De omstandigheid dat de rechter oordeelt dat een schadeverwekkend feit ten laste van de beklaagde bewezen is, maar dat deze zich, op het ogenblik dat hij dat feit pleegt, in een ernstige staat van geestesstoornis bevindt die hem ongeschikt maakt tot het controleren van zijn daden, zodat de rechter die beklaagde op grond van art. 71 Sw. vrijspreekt, sluit volstrekt uit dat de vrijgesproken dader “het schadegeval opzettelijk heeft veroorzaakt”, zoals bedoeld in art. 8, eerste lid van de wet op de landverzekeringsovereenkomst.
Op grond van art. 8.D van de algemene polisvoorwaarden strekt de door de verzekeraar verleende dekking zich uit tot het “verhaal van derden”, dat in dezelfde polisvoorwaarden wordt gedefinieerd als “de aansprakelijkheid die de verzekerde kan oplopen op grond van art. 1382 tot 1384, 1386 en 1386bis BW voor de schade aan goederen, die is veroorzaakt door een gewaarborgd schadegeval dat zich voortzet op de goederen van een derde, met inbegrip van de gasten van de verzekerde”.
Deze definitie is in overeenstemming met art. 5, § 1, tweede lid van het KB van 24 december 1992 betreffende de verzekering tegen brand en andere gevaren wat de eenvoudige risico’s betreft, naar luid waarvan onder “verhaal van derden” wordt verstaan “de aansprakelijkheid die de verzekerde oploopt ingevolge art. 1382 tot 1386bis BW voor de schade aan goederen, veroorzaakt door een verzekerd schadegeval, die zich voortzet op goederen die eigendom zijn van derden, gasten inbegrepen”.
Door dit KB wordt de aansprakelijkheid op grond van art. 1386bis BW verplicht gedekt in het kader van de waarborg van het verhaal van derden wegens buitencontractuele aansprakelijkheid.
De afwezigheid van een schuldaansprakelijkheid belet niet dat, net zoals voor een onrechtmatige daad begaan door een geesteszieke, in een contractuele rechtsverhouding art. 1386bis BW kan worden toegepast. Art. 1386bis BW is immers eveneens van toepassing op de aansprakelijkheid van de huurder
De vergoedingsplicht op grond van art. 1386bis BW valt eveneens onder de verzekeringswaarborg “huurdersaansprakelijkheid voor brand”, zelfs indien deze wetsbepaling niet uitdrukkelijk wordt vermeld naast art. 1732 tot 1735 BW. De aansprakelijkheid op grond van art. 1386bis BW geldt als “opvangnet” voor zowel de buitencontractuele als de contractuele aansprakelijkheid. Ze kan daarom onder de generieke term “huurdersaansprakelijkheid” uit de betreffende polis worden gebracht. Aldus wordt een uitdrukkelijke verwijzing naar de aansprakelijkheid op grond van art. 1386bis BW overbodig. Deze aansprakelijkheid hangt immers steeds samen met de aansprakelijkheid waarvan ze het corollarium vormt.