Wanneer het feit dat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens dringende reden zou rechtvaardigen, bestaat in een voortdurende tekortkoming, bepaalt de werkgever het tijdstip vanaf wanneer die tekortkoming elke professionele samenwerking onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt .
Daaruit volgt dat het ontslag om dringende reden omwille van een voortdurende tekortkoming tijdig is, indien deze tekortkoming nog bestond tot drie dagen voor het ontslag
Ter beoordeling van de tijdigheid van het om een dringende reden gegeven ontslag, gaat de rechter in dergelijk geval na of het verweten feit nog bleef voortduren tot drie werkdagen voor het ontslag; wanneer de rechter oordeelt dat de door de werkgever aangevoerde voortdurende tekortkomingen van de werknemer een dringende reden vormen, is het ontslag op staande voet, gegeven binnen drie werkdagen na het ophouden van de in aanmerking genomen tekortkomingen, regelmatig, ook al had de werkgever, naar het oordeel van de rechter, die tekortkomingen reeds tevoren als dringende reden kunnen aanvoeren.
Opmerking. over tolerantie na het stellen van een ultimatum
Voormelde rechtsprak dient wel gerelativeerd waarbij dient het uitblijven van de vaststelling van de onmogelijkheid tot samenwerking niet mag aanzien worden als een tolerantie.
Het tolereren van een tekortkoming kan aanzien worden als een bewijs dat de verdere samenwerking juist niet definitief onmogelijk gemaakt wordt. De werkgever dient dus wel degelijk te reageren. Indien de werkgever niet reageert ten aanzien van een voortdurende tekortkoming of na het stellen van een ultimatum gedurende lange tijd geduld blijft uitoefenen kan deze houding aanzien worden als een bewijs dat de samenwerking niet definitief onmogelijk is geworden.
Commentaar
Bij een voortdurende tekortkoming is het wel zo dat de partij die het initiatief neemt voor het ontslag zelf oordeelt op welk tijdstip de tekortkoming elke professionele samenwerking definitief en onmiddellijk onmogelijk maakt. Deze partij beslist dus hoelang zij de voortdurende tekortkoming kan verdragen en beslist vanaf welk ogenblik de toestand onaanvaardbaar ernstig wordt. Dit geldt bijvoorbeeld bij voortdurende insubordinatie. Het ontslag is tijdig in zoverre het wordt gegeven binnen de drie werkdagen na kennisneming van het ophouden van de voortdurende tekortkoming.