De buitencontractuele aansprakelijkheid curator na sluiting faillissement
Kan de curator na de sluiting van een persoonlijk faillissement, aangesproken worden op basis van artikel 1382 BW.
De curator als goede huisvader tot einde faillissement
De curator is ertoe gehouden is op straffe van persoonlijke aansprakelijkheid alle handelingen te verrichten tot bewaring van de rechten van de gefailleerde tegen zijn schuldenaars.
Gefailleerde en de schuldeisers in de boedel kunnen tijdens het faillissement op geëigende momenten hun verzuchtingen en rechten ten aanzien van het optreden van de curator laten gelden.
Artikel XX. 171 (cfr oud 79-80 Faill.W). 1997 bepaalt:
Nadat de rechtbank in voorkomend geval de betwistingen betreffende de rekening heeft beslecht en de rekening zo nodig heeft verbeterd, beveelt zij, op verslag van de rechter-commissaris, en na behoorlijke oproeping van de gefailleerde, de sluiting van het faillissement.
Binnen een maand na het vonnis dat de sluiting van het faillissement beveelt, zenden de curatoren een kopie van de verbeterde vereenvoudigde rekening samen met een overzicht van de bedragen die effectief werden uitgekeerd aan de verschillende schuldeisers, over aan de administratie van de btw en de administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit.
Het vonnis waarbij de sluiting van het faillissement wordt bevolen, wordt door de curator bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
De sluiting van het faillissement maakt een einde aan de opdracht van de curatoren, behalve wat de uitvoering van de sluiting betreft, en houdt een algemene kwijting in
Het totaal bedrag van het actief wordt vermeld en op de vergadering wordt de rekening besproken, waarna dan in het raam van de sluitingsvergadering de gefailleerde of zijn schuldeisers de rekeningen kunnen betwisten en de curator aansprakelijk houden.
Het vonnis van sluiting verleent aan de curator een volledige en algemene kwijting voor zijn beheer en dit ten opzichte van de gefailleerde en de schuldeisers.
Aansprakelijkheidsvordering tegen de curator door de gefailleerde of de tot de sluitingsvergadering opgeroepen schuldeisers kan enkel worden ingesteld vóór het sluiten van het faillissement.
Daarna kan geen enkele vordering meer worden ingesteld ten aanzien van de curator, met uitzondering evenwel voor handelingen die betrekking hebben op de uitvoering van de sluiting.
Hou er rekening mee dat deze rechtspraak dateert van voor de invoering van boek XX WER inzake het insolventierecht van kracht sinds 1 mei 2018:Dit maakt de rechtspraak daarom niet irrelevant, maar vergt een vergelijkend nazicht met de actuele wetgeving.
Uittreksel uit het wetboek van economisch recht
Boek XX insolventie van de onderneming