De plicht en aansprakelijkheid van de vereffenaar van een vennootschap
De taak van vereffenaars is het afhandelen van de lopende verplichtingen, het te gelde maken van nog eventueel bestaande rechten of activa, en ten slotte het uitkeren van het batig saldo aan de aandeelhouders, vennoten, inbrengers of andere rechthebbenden. Overigens komen deze partijen wel als allerlaatste aan de beurt, nadat de gewone, bevoorrechte en zelfs de achtergestelde schuldeisers hun geld hebben gekregen.
De vereffenaar zet de vennootschap verder, enkel met het oog op de vereffening waarbij hij dezelfde taken heeft als de zaakvoerder, met dien verstande dat hij bijkomend de schuldeisers dient aan te schrijven met uitnodiging tot het doen van aangifte van schuldvordering en hen op de hoogte te houden van de stand van de vereffening.
Krachtens artikel 192 (oud artikel 186) van het wetboek van vennootschappen zijn de vereffenaars zowel jegens derden als jegens de vennoten verantwoordelijk voor de vervulling van hun taak en aansprakelijk voor de tekortkomingen in het bestuur.
Het feit dat een vereffenaar nooit enige vergoeding zou hebben ontvangen is niet van aard om zijn aansprakelijkheid af te zwakken.
Eens het actief gerealiseerd, zal de vereffenaar het passief dienen te regelen door opstelling van een concrete rangregeling tussen de schuldeisers, rekening houdende met de bevoorrechte en hypothecaire schuldeisers. Indien hij de rechten van een bevoorrechte op een hypothecaire schuldeiser miskent is hij verantwoordelijk ten aanzien van hen.
Gelet op het vereffeningsdoel rust op de vereffenaar de plicht te zorgen voor een optimale realisering van het actief van de vennootschap in vereffening en dient de vereffenaar namens de vennootschap in vereffening alle hiertoe nodige rechtsvorderingen in te stellen.
Een vereffenaar is verplicht tot het doorstorten van de bedrijfsvoorheffing met de zelfde verantwoordelijkheid als deze die vroeger toekwam aan de zaakvoerders. Door de vereffening is een einde gekomen aan het mandaat van de zaakvoerder, waarbij deze verplichtingen overgaan op de vereffenaars.
Zo dient elke vereffenaar een aangifte te doen in de vennootschapsbelasting, bij gebreken waaraan hij een fout uitmaakt in zijn beheer, met schade voor de schuldeisers tot gevolg door aanslagen van ambtswege.
Vanzelfsprekend dient ook een vennootschap in vereffening en jaarrekening neer te leggen hetgeen eveneens behoort tot de taak van de vereffenaar.