Verhuurders dienen in te staan voor het verkrijgen van de vergunning verbonden aan een huurceel (zoals het bouwen of het verbouwen ervan, maar ook het exploiteren ervan als handelszaak) en met de ligging van het verhuurde goed (zoals het wijzigen van de bestemming). Dit behoort tot de leveringsplicht van de verhuurders krachtens art. 1719, 1e BW.
Het verhuren van een niet vergund pand behelst een overeenkomst met ongeoorloofd voorwerp. De regelen van ruimtelijke ordening vormen een wetgeving van openbare orde (Rb. Henegouwen (afd. Charleroi) 23 januari 2015, T.Vred. 2017, 316), zodat de eerste voorliggende vraag is of de eisende partijen de rechtbank kunnen adiëren om mee te werken aan het in stand houden van een toestand die strijdig is met de openbare orde.
Wie een vordering instelt die strijdig is met de openbare orde, heeft geen rechtmatig belang om ze in te dienen Krachtens art. 17 Ger.W. kan de rechtsvordering niet worden toegelaten indien de vorderende partij geen rechtmatig belang heeft. De rechtsvordering is slechts toelaatbaar indien herstel van een krenking van een rechtmatig belang wordt beoogd.
Het toelaten van een vordering die strekt tot de instandhouding van een toestand die strijdig is met de openbare orde, zou betekenen dat de rechtbank mede gestalte zou geven aan de illegaliteit en zou leiden tot gevolgen «die naar het algemeen rechtsgevoelen onaanvaardbaar zijn».
Bepaalde rechtspraak laat een dergelijke vordering wél en concludeert slechts tot de absolute nietigheid ab initio en met terugwerkende kracht, van de huurovereenkomst met een ongeoorloofd voorwerp in strijd met de openbare orde, met terugplaatsing van ieder van de partijen in de initiële toestand (bv. Rb. Henegouwen (afd. Charleroi) 23 januari 2015, hierboven vermeld; Vred. Etterbeek 26 september 2011, T.Vred. 2013, 272; Vred. Sint-Jans-Molenbeek 12 april 2011, T.Vred. 2013, 283). De Vrederechter te Westerlo deelt deze zienswijze niet omdat alleen reeds het toelaten van een dergelijke vordering – los van welkdanige beslissing ook ten gronde – de medewerking van de rechtbank zou betekenen aan een illegale situatie.