Het vonnis dat de vennootschap onder firma veroordeelt, heeft geen gezag van gewijsde ten aanzien van de vennoten die niet werden betrokken bij de procedure tot veroordeling van de vennootschap onder firma.
Luidens artikel 204 van het Wetboek van vennootschappen "zijn de vennoten onder firma hoofdelijk aansprakelijk voor alle verbintenissen van de vennootschap, ook al heeft een enkele vennoot getekend, mits dit namens de vennootschap is geschied."
Die hoofdelijkheid impliceert niet dat het vonnis dat een vennootschap onder firma veroordeelt, gezag van gewijsde heeft in de zin van de artikelen 19 tot 28 van het Gerechtelijk Wetboek en in het licht van artikel 1350, 3°, van het Burgerlijk Wetboek bewijskracht heeft ten aanzien van de vennoten onder firma.
Krachtens artikel 23 Gerechtelijk Wetboek geldt het gezag van gewijsde enkel tussen de partijen.
Artikel 204 Wetboek van vennootschappen bepaalt dat de vennoten onder firma hoofdelijk aansprakelijk zijn voor alle verbintenissen van de vennootschap, ook al heeft een enkele vennoot getekend, mits dit namens de vennootschap is geschied.
Krachtens artikel 203 van dat wetboek kunnen vennoten in een vennootschap onder firma niet persoonlijk worden veroordeeld op grond van verbintenissen van de vennootschap zolang deze niet zelf is veroordeeld.
Die bepaling strekt tot vrijwaring van de belangen van de vennoten, door te voor-komen dat de rechterlijke beslissing die jegens hen werd uitgesproken, strijdig zou zijn met die welke jegens de vennootschap onder firma werd uitgesproken.
Uit die bepaling volgt niet dat de vennoten, die niet werden betrokken bij de pro-cedure tot veroordeling van de vennootschap onder firma, partij bij die procedure zijn.
Het vonnis dat de vennootschap onder firma veroordeelt, heeft derhalve geen gezag van gewijsde jegens die vennoten.