Samenvatting
Voor de toepassing van de bijzondere aanslagtermijn is niet vereist dat uit de rechtsvordering zelf het bestaan van niet-aangegeven inkomsten volgt. Het volstaat dat de rechtsvordering feiten aan het licht brengt, die de administratie toelaten om, met wettelijke bewijsmiddelen waarover zij beschikt, te bewijzen dat belastbare inkomsten niet werden aangegeven.
Preview
G.R. / Belgische Staat - Rolnr.: 2015/AR/2666) (…) 4.2. In toepassing van artikel 263, § 1, 3° WIB 1964 mag de belasting worden gevestigd na het verstrijken van de in artikel 259 WIB 1964 bedoelde termijn, ingeval een rechtsvordering uitwijst dat belastbare inkomsten niet werden aangegeven in één van de vijf jaren vóór het jaar waarin de vordering is ingesteld. Eiser in hoger beroep stelt dat de administratie in casu niet aantoont dat de rechtsvordering uitwijst dat belastbare inkomsten niet zijn aangegeven in één van de vijf jaren voor de instelling van de rechtsvordering. Geen enkele verklaring in het strafdossier zou immers duiden op een belegging en een uitbetaling van interesten en de datum waarop de rechtsvordering werd ingesteld, zou niet zijn bewezen. Het hof is van oordeel dat uit de stukken van het strafdossier die door de administratie aan het administratief dossier werden toegevoegd, voldoende blijkt dat de rechtsvordering werd ingesteld in 1990. Zulks blijkt uit het notitienummer van het strafdossier evenals uit de processen-verbaal waar als dossiernummer 299/90 is vermeld. In toepassing van artikel 263, § 1, 3° ...