Partijen mogen het dwalingsrisico contractueel uitsluiten en afstand doen van de nietigheidsvordering.
Dit moet evenwel worden genuanceerd, aangezien dit niet impliceert dat een dwaling in globo kan worden uitgesloten.
Deze eenzijdige rechtshandeling (de bevestiging zuivert de overeenkomst van nietigheid) is aan strikte voorwaarden gekoppeld.
Vereist is dat de beschermde partij kennis heeft van haar vergissing alvorens ze rechtsgeldig afstand kan doen van haar bescherming.
Een algemene uitsluiting van het recht om zich op dwaling te beroepen door het inlassen van een verzakingsclausule is bijgevolg geen mogelijkheid.
De contractanten bij een dadingsovereenkomst kunnen enkel specifiek de elementen aanduiden ten aanzien waarvan zij de dwalingsvordering willen uitsluiten, wat hier evenwel niet is gebeurd.
Artikel 2052 oud BW: dadingen hebben tussen partijen kracht van gewijsde in hoogste aanleg. Men kan er niet tegen opkomen uit hoofde van dwaling omtrent het recht of uit hoofde van benadeling.
Artikel 2053 oud BW: niettemin kan een dading vernietigd worden, wanneer er dwaling heeft plaatsgehad in de persoon of omtrent het voorwerp van het geschil.
Het is belangrijk te beklemtonen dat de wetgever spreekt van een dwaling over het voorwerp van het geschil en niet over het voorwerp van de dading.
Het voorwerp van het geschil maakt de oorzaak van de dading uit, aangezien partijen net die punten van een geschil willen beëindigen door het sluiten van de dading.
Het voorwerp van het geschil betreft het subjectieve recht of het geheel van subjectieve rechten waarover betwisting bestaat.
Een dwaling over de hoogte of de omvang van een bepaald bedrag is geen dwaling over het voorwerp van het geschil. Dit zou immers een beroep op de rechtsfiguur benadeling wel mogelijk maken, maar benadeling is in beginsel geen nietigheidsgrond van een dadingsovereenkomst. Dit vloeit voort uit de gedachte dat het evenwicht van de wederzijdse prestaties van partijen niet objectief kan worden bepaald. Wat partijen bij het sluiten van de dading al dan niet als wederzijdse toegevingen beschouwen, is subjectief en daarom niet altijd mathematisch toetsbaar.