De tekst van de wet staat niet toe voorop te stellen dat de testator het testament in eenmaal moet schrijven. Hij is vrij dit te doen op verschillende tijdstippen.
Overschrijvingen, toevoegingen, kantmeldingen, doorhalingen en verwijzingen (surcharges, interlignies, apostilles, ratures et renvois) zijn principieel toegelaten en laten de geldigheid van het testament ongemoeid, vanzelfsprekend voor zover zij van de hand zijn van de testator of buiten weten van de testator door een derde zijn aangebracht. Een derde kan immers buiten de wil van de testator een testament niet ongeldig maken.
Toevoegingen, kantmeldingen of verwijzingen kunnen wel aanleiding geven tot betwistingen inzake dagtekening. Zo zij geschieden vóór de dagtekening is er geen probleem. Zo zij achteraf gemaakt worden is er geen dagtekening, vermits valse dagtekening. De oorspronkelijke dagtekening wordt dan immers overgeplaatst op de nieuwe beschikking. Eenzelfde dagtekening kan niet twee beschikkingen op verschillende tijdstippen gemaakt geldig maken.
Doorhalingen, doorstrepen, of, zoals alhier, uitsnijding, voor zover uitgaande van de testator, kunnen principieel geen aanleiding geven tot betwisting.
Een doorhaling (rature of cancellation) waarmee het wegsnijden van een deel van de tekst gelijk moet worden gesteld, in de mate waarin vaststaat dat zij uitgaat van de testator, heeft tot gevolg dat dat deel van de laatste wilsbeschikking niet meer bestaat en geacht moet worden nooit te hebben bestaan. Artikel 1035 B.W. vindt geen toepassing, aangezien het doorgehaalde deel niet als testamentaire beschikking bestaat. Het niet doorgehaald, doorstreept of weggesneden deel van het testament blijft geldig. De testator herroept niet, maar ontneemt aan de aanvankelijke tekst de geldigheid van testamentaire beschikking.