Samenvatting
Art. 337§1 B.W. bepaalt weliswaar dat de vordering aan het kind persoonlijk toekomt doch dit houdt in dat, tijdens de minderjarigheid van het kind de moeder de vordering als wettelijk vertegenwoordiger (art. 376, 3° lid B.W.) kan instellen in zijn naam en voor zijn rekening. Daartoe is geen machtiging van de vrederechter vereist (art. 378§1, 1° lid B.W. waarin geen verwijzing naar art. 410§1, 7° B.W. wordt gemaakt).
De grondslag van het recht op een onderhoudsuitkering bedoeld in artikel 336 B.W. is de biogenetische band en niet de geslachtsgemeenschap op zich.(Gent (lek) 28 maart 2002,R. W 2003-04, afl. 2, 69)
Eiseres bewijst dat partijen samenwoonden, en verweerder aanwezig was in de materniteit, op de verjaardag van BL en op een aantal familie-uitstappen.
Zelfs indien de gegevens die het mogelijk maken te besluiten tot het bestaan van intieme betrekkingen tussen partijen tijdens het wettelijk tijdperk van de verwekking talrijk zijn, en zo het vaderschap van verweerder waarschijnlijk is, kan de rechtbank besluiten om toch over te gaan tot een DNA-onderzoek wanneer verweerder blijft ontkennen en er tegenstrijdigheden bestaan tussen de verklaringen van partijen.
De verweerder kan dan met alle middelen van recht bewijzen dat hij niet de genetische vader is van het kind (artikel 338bis B.W.).
De exeptio plurium concubinentium is geen afdoend verweermiddel.
Enkel een DNA-onderzoek, dat volgens verweerder uitsluitsel kan geven, is hier een afdoend bewijsmiddel.
Preview
Algemene rol numrner : 08/617/A Inzake van: N.L., handelend in haar hoedanigheid van moeder-wettige beheerster over de persoon en de goederen van haar minderjarige zoon BL, met haar samenwonend Eiseres, vertegenwoordigd door mr. Marc Decramer, advocaat te 8910 Wervik, Nieuwstraat 23 Tegen: RH arbeider, geboren te Antwerpen op 20 mei 1970, wonende te 8930 Menen, Generaal Lemanstraat 57 Verweerder, vertegenwoordigd door mr. Elfri De Neve, advocaat te 9700 Oudenaarde, Stationsstraat 29 heeft de rechtbank van eerste aanleg te IEPER het volgende vonnis verleend : Gelet op de artikelen 2 en volgende van de wet van 15 juni 1935 op het taalgebruik in gerechtszaken. Gelet op het proces-verbaal van vrijwillige verschijning van 17 december 2008. Gelet op de overige stukken van het geding. Gehoord de partijen in hun middelen en conclusies. Gehoord de heer Th. Verbaeys, eerste substituut-procureur des Konings, in zijn mondeling advies, waarop eiseres opmerkingen heeft gemaakt. I. Antecedenten: Partijen hebben gedurende een vijftal jaren een relatie gehad en samengewoond. Uit hun relatie is een kind geboren ni. BL geboren op .. 1997, zo stelt eiseres. Het kind der partijen is nooit erkend geworden door verweerder. Onder verwijzing ...