Betwistingen die verband houden met de vereffening-verdeling kunnen
in beginsel slechts in het kader van de procedure vereffening-verdeling worden aangebracht en niet meer door partijen in een afzonderlijke procedure.
Uit de artikelen 1209-1223 (oud) Gerechtelijk Wetboek volgt dat, van zodra er is gedagvaard in gerechtelijke vereffening en verdeling, betwistingen die verband houden met de vereffening en verdeling in beginsel slechts in het kader van deze procedure kunnen worden aangebracht en dat deze betwistingen op uitsluitend initiatief van de boedelnotaris bij de rechtbank aanhangig kunnen worden gemaakt door neerlegging van een proces-verbaal van beweringen en zwarigheden; betwistingen die verband houden met de vereffening en verdeling kunnen vanaf dan, in beginsel, niet meer door de partijen in een afzonderlijke procedure voor de rechter aanhangig worden gemaakt; vorderingen die geen verband houden met de vereffening-verdeling omdat zij geen invloed hebben op de omvang van de onverdeeldheid of de wijze van verdeling ervan, kunnen daarentegen ten allen tijde in een afzonderlijke procedure worden ingesteld, ook al werd dezelfde vordering reeds in het kader van de vereffening-verdeling ingesteld.
Let wel op de woorden "in beginsel".
Aldus kunnen vorderingen die geen “verband houden met” de vereffening-verdeling die geen “invloed hebben op de omvang onverdeeldheid of wijze van verdeling ten allen tijde in een afzonderlijke procedure worden ingesteld, ook al werd dezelfde vordering reeds in kader van vereffening-verdeling ingesteld.
Art 1209 § 1 Gerechtelijk Wetboek verdeelt de bevoegdheid tussen de rechtbank enerzijds en de notaris anderzijds inzake de rechtspleging met betrekking tot geschillen in verband met de vereffening-verdeling.
"De rechtbank beslist over alle geschillen die bij haar aanhangig worden gemaakt, met dien verstande dat zij de oplossing kan uitstellen tot het vonnis van homologatie wordt gewezen, en verleent de partijen akte van hun eventuele akkoorden".
De notaris wordt aldus beschouwd als de eerste rechter bij de geschillen die verband houden met de vereffening-verdeling.
Let wel: indien de wel vereist dat een vordering wordt ingesteld binnen een bepaalde termijn, dan wel indien een vordering door verjaring na een bepaalde termijn niet meer kan ingesteld, zal de procedure voor de rechtbank noodzakelijk blijven, gezien een vordering in rechte niet kan ingesteld voor de notaris.
Hierbij dient verwezen naar Cassatie 26/10/2017
C.16.0322.NWanneer er is gedagvaard in gerechtelijke vereffening en verdeling van een nalatenschap, kan een vordering tot herroeping of vernietiging van een schenking aan een erfgenaam, die binnen de door de wet bepaalde termijnen moet kunnen ingesteld worden, niet enkel in het kader van de procedure van vereffening en verdeling worden ingesteld, maar ook bij afzonderlijke dagvaarding, ook al heeft een dergelijke vordering een weerslag op de omvang van de te vereffenen en verdelen boedel
In een arrest van het Hof van cassatie van 1 februari 2018 werd aldus gewezen op de noodzaak van een afzonderlijke dagvaarding voor de rechtbank, met oog op het instellen van vorderingen. Zo kan een vordering niet middels een formele brief voor de notaris in het kader van een vereffening-verdeling ingesteld.
Onder een dagvaarding voor het gerecht in de zin van artikel 2244, §1, eerste lid, Burgerlijk Wetboek moet worden verstaan het instellen van een rechtsvordering waarbij de eiser het bedreigde recht dat aan verjaring is onderworpen ten gronde wil laten erkennen (Cassatie 1 februari 2018
C.17.0130.N, juridat) .
De notaris-vereffenaar is de eerste rechter hetgeen aldus de toegang tot de rechtbank met betrekking tot de vereffening zelf aan banden legt. De notaris vereffenaar kan zich evenwel niet uitspreken over een vordering tot nietigverklaring van een akte (van schenking) bijvoorbeeld.
Beweringen en zwarigheden moeten voor de notaris-vereffenaar worden voorgelegd en kunnen niet voor de eerste maal aan de rechtbank worden voorgelegd. Dit volgt uit art.
1223, §4 Ger.W. De rechtbank beslecht de geschillen of moeilijkheden, homologeert zonder meer de staat van vereffening houdende het ontwerp van verdeling of zendt deze terug aan de notaris-vereffenaar om, binnen de door haar vastgestelde termijnen, een aanvullende staat van vereffening of een staat van vereffening overeenkomstig de door de rechtbank gegeven richtlijnen op te maken. Behoudens akkoord van alle partijen of ontdekking van nieuwe feiten of nieuwe stukken van overwegend belang,
neemt de rechtbank enkel kennis van de geschillen of moeilijkheden voortvloeiend uit de bezwaren vastgesteld in het proces-verbaal bedoeld in § 3, eerste lid.
De notaris heeft echter geen rechtsprekende functie. Zijn rol in de vereffening-verdeling wijkt af van het gemeen procesrecht en dient derhalve restrictief geïnterpreteerd. Zijn opdracht betreft de vaststelling va de rechten van partijen en omvat aldus de boedelbeschrijving, het opmaken van de rekeningen opmaken die deelgenoten elkaar verschuldigd, het vormen van de algemene massa, het samenstellen van de vormen en het doen van afrekeningen.
Het opwerpen vaan een betwisting voor de notaris stuit de verjaring van het recht niet.