Een antwoord van de verhuurder op een vraag tot handelshuurhernieuwing dat onduidelijk is over de voorwaarden waaronder hij de huur wenste te hernieuwen is geen geldig antwoord. Dit is onder meer het geval, wanneer hij bepaalde voorwaarden stelt onder toevoeging dat deze mogelijk, in geval van procedure voor de vrederechter, gewijzigd kunnen worden. Een dergelijk antwoord van de verhuurder is niet regelmatig. Als de verhuurder andere voorwaarden voorstelt, doet hij als het ware een tegenbod De door de verhuurder voorgestelde voorwaarden moeten dan ook duidelijk en eenduidig zijn en voorwaarden waarvan de verhuurder onmiddellijk stelt dat ze nog gewijzigd kunnen worden, zijn geen duidelijke en eenduidige voorwaarden.
Het antwoord van de verhuurder moet niet alleen zekerheid bieden over de voorwaarden die hij voorstelt in geval van huurhernieuwing. Door het antwoord moet er ook duidelijkheid zijn waarvoor de verhuurder precies kiest, voor de hernieuwing van de huur onder andere voorwaarden, voor een weigering van de hernieuwing of voor het bod van een derde. Als het antwoord van de verhuurder hierover niet duidelijk is, is het onregelmatig.
Er is sprake is van een duidelijke keuze voor huurvernieuwing als de verhuurder in zijn antwoord aan de huurder de huurhernieuwing afhankelijk stelt van nieuwe voorwaarden. Het afhankelijk stellen van de handelshuurhernieuwing van andere voorwaarden komt niet neer op een voorwaardelijke en dus ongeldige huurhernieuwing en leidt niet tot onduidelijkheid over de keuze die de verhuurder op grond van art. 14 Handelshuurwet gemaakt heeft.
De door art. 14, eerste lid Handelshuurwet bepaalde nietigheid strekt tot bescherming van de verhuurder en is een relatieve nietigheid. De verhuurder moet ze niet noodzakelijk inroepen en de rechter mag ze niet ambtshalve opwerpen .
De artt. 18 en 19 Handelshuurwet laten de vrederechter toe zonder rechtsmisbruik bewezen te achten, beslissen een vordering tot handelshuurhernieuwing af te wijzen, zonder hierbij beroep te moeten doen op rechtsmisbruik.
Het recht van de huurder om een huurprijs voor te stellen met het oog op het verkrijgen van een handelshuurhernieuwing is een recht dat behoort tot de categorie vrijheden.
Het doen van een aanvraag tot handelshuurhernieuwing komt neer op een aanbod om te contracteren en ter zake geldt de contractvrijheid, waarbij de huurder een zeer grote vrijheid heeft wat de formulering van de voorwaarden betreft waaronder hij de handelshuur wenst te hernieuwen. Op een dergelijke vrijheid is het verbod van rechtsmisbruik niet van toepassing. Wel kunnen vrijheden wettelijk beperkt worden.
Dit geldt ook voor de vrijheid om een bepaalde huurprijs voor te stellen in de aanvraag tot handelshuurhernieuwing. Op deze vrijheid is het verbod van rechtsmisbruik niet van toepassing, maar deze vrijheid wordt wel begrensd door art. 1709 BW. Een fictieve of belachelijk lage huurprijs is geen geldige huurprijs in de zin van art. 1709 BW en is bijgevolg ook geen geldige voorwaarde die door de huurder in zijn handelshuurhernieuwingsaanvraag overeenkomstig art. 14 Handelshuurwet voorgesteld kan worden.
Belangrijk bij een onderzoek van de huurwaarde van een handelspand volgens de vergelijkende methode die door art. 19 Handelshuurwet wordt voorgeschreven, is dat rekening wordt gehouden met de juiste vergelijkingspunten in de buurt (of, bij gebreke daaraan, de agglomeratie of de streek) van het pand waarvan de huurwaarde moet geraamd worden. Juiste vergelijkingspunten zijn in de eerste plaats vergelijkingspunten die wegens hun ligging werkelijk vergelijkbaar zijn met betrokken pand. Dit zijn de handelspanden gelegen in de onmiddellijke omgeving, d.w.z. in dezelfde straat als het pand waarvan de huurprijs bepaald moet worden. Vergelijkt men met handelspanden in een andere straat, dan is het steeds mogelijk dat de ligging niet echt vergelijkbaar is omdat de passantenstroom in die andere straat heel anders is.