De zienswijze van verzoeker, dat enkel een «hard» bewijs het vermoeden kan weerleggen, kan de Raad evenwel niet bijvallen. Het staat aan de partij die de regelmatigheid van de beslissing om te handelen betwist, om dit door alle mogelijke rechtsmiddelen te bewijzen
Alle mogelijke rechtsmiddelen betekent, naar het oordeel van de Raad van State, dat het een partij onder meer toegelaten is het tegenbewijs te leveren op grond van vermoedens en om voldoende gewichtige, duidelijke en overeenstemmende indiciën aan de rechter voor te leggen die ernstige twijfels kunnen wekken, die minstens tot gevolg hebben dat de bewijslast wordt omgekeerd. Des te meer is dit zo, bedenkt de Raad van State, indien verzoeker in reactie op de verwerende partijen opmerkelijk ambigu blijft.
Het hier besproken vermoeden verplicht ertoe, tot weerlegging, aan te nemen dat de beslissing om een beroep in te stellen op regelmatige wijze van het wettelijk bevoegde orgaan is uitgegaan. Het stelt dit orgaan er niet van vrij om daarbij de verjaringstermijn na te leven, die immers in de annulatieprocedure voor de Raad van State de openbare orde raakt wegens de eigenheid van het objectief contentieux en de beginselen die de werking van de openbare dienst beheersen. Indien er al een regularisatie «te bekwamer tijd» denkbaar is, zoals verzoeker betoogt met verwijzing naar art. 848 Ger.W., dan nog kan dit ook enkel binnen de verjaringstermijn.
Anders oordelen zou aan de verjaringstermijn die zich in de procedures voor de Raad van State aan alle partijen opdringt, voor één categorie van partijen – rechtspersonen vertegenwoordigd door een advocaat – elke betekenis ontnemen en zo zou het weerlegbaar wettelijk vermoeden zelf zinloos worden.
Nog anders verwoord: het vermoeden dat de raadsman is gemandateerd, neemt niet weg dat de beslissing om een beroep in te stellen door het wettelijk bevoegde orgaan binnen de voorgeschreven termijn moet zijn genomen, zij het dat rechtspersonen die een beroep doen op de bijstand van een raadsman, het weerlegbaar vermoeden genieten dat die dubbele voorwaarde vervuld is. De weerlegbaarheid ziet dan ook op de beide voorwaarden.