Art. 1907bis. Burgerlijk wetboek stelt:
Bij gehele of gedeeltelijke terugbetaling van een lening of interest kan in geen geval van de schuldenaar, buiten het terugbetaalde kapitaal en de vervallen interest, een vergoeding voor wederbelegging worden gevorderd, groter dan zes maanden interest, berekend over de terugbetaalde som en naar de in de overeenkomst bepaalde rentevoet.
Het zou verleidelijk zijn om deze wettelijke bepaling die de wederbeleggingsvergoeding limiteert toe te passen op de kredietopeningen.
Slechts wanneer het krediet kan gekwalificeerd worden als een kredietopening is art. 1907 bis BW van toepassing. Voor commerciële kredietopeningen bedraagt ingevolge artikel 9 van de wet van 21 december 2013, bedraagt de wederbelegiingsvergoeding (funding loss), indien deze is bedongen, maximaal 6 maand interest, berekend over de terugbetaalde som en naar in de overeenkomst bepaalde rentevoet, voor de ondernemingskredieten waarvan het oorspronkelijke kredietbedrag hoogstens 1 miljoen euro bedraagt.
Deze laatste wettelijke bepaling is pas in werking getreden op 10 januari 2014 en is van toepassing op kredietovereenkomsten gesloten vanaf die datum.
Voor oudere kredietovereenkomsten geldt deze bepaling niet waarvoor dus het onderscheid van kwalificatie (lening op afbetaling met beperkingsmogelijkheid wederbeleggingsvergoeding) of kredietovereenkomst (zonder beperking van funding loss) essentieel is.
De kwalificatie die partijen aan de overeenkomst hebben gegeven is niet bepalend. Voor de beoordeling van de vraag of artikel 1907bîs BW van toepassing is, moet de rechter nagaan of de overeenkomst de kenmerken van een lening vertoont. De rechtbank kan uit het geheel van de elementen van een bankverrichting besluiten dat de door de bank aan de verrichting gegeven kwalificatie onjuist is en dat het gaat om een lening en niet om een kredietopening. Indien dit het geval is, moet hij toepassing maken van de beperking van artikel 1907bîs BW, die van dwingend recht is.
Een kredietopening is een consensuele en wederkerige overeenkomst waarbij een kredietinstelling aan een kredietnemer een kapitaal mits een intrest ter beschikking stelt dat de kredietnemer in één of meerdere keren kan opnemen.
De kredietopening bepaalt een maximumbedrag of kredietlimiet. Tot dit bedrag kan de kredietnemer naar eigen goeddunken geld opnemen. Het terugbetalen gebeurt volgens zijn eigen inzicht, maar de kredietovereenkomst kan, naast de intresten, een bepaalde periodieke minimumafbetaling of een terugbetaling door afname van tegoeden op een bankrekening vooropstellen. Er ontstaat in dat laatste geval tussen de kredietgever en de kredietnemer een rekeningcourantverhouding. Bij een kredietopening is dikwijls een wederopname mogelijk, waarbij de kredietnemer het gedeelte van het kapitaal dat hij reeds heeft terugbetaald, opnieuw kan opnemen, zolang hij het totale bedrag van de kredietlijn niet overschrijdt.
Een lening is een zakelijke overeenkomst waarbij een persoon (de uitlener) aan een ander persoon (de ontlener) het tijdelijk gebruik van een zaak afstaat, onder de verplichting om deze zaak terug te geven na gebruik of na afloop van de overeengekomen termijn. Wanneer een lening bestaande uit een geldsom mits een vergoeding in geld wordt afgesloten, is er een lening op intrest.
De gelijktijdigheid van het ter beschikking stellen van de gelden en het ontstaan van het contract, wegens het zakelijk karakter ervan, moet met soepelheid worden beoordeeld, zoniet sluit men de figuur van de lening uit bij een relatie tussen een kredietnemer en een bank, waar er altijd een zeker tijdsverschil bestaat tussen de contractsluiting en de afgifte van de gelden