Hef directiecomité is een collegiaal orgaan zodat de kennisname van de feiten die een ontslag om dringende reden kunnen verantwoorden moet worden beoordeeld in hoofde van dat orgaan, wat veronderstelt dat de leden ervan na op geldige wijze te zijn samen geroepen erover beslissen na gezamenlijke beraadslaging. Kennis van de feiten door elk van de afzonderlijke leden ervan zou derhalve niet volstaan als kennisname door het orgaan zelf indien ze niet overeenkomstig de geldende procedure in vergadering zijn bijeengekomen.
Om voldoende kennis van de feiten te verwerven kan het bevoegd orgaan ertoe beslissen het betrokken personeelslid eerst te horen.
Het ontslag om dringende reden kan volgens artikel 35, derde lid WAO niet meer zonder opzegging of vóór het verstrijken van de termijn worden gegeven wanneer het feit ter rechtvaardiging van het ontslag zonder opzegging of voor het verstrijken van de termijn sedert ten minste 3 werkdagen bekend is aan de partij die zich hierop beroept.
Minstens één van de feiten die als dringende reden worden ingeroepen moet de werkgever ter kennis zijn gekomen binnen het tijdsbestek van 3 werkdagen die het ontslag vooraf gaan.
De partij die zich op een dringende reden beroept moet bewijzen dat zij die termijn heeft nageleefd. De kennisname moet worden beoordeeld in hoofde van de persoon of het orgaan bevoegd om ontslag te geven (Cass. 7 december1998, RW 1999-2000, 848).
Onder kennisname van de feiten moet worden verstaan dat de partij voldoende zekerheid heeft gekregen over het bestaan van de feiten en de ernst ervan om met kennis van zaken een beslissing te kunnen nemen, zowel voor zichzelf als ten aanzien van de wederpartij en van het gerecht (Cass. 14 oktober 1996, JTT 1996, 500; Cass. 6 september 1999, JTT 1999, 457; Cass. 8 november 1999, JTT 2000, 211, concl. Adv. Gen. Leclercq; Cass. 19 maart 2001, JTT 2001, 249; Cass. 14 mei 2001, JTT 2001, 390).
Er kan niet worden vereist dat een onderneming zo is georganiseerd dat zij reeds eerder van de feiten kennis had kunnen krijgen (Cass. 13 mei 1991, RW 1991-92, 406).