De rechter is zonder rechtsmacht waar de franchisingovereenkomst bepaalt dat alle betwistingen waartoe het contract aanleiding zou kennen geven ter arbitrage moeten worden voorgelegd. Waarom?
Franchise en arbitrage.
Probleemstelling:
Artikel 9 van de wet van 19.12.2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten (waaronder franchise behoort) bepaalt:
“De precontractuele fase van de commerciële samenwerking valt onder de Belgische wet en onder de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken, wanneer de persoon die het recht verkrijgt, de activiteiten waarop de overeenkomst slaat, hoofdzakelijk in België uitoefent.”
Op basis van dit artikel zou men kunnen stellen dat in zake de precontractuele aansprakelijkheid in zake franchiseconflicten enkel de rechtbanken bevoegd zijn en deze geschillen dus niet arbitreerbaar zijn, althans volgens een letterlijke lezing.
Deze letterlijke lezing wordt echter door rechtsleer en rechtspraak verworpen.
In heel wat franchiseovereenkomsten wordt een arbitragebeding geformuleerd.
Een geschil dat onder de toepassing van de wet van 19.12.2005 valt, is in beginsel arbitreerbaar wanneer de arbiters gehouden zijn, om het Belgisch recht, waaronder de wet van 19.12.2005 zelf toe te passen (A. Hansebout, de wet precontractuele informatie en arbitrage, noot onder Gent, 31.05.2010, RABG, 2013, 314-.315.)
In de regel wordt een arbitragebeding opgesteld voor geschillen die zullen rijzen na het afsluiten van het contract en dus enkel voor de contractuele fase en niet voor de precontractuele fase.
Alsdan heeft de ondertekening en aanvaarding van een arbitragebeding geen retroactief gevolg en heeft het niet zomaar voor gevolg dat arbitrage ook kan worden opgedrongen in de precontractuele fase.
Een arbitragebeding dient immers restrictief te worden geïnterpreteerd.
Niets belet natuurlijk dat partijen in de arbitrageclausule dat er arbitrage voorzien voor zover contractuele als precontractuele geschillen in welk geval er dan ook arbitrage kan opgelegd worden in zake precontractuele tekortkoming.
Voor een toepassingsgeval en tevens bron van deze bijdrage zie Hof van Beroep Antwerpen, 03.12.2012, RW 2013-2014, kolom 664 en kolom 665.
Let wel:
De wettelijke bepalingen inzake de precontractuele informatie in het kader van commerciële samenwerkingsovereenkomsten (bij uitstek van toepassing in franchisingscontracten werd ingeschreven in titel 2 van boek X van het Wetboek van Economisch recht