Artikel 14 van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen bepaalt het volgende:
'Elk op verzoek van een handels- of ambachtsonderneming betekend deurwaardersexploot vermeldt steeds het ondernemingsnummer.
Bij gebreke aan vermelding van het ondernemingsnummer op het deurwaardersexploot, verleent de rechtbank uitstel aan de handels- of ambachtsonderneming om haar inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen op de datum van het inleiden van de vordering te bewijzen.
Indien de handels- of ambachtsonderneming haar inschrijving in deze hoedanigheid in de Kruispuntbank van Ondernemingen op de datum van het inleiden van haar vordering niet bewijst binnen de door de rechtbank gestelde termijn of indien blijkt dat de onderneming niet ingeschreven is in de Kruispuntbank van Ondernemingen, verklaart de rechtbank de vordering van ambtswege onontvankelijk.
Indien de handels- of ambachtsonderneming wel in deze hoedanigheid is ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen, maar haar vordering gebaseerd is op een activiteit waarvoor de onderneming op de datum van de inleiding van de vordering niet is ingeschreven of die niet valt onder het maatschappelijk doel waarvoor de onderneming op deze datum is ingeschreven, is de vordering van die onderneming eveneens onontvankelijk. De onontvankelijkheid is evenwel gedekt, indien de onontvankelijkheid niet voor elke andere exceptie of verweermiddel wordt ingeroepen';
Bij ontstentenis van inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen is geen enkele rechtsvordering ontvankelijk, ongeacht of het een hoofdvordering dan wel een tussenvordering betreft.
De ondernemer mag in een procedure niet optreden als eiser maar wel als verweerder aangezien het recht om zichzelf te verdedigen een algemeen rechtsbeginsel is
Artikel 14 van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, zoals van toepassing op het geschil, is niet van toepassing op de akten van verdediging tegen een vordering, ook als die akte een derdenverzet betreft.
Inmiddels zijn de bepalingen mbt de KBO opgenomen in het WER.
uittreksel uit het WER
Art. III.26.[
1 § 1. Elk op verzoek van een [
2 inschrijvingsplichtige onderneming]
2 betekend deurwaardersexploot vermeldt steeds het ondernemingsnummer.
[
2 Bij gebreke aan vermelding van het ondernemingsnummer op het deurwaardersexploot, verleent de rechtbank uitstel aan de inschrijvingsplichtige onderneming om haar inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen te bewijzen of om zich in te schrijven in de Kruispuntbank van Ondernemingen.]
2 [
2 Indien de inschrijvingsplichtige onderneming haar inschrijving in deze hoedanigheid in de Kruispuntbank van Ondernemingen op de datum van het inleiden van haar vordering niet bewijst of niet is ingeschreven binnen de door de rechtbank gestelde termijn in de Kruispuntbank van Ondernemingen, verklaart de rechtbank van ambtswege de vordering van de inschrijvingsplichtige onderneming onontvankelijk.]
2 § 2. [
2 Indien de inschrijvingsplichtige onderneming wel in deze hoedanigheid is ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen, maar haar hoofdvordering, tegenvordering of vordering tot tussenkomst, ingediend bij verzoekschrift, bij conclusie of deurwaardersexploot, gebaseerd is op een activiteit waarvoor de inschrijvingsplichtige onderneming op de datum van de inleiding van die vordering niet is ingeschreven of die niet valt onder het maatschappelijk doel waarvoor de inschrijvingsplichtige onderneming op deze datum is ingeschreven, is de vordering van die inschrijvingsplichtige onderneming onontvankelijk. De onontvankelijkheid is evenwel gedekt, indien ze niet voor elke andere exceptie of verweermiddel wordt ingeroepen.]
2]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-07-17/32, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 09-05-2014>
(
2)<W
2018-04-15/14, art. 59, 059; Inwerkingtreding : 01-11-2018>