Overeenkomstig artikel 23, § 1, 2° WIB 1992 zijn beroepsinkomsten inkomsten die rechtstreeks of onrechtstreeks voortkomen uit werkzaamheden van alle aard en met name, onder meer, baten.
Wat onder baten dient te worden verstaan, wordt in de wet verder omschreven in artikel 27 WIB 1992.
Overeenkomstig artikel 27, eerste lid WIB 1992 zijn baten alle inkomsten uit een vrij beroep, een ambt of post en alle niet als winst of als bezoldigingen aan te merken inkomsten uit een winstgevende bezigheid.
Een winstgevende bezigheid veronderstelt een geheel van verrichtingen die zich vaak genoeg voordoen en met elkaar verbonden zijn om een voortdurende en gewone bedrijvigheid uit te maken en die een beroepskarakter hebben.
Het is aan de administratie om aan te tonen dat er sprake is van een winstgevende activiteit in de zin van artikel 27, eerste lid WIB 1992. Daartoe beschikt de administratie over alle middelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed.
Het behoort dus aan de Belgische Staat om aan te tonen dat deze verrichting valt buiten het normaal beheer van een privévermogen.
Het normaal beheer van een privévermogen betreft handelingen die betrekking hebben op onroerende goederen, portefeuillewaarden en roerende voorwerpen en die door een goed huisvader gewoonlijk worden gesteld met het oog op de aangroei of het behoud van zijn vermogen. Daden van een goede huisvader zijn daden die deze verricht voor het dagelijks beheer, en tevens met het oog op het winstgevend maken, de tegeldemaking en de wederbelegging van bestanddelen van een vermogen, dit zijn goederen die hij heeft verkregen door erfopvolging, schenking of door eigen sparen, of nog als wederbelegging van vervreemde goederen.
Men moet derhalve nagaan welke handelingen een normaal voorzichtig persoon in dezelfde omstandigheden zou stellen, waar bij de beoordeling van de gebruikte methode en de ingezette middelen rekening gehouden moet worden met de omvang van het beheerde vermogen.