Wanneer een rechtssubject op het ogenblik waarop een rechtshandeling wordt gesteld, wel degelijk de bedoeling had de rechtshandeling te stellen, maar nadien van mening verandert, dwaalt hij niet over de zelfstandigheid van de zaak, maar verandert hij van mening.
Krachtens art. 1109 BW is geen toestemming geldig, indien zij alleen door dwaling is gegeven, door geweld afgeperst of door bedrog verkregen.
In het geval van dwaling is er enkel sprake van nietigheid, indien de dwaling de zelfstandigheid van de zaak betreft én verschoonbaar is. De zelfstandigheid van de zaak is elk gegeven dat doorslaggevend is geweest voor de partij om de overeenkomst aan te gaan, waarvan de wederpartij op de hoogte hoorde te zijn en zonder hetwelk de overeenkomst niet zou zijn gesloten.
Wanneer de doorslaggevende beweegreden tot de overeenkomst berust op een onvrijwillig verkeerde voorstelling van de werkelijkheid, is de verbintenis niet aangegaan zonder oorzaak of uit een valse oorzaak, maar is de toestemming mogelijk gegeven door dwaling. Dwaling is slechts een grond tot nietigheid wanneer zij verschoonbaar is.
De oorzaak wordt gevormd door alle motieven en beweegredenen die partijen er hoofdzakelijk toe hebben aangezet een bepaalde rechtshandeling te stellen
Opdat dwaling als een wilsgebrek aanvaard wordt, moet zij aan drie voorwaarden voldoen, namelijk
1) de dwaling bestaat op het ogenblik van de contractsluiting;
2) zij betreft de zelfstandigheid van de zaak;
3) zij is verschoonbaar in de persoon van de dwalende partij
Het Hof van Cassatie heeft een zeer ruime draagwijdte toegekend aan het begrip «zelfstandigheid van de zaak». Dit heeft tot gevolg dat een dwaling betreffende een essentiële beweegreden niet alleen een dwaling betreffende de oorzaak uitmaakt, maar ook een dwaling m.b.t. de zelfstandigheid van de zaak inhoudt.
Het Hof van Cassatie bevestigt in een arrest van 14 januari 2013 zijn vroegere rechtspraak: «De zelfstandigheid van de zaak is elk gegeven dat doorslaggevend is geweest voor de partij om de overeenkomst aan te gaan, waarvan de wederpartij op de hoogte hoorde te zijn en zonder hetwelk de overeenkomst niet zou zijn gesloten».
Het recht houdt in beginsel geen rekening met de persoonlijke en concrete beweegredenen van het rechtssubject bij het sluiten van een overeenkomst. Volgens de moderne opvatting van het oorzaakbegrip (zie hierboven) geldt evenwel dat wanneer een subjectieve beweegreden in de contractuele sfeer wordt opgenomen, ze wel door het recht wordt erkend en ze (mede) de oorzaak van de overeenkomst wordt. Voorwaarde is wel dat de wederpartij wist (of behoorde te weten) dat een bepaald motief voor de andere partij van doorslaggevend belang was en daarmee akkoord ging. Dit wordt door de feitenrechter op onaantastbare wijze beoordeeld (P. Ommeslaghe, o.c., RCJB 1970, p. 354-357, nr. 18). Op die manier kan een dwaling m.b.t. de subjectieve beweegredenen wel aanleiding geven tot de nietigheid van een overeenkomst, omdat het een dwaling m.b.t. de oorzaak is. Het Hof van Cassatie volgt deze redenering niet.
Rechtsdwaling is een dwaling betreffende het bestaan of de inhoud van wettelijke voorschriften of betreffende de interpretatie of de toepassing ervan door de rechtspraak.
Ook de rechtsdwaling valt in beginsel onder de toepassing van art. 1110 BW en zal slechts tot de nietigverklaring van de overeenkomst kunnen leiden wanneer zij zowel de zelfstandigheid van de zaak betreft als verschoonbaar is
Volgens de rechtspraak van het Hof van Cassatie wordt een op zichzelf onverschoonbare dwaling niet verschoonbaar indien de dwalende werd bijgestaan door een deskundige die dezelfde dwaling deelde.
Uit het geheel van omstandigheden de door verwerende partij gevoerde briefwisseling blijkt dat op het ogenblik dat zij de opzegbrief verstuurde, het wel degelijk de bedoeling was de huurovereenkomst op te zeggen. Dit blijkt eveneens uit het feitenrelaas dat verwerende partij thans opvoert. Er is derhalve niet voldaan aan de voorwaarden van de toepassing van het wilsgebrek. Zij dwaalde niet over de zelfstandigheid van de zaak. Zij is van mening veranderd. Eisende partij was bovendien niet op de hoogte van haar motieven.
Zie ook dwaling in het NBW