De patiënt (of zijn rechthebbende) draagt de bewijslast dat de arts zijn informatieverplichting heeft geschonden.
Wanneer de benadeelde aanvoert dat hij schade heeft geleden doordat de arts heeft nagelaten hem de in voormeld art. 8 Wet Patiëntenrechten bepaalde informatie te verschaffen, moet hij niet alleen bewijzen dat de arts hem de informatie daadwerkelijk had moeten geven, maar ook dat hij dat niet heeft gedaan.
De rechter kan dus niet oordelen dat bij gebrek aan bewijs door de arts (dat hij zijn informatieverplichting is nagekomen) moet worden aangenomen dat deze zijn informatieverplichting heeft miskend,
immers:
Krachtens art. 870 Ger.W. moet iedere partij het bewijs leveren van de feiten die zij aanvoert.
Krachtens art. 1315 BW moet hij die de uitvoering van een verbintenis vordert, het bestaan daarvan bewijzen. Omgekeerd moet hij die beweert bevrijd te zijn, het bewijs leveren van de betaling of van het feit dat het tenietgaan van zijn verbintenis heeft teweeggebracht.
Uit het geheel van deze bepalingen volgt dat bij een aansprakelijkheidsvordering de bewijslast van de tot aansprakelijkheid leidende gebeurtenis, de schade en het oorzakelijk verband tussen beide, behalve in geval van een wettelijke of contractuele afwijking, in de regel op de benadeelde rust.
Krachtens art. 8, § 1, eerste lid Wet Patiëntenrechten heeft de patiënt het recht om geïnformeerd, vooraf en vrij toe te stemmen in iedere tussenkomst van de beroepsbeoefenaar.
Krachtens art. 8, § 2 Wet Patiëntenrechten hebben de inlichtingen die aan de patiënt verstrekt worden, met het oog op het verlenen van diens toestemming bedoeld in § 1, betrekking op het doel, de aard, de graad van urgentie, de duur, de frequentie, de voor de patiënt relevante tegenaanwijzingen, nevenwerkingen en risico’s verbonden aan de tussenkomst, de nazorg, de mogelijke alternatieven en de financiële gevolgen. Ze betreffen bovendien de mogelijke gevolgen in geval van weigering of intrekking van de toestemming, en andere door de patiënt of de beroepsbeoefenaar relevant geachte verduidelijkingen, in voorkomend geval met inbegrip van de wettelijke bepalingen die m.b.t. een tussenkomst dienen te worden nageleefd.
Wanneer de benadeelde aanvoert dat hij schade heeft geleden doordat de arts heeft nagelaten hem de in voormeld art. 8 Wet Patiëntenrechten bepaalde informatie te verschaffen, moet hij niet alleen bewijzen dat de arts hem de informatie daadwerkelijk had moeten geven, maar ook dat hij dat niet heeft gedaan.
Niet de arts maar de patiënt draagt als de bewijslast dat hij onvoldoende werd geïnformeerd indien de patiënt een eis tot schadevergoeding stelt. Verder dient de patiënt het bewijs te leveren dat de arts over de nodige informatie beschikte.