Centrale doelstellingen van de wet van 13 augustus 2011 (minnelijke instaatstelling vereffening verdeling) zijn
(1) de versnelling van de gerechtelijke vereffening-verdeling;
(2) het verloop ervan voorzienbaar maken voor de partijen;
(3) het akkoord tussen de partijen in elke fase bevorderen en
(4) de rol van de actieve notaris-vereffenaar versterken («Overgangsregeling voor de nieuwe wet aangaande de gerechtelijke vereffening-verdeling» in H. Casman en C. Declerck (eds.), De hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, p. 128, nr. 12).
De in art. 1217 Ger.W. bedoelde conventionele instaatstelling houdt in dat de notaris-vereffenaar en alle partijen een akkoord sluiten over de na te leven termijnen tijdens de notariële fase, inzonderheid over de termijn waarbinnen de partijen hun aanspraken en stukken moeten meedelen.
Deze termijnen worden vastgesteld in het proces-verbaal van opening van werkzaamheden of in latere processen-verbaal voor de termijnen die dan worden overeengekomen. In de praktijk kan worden gewerkt van proces-verbaal tot proces-verbaal, waarbij het er dan op aankomt minstens de termijn van de volgende stap vast te stellen (De vernieuwde procedure inzake gerechtelijke verdeling, Brugge, die Keure, 2012, p. 119-124, nrs. 163-168; «Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht van de Wet van 13 augustus 2011» in H. Casman en C. Declerck (eds.), De hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, p. 9-20, nr. 33).
Behalve in geval van een akkoord van alle partijen of in geval van ontdekking van nieuwe feiten of nieuwe stukken van overwegend belang in de zin van art. 1219 Ger.W., houdt de notaris-vereffenaar geen rekening met aanspraken, opmerkingen en stukken die na het verstrijken van de overeengekomen of wettelijk bepaalde termijnen worden aangebracht (art. 1220, § 1 Ger.W.;
De vernieuwde procedure inzake gerechtelijke verdeling, Brugge, die Keure, 2012, p. 139-140, nrs. 189-190; «Een nieuw draaiboek tot gerechtelijke vereffening-verdeling in het licht van de wet van 13 augustus 2011» in H. Casman en C. Declerck (eds.), De hervorming van de gerechtelijke vereffening en verdeling, Antwerpen, Intersentia, 2012, p. 37, nr. 20).
Conventionele bijsturing van een eerder overeengekomen agenda is steeds mogelijk en gebeurlijk raadzaam, gelet op het verloop van de gerechtelijke vereffening-verdeling en de ontwikkelingen van dien, waarbij alle redelijkheid aan de dag moet worden gelegd. Een al te scherpe kalender en nodeloze onwrikbaarheid werken eerder contraproductief, wat uiteindelijk ingaat tegen voormelde doelstellingen van de wet van 13 augustus 2013 («In welke zin is een conventionele instaatstelling opportuun voor het verloop van de procedure tot vereffening-verdeling?» in W. Pintens en C. Declerck (eds.), Patrimonium 2015, Brugge, die Keure, 2015, p. 235, nrs. 39-41).