Artikel 10 VCRO stelt:
"Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is niet nodig voor de uitvoering van de volgende handelingen op openbaar domein of op een terrein dat na de handelingen tot het openbaar domein zal behoren:
1 ° de aanleg of wijziging van verhardingen waarvan de oppervlakte 150 vierkante meter of minder bedraagt, met een reliëfwijziging van minder dan 50 cm;
2° het aanbrengen van een andere verharding met een maximale uitbreiding van 150 vierkante meter. De vrijstelling geldt niet als de bestaande weg een aardeweg, grindweg, steengruisweg of kasseiweg is;
3 ° de aanleg van verhoogde kruispunten, verkeersdrempels en andere verkeersremmende ingrepen binnen de bestaande verhardingsbreedte;
4° gebruikelijke ondergrondse constructies en aansluitingen, zoals installaties voor het transport of de distributie van drinkwater, afvalwater, elektriciteit, aardgas en andere nutsvoorzieningen;
5° gebruikelijke aanhorigheden;
6° technische constructies van algemeen belang met een maximaal volume van 3 0 kubieke meter en een maximale hoogte van 5 meter;
7° de ondergrondse aanhoging of uitdieping van waterlichamen of de versteviging van oevers, voor zover deze niet gelegen zijn in een ruimtelijk kwetsbaar gebied en het project niet voor komt op bijlage I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage;
8° waterbeheersingswerkzaamheden die niet zonder acuut gevaar of schade kunnen worden uitgesteld, zoals het doorbreken van waterkeringen bij rechtstreeks overstromingsgevaar;
9° strand- en duinophogingen, strand- en duinverbredingen, het slopen van niet meer gebruikte strandhoofden;
10° de plaatsing van seizoensgebonden, niet-overdekte terrassen bij horecazaken; 11 ° kleinschalige faunavoorzieningen langs wegen, spoorwegen en waterlopen;
12° de plaatsing van glasbollen, kledingcontainers en andere boven- of ondergrondse houders voor de selectieve verzameling en ophaling van afval, als de gezamenlijke oppervlakte kleiner is dan twintig vierkante meter (voor de bepaling van deze maximale oppervlakte wordt ook rekening gehouden met de de ondergrondse delen die mee in rekening moeten gebracht)".
Een stedenbouwkundige vergunning dient rekening te houden met hinderaspecten, met de verenigbaarheid met de bestaande toestand en met de goede ruimtelijke ordening in de onmiddellijke omgeving.
Indien een stedenbouwkundige vergunning geen rekening houdt met de hinderaspecten rekening, maakt dit schending uit van artikel 4.3.1 VCRO en dient de vergunning buiten toepassing verklaard (art. 159 Gw.).Een normaal zorgvuldige stad zorgt er voor dat het vergunningsdossier volledig is en ziet er op toe dat de vergunning correct gemotiveerd is.
Een stad dient in te staan voor het sorteren en verzamelen van afval, doch het plaatsen van de containers op de dijk, tegenover een residentie, in natuurgebied, maakt een schending van de algemene zorgvuldigheidsnorm uit. Bij het plaatsen van de containers dient de plaatsgesteldheid in overweging genomen. Bij het plaatsen van containers dient onderzoek gedaan naar een (andere) geschikte locatie voor de containers. Plaatsing van containers vergt overleg met de omwonenden, zeker rekening houdende met de te verwachten impact en hinder van de containers voor de omwonenden.
Het nemen van een beslissing tot plaatsing van een containerpark dient door de stad met zorgvuldigheid en voldoende motivering genomen..
Dat de vergunning niet werd aangevochten door de omwonenden doet hier geen afbreuk aan. Dit belet de omwonenden de onwettigheid van de vergunning kunnen op te werpen. Artikel 159 Gw. raakt ten andere de openbare orde.
Indien de stad aldus onrechtmatig handelt, is zij schadeplichtig en kunnen de omwonenden een herstel in natura nastreven.
Afvalcontainers veroorzaken bovenmatige hinder door geluidsoverlast en (in casu ook visuele overlast). Het gaat niet om slechts "louter subjectieve indrukken". Hierbij kan niet verwezen naar de noodzaak van de containers om reden van openbaar nut. Afval dient aangepakt, maar op de juiste manier. geplaatste "containerpark" voldoet de stad niet slechts aan de behoeften van de gebruikers van het strand of van de dijk, doch ook aan de behoeften van alle omwonenden alsook van de horecauitbaters.
Vermits de vordering van de geïntimeerden reeds werd toegekend op grond van artikel 1382 BW wordt hier niet verder ingegaan op de gevolgen van de (eveneens weerhouden) burenhinder.