De bijdrageverplichting in de kosten en lasten van de medeeigendom is kwalitatief bepaald en derhalve gekoppeld aan de hoedanigheid van mede-eigenaar. Van zodra men een privékavel (en een aandeel in de gemeenschap) verwerft en medeeigenaar wordt, is men gehouden tot het betalen van zijn bijdrage in de kosten en lasten van de mede-eigendom en deze verplichting blijft bestaan zolang men mede-eigenaar is.
Slechts wanneer men de eigendom overdraagt - zoals in dit geval door een koop-verkoop - en derhalve de hoedanigheid van mede-eigenaar verliest, is men bevrijd van zijn bijdrageplicht, behoudens de uitzonderingen voorzien in artikel 577-11 van het Burgerlijk Wetboek.
Voor wat de verrekening van toekomstige bijdragen en lasten uit het verleden bij een dergelijke overdracht betreft, dient een onderscheid gemaakt te worden tussen (a) de gehoudenheid ("obligatio") tot de schuld en (b) de bijdrage ("contributio") in de schuld. Wie gehouden is tot de schuld betreft de vraag wie ten opzichte van de schuldeiser - in zake appellante - de schuld zal moeten betalen, hetgeen op dwingende wijze wordt geregeld in de wet. De vraag naar de bijdrage in de schuld betreft de vraag wie uiteindelijk de schuld zal moeten dragen, hetgeen de onderlinge (in dit geval contractuele) verhouding betreft tussen verkoper/oude mede-eigenaar en koper/nieuwe mede-eigenaar.
Luidens artikel 577-11, $ 2, voorlaatste en laatste lid van het Burgerlijk Wetboek draagt de nieuwe mede-eigenaar, onverminderd andersluidende overeenkomsten tussen partijen inzake de bijdrage in de schuld, het bedrag van de in artikel 577-11, eerste lid, 1%, 2%, 3° en 4° vermelde schulden. De gewone lasten worden gedragen door de nieuwe mede-eigenaar vanaf de dag waarop hij effectief gebruik heeft gemaakt van de gemeenschappelijke delen. Bij een overdracht of aanwijzing van het eigendomsrecht is de verkrijger evenwel verplicht tot betaling van de buitengewone lasten en de oproepen tot kapitaalinbreng waartoe de algemene vergadering van de medeeigenaars heeft besloten, indien deze heeft plaatsgehad tussen het sluiten van de overeenkomst en het verlijden van de authentieke akte en indien hij over een volmacht beschikte om aan de algemene vergadering deel te nemen.
De bijdrage in de lasten/kosten in de mede-eigendom zijn pas opeisbaar na een formele beslissing daartoe van de algemene vergadering van mede-eigenaars. Slechts dan ontstaat de gehoudenheid ("contributio") van de mede-eigenaar en beschikt de vereniging van mede-eigenaars over een schuldvordering ten aanzien van de mede-eigenaars.
Wanneer de formele beslissingen tot goedkeuring van de afrekeningen dateert van na de eigendomsoverdracht, zijn deze saldi van kosten en bijdragen voor deze jaren opeisbaar lastens de nieuwe mede-eigenaar die deze verschuldigd is jegens de VME doch kunnen deze niet van de vroegere mede-eigenaar worden gevorderd door de VME.
Dat deze achterstallige kosten en lasten slaan op een aan de overdracht voorafgaande periode doet daaraan totaal geen afbreuk, maar dan in de omgekeerde situatie betreffende kosten gevorderd van de nieuwe mede-eigenaar na de eigendomsoverdracht, maar welke goedgekeurd waren vóór die overdracht), net zomin het feit dat appellante een pro rata verrekening maakte tot op de datum van de eigendomsoverdracht.