 5)
« Art. 5.73 Uitvoering te goeder trouw en verbod van rechtsmisbruik
Een contract moet te goeder trouw uitgevoerd worden.
Krachtens het eerste lid:
1° moet elk van de partijen zich bij de uitvoering van het contract gedragen zoals een voorzichtig en redelijk persoon in dezelfde omstandigheden geplaatst;
2° mag niemand misbruik maken van de rechten die hij aan het contract ontleent.
Elke afwijking van dit artikel wordt voor niet-geschreven gehouden. »
Zie ook www.elfri.be - Artikel - Rechtsmisbruik