Samenvatting
Artikel 35 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten bepaalt:
"Elke partij kan de overeenkomst zonder opzegging of vóór het verstrijken van de termijn beëindigen om een dringende reden die aan het oordeel van de rechter wordt overgelaten en onverminderd alle eventuele schadeloosstellingen.
Onder dringende reden wordt verstaan de ernstige tekortkoming die elke professionele samenwerking tussen de werkgever en de werknemer onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt.
Ontslag om een dringende reden mag niet meer zonder opzegging of vóór het verstrijken van de termijn worden gegeven, wanneer het feit ter rechtvaardiging ervan sedert ten minste drie werkdagen bekend is aan de partij die zich hierop beroept.
Alleen de dringende reden waarvan kennis is gegeven binnen drie werkdagen na het ontslag kan worden aangevoerd ter rechtvaardiging van het ontslag zonder opzegging of vóór het verstrijken van de termijn.(...)".
Vaak voorziet het arbeidsreglement in een meldingsprocedure in geval van arbeidsongeschiktheid.
De beweerde afwezigheid van een attest van arbeidsongeschiktheid kan weerlegd door de voorlegging van een kopie van dit attest waarbij niet zomaar mag verondersteld dat dit attest niet tijdig werd voorgelegd aan de werkgever.
Zelfs indien de werknemer eiseres, zou nagelaten hebben spontaan een nieuw geneeskundig getuigschrift in te dienen nadat een eerdere periode was gedekt, dan nog vormde dit in de gegeven omstandigheden geen ernstige tekortkoming waardoor de professionele samenwerking onmiddellijk en definitief onmogelijk zou zijn geworden.
De werkgever die geen attest bekomt dient eerst de werknemer aan te manen om diens afwezigheid te verantwoorden. Zonder deze aanmaning, kan immers niet uitgesloten worden dat het niet gewoon ging om een vergetelheid in hoofde van de werknemer, waarbij deze vergetelheid ook aan de ziekte kan te wijten zijn.
Preview
ARBEIDSRECHTBANK VAN BRUSSEL 23 ste kamer - openbare zitting van 20 DECEMBER 2011 VONNIS A.R.. nr 18878/10 Arbeidsovereenkomst bediende Aud. nr Rép. nr 011/27738 IN DE ZAAK : Mevrouw X eisende partij, TEGEN : De VZW LA MAISON, met maatschappelijke zetel gevestigd te 1630 Linkebeek, Hollebeek, 24, KBO nr. 0410.174.891, verwerende partij, Gelet op de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtzaken, Gelet op de wet van 10 oktober 1967, houdend het Gerechtelijk Wetboek, De procedure De rechtbank nam kennis van volgende procedurestukken: · het inleidend verzoekschrift neergelegd ter griffie op 28 december 2010; · de conclusies van verwerende partij neergelegd ter griffie op 11 april 2011; · de conclusies van eisende partij neergelegd ter griffie op 9 juni 2011; · de aanvullende en syntheseconclusies van verwerende partij neergelegd ter griffie op 29 juli 2011; · de syntheseconclusies van eisende partij neergelegd ter griffie op 16 september 2011; · de syntheseconclusies van verwerende partij neergelegd ter griffie op 17 oktober 2011; · en de dossiers van partijen. De verzoeningspoging ter zitting van 22 november 2011 is mislukt. De partijen ...