Onder identieke of substantieel dezelfde feiten moet worden verstaan een geheel van concrete feitelijke omstandigheden welke onlosmakelijk in tijd en ruimte met elkaar verbonden zijn. De rechter mag zich aldus niet beperken tot de controle van de identiteit van de feiten, maar moet ook minstens nagaan of er sprake is van een geheel van concrete feitelijke omstandigheden welke onlosmakelijk in tijd e nruimte met elkaar verbonden zijn. ((zie Cassaite 22 maart 2016, T. Strafr. 2016/5, 263; Cass. 20 mei 2014, AR P.13.0026.N, AC 2014, nr. 357; Cass. 24 juni 2014, AR P.13.1747.N, AC 2014, nr. 452; Cass. 17 februari 2015, AR P.14.1509.N, AC 2015, nr. 119; Cass. 24 april 2015, AR F.14.0045.N, AC 2015, nr. 275..
Bij de beoordeling of het om zelfde feiten gaat is niet de juridische kwalificatie van de feiten doorslaggevend, maar wel de feitelijke context waarin de geviseerde gedraging plaatsvond. Er is sprake van substantieel dezelfde feiten wanneer zij zich situeren in een geheel van concrete feitelijke omstandigheden die onlosmakelijk in tijd en ruimte me telkaar verbonden zijn.
zie onder meer:
HvJ 18 juli 2007, nr.C-367/05, Kraaijenbrink;
HvJ 28 september 2006, nr.C-150/05, VanStraaten,en
HvJ 9 maart 2006, nr.C-436/04, VanEsbroeck.
EHRM 16juni 2009, Ruotsalainent. Finlanden
EHRM 10 februari2009, Zolotukhint.Rusland.
H. VAN BAVEL, “Idem betekent niet altijd hetzelfde” (noot onder Cass. 24 juni 2014), T.Strafr. 2014, afl. 5, 314-18
C. CONINGS, “Ne bis in idem. Tijd voor hetzelfde idem”, NJW2012, afl.261, 274-82.
EHRM10februari 2009, Zolotukhint.Rusland, r.o.84.
Merk ook op dat een buitenvervolgingstelling evenzeer in aanmerking kan genomen worden voor de toepassing van het non-bis in idem beginsel zie Hof van Justitie HvJ 5 juni 2014,nr.C-398/12, M,r.o.30.:
“voor zover zij [de beschikking tot buitenvervolgingstelling(door de raadkamer)] een onherroepelijke beslissing inhoudt over de ontoereikendheid van deze bewijzen en elke mogelijkheid uitsluit dat de zaak wordt heropend op basis van hetzelfde geheel van aanwijzingen.”